Ontvang de nieuwsbrief Schooldirect
Altijd mee met onderwijsbeleid en regelgeving? Inspirerende voorbeelden, duiding en tips?
Elke dinsdag in je mailbox.
Schrijf je gratis in
Zo doen zij het
Vergeet het clubje van grijze mannen die graag de touwtjes in handen hebben. Tussen directeur Els en haar schoolbestuur loopt de samenwerking wél vlot. “Het stelt me gerust dat zij het grote plaatje mee in het oog houden. Maar je behoudt wel de autonomie om veel taken zelfstandig uit te voeren.”
Wat verwacht je als directeur van je schoolbestuur of inrichtende macht?
Els Claes, algemeen directeur KS Diest: “Vooral over strategische kwesties kan en wil je niet alleen beslissen: kiezen we voor een fusie met een andere school? Beperken we ons leerlingenaantal? Welke richtingen organiseren we? Die knopen hakken we samen door. Maar je wil je ook positief gesteund voelen in je dagelijks beleid, waar je je handen vol mee hebt.”
Roger Haest, voorzitter Inrichtend Comité Annuntiaten Heverlee: “Voor ons als schoolbestuur staat algemeen strategisch beleid op de eerste plaats. Onze visie en de missie bewaken: ‘Goed onderwijs vanuit geloof in de kracht van elk kind, met een open blik op de wereld’. Bij elk moeilijk dossier kijken we: past de keuze die we nu maken binnen onze visie op onderwijs? Het is goed om daarover met een groep mensen vanuit diverse oogpunten na te denken.”
Hoe kom je tot een visie die door al je scholen gedragen is?
Roger: “Daar maken we bewust tijd voor op een tweejaarlijks congres met alle directeurs en bestuursleden. En tijdens bestuursvergaderingen. Daarin zitten nog steeds enkele zusters. Zij staan voor de band met de congregatie en de onderwijstraditie. Van daaruit bewaken zij de waarden waarop de school gebouwd is. Die discussies moeten er zijn als je streeft naar een sterke identiteit.”
Els: “In een online zelfevaluatie van de Koning Boudewijnstichting die we uitvoerden, scoort ons schoolbestuur hoog op gemeenschappelijke doelgerichtheid, een belangrijke indicator voor goed bestuur. We slagen er dus in die interne discussies naar de buitenwereld te vertalen in duidelijke besluiten.”
Roger: “We helpen de directeurs om die gemeenschappelijke visie te verspreiden binnen hun team. Met een filmpje, met flyers en met een dag voor starters. De directeurs krijgen de autonomie om die visie binnen hun eigen school zelf vorm te geven en zo de waarden tot leven te laten komen. Elk personeelslid heeft tijdens zijn eerste of tweede schooljaar ook een gesprek met een bestuurslid over de manier waarop hij of zij onderwijs beleeft.
Hoe sterk is het schoolbestuur betrokken bij het personeelsbeleid?
Els: “Als directieteam beslis je zelf wie je aanwerft of ontslaat. Maar je moet elke beslissing verantwoorden tegenover het schoolbestuur, dat jou uiteindelijk als werkgever ook evalueert.”
Roger: “Enkel bij de evaluatie van nieuwe leraren kijken we mee. Je merkt soms dat directeurs aarzelen om streng te zijn in hun selectie, ook al hebben ze zelf hun twijfels. Dan is het goed als je de steun voelt van je schoolbestuur, dat je helpt beslissingen te nemen in het belang van de school. Bij moeilijke evaluatiegesprekken is ook altijd een bestuurder aanwezig om te kijken of het gesprek op een correcte manier verloopt.”
Hoe ziet een goed schoolbestuur eruit?
Roger: “Zo divers en competent mogelijk. Mensen met een brede kennis van onderwijs, maar even goed mensen met diverse achtergronden en skills. We hebben een jurist, een pedagoog, mensen uit de academische wereld en de welzijnssector. Zo krijg je een kritische blik. Enkel op het vlak van diversiteit doen we het niet goed. Geen enkele bestuurder heeft een migratieachtergrond of is andersvalide.”
Els: “Ons schoolbestuur bestaat wel voor meer dan de helft uit vrouwen, meer dan de helft werkt nog en het jongste bestuurslid is pas 33. Het cliché van de wijze, grijze mannen die de touwtjes in handen hebben, klopt bij ons niet. Uit onze zelfevaluatie blijkt ook dat directeurs de verschillende competenties van de bestuursleden erg hoog inschatten. Een geruststellend teken: ze hebben het gevoel dat ze bij hen terechtkunnen. Advies van een jurist of een HR-expert die je personeelsbeleid kan fileren: daar leer je heel veel van.”
Hoe zorg je voor nieuw bloed in je schoolbestuur?
Roger: “Vergrijzing is een probleem voor veel raden van bestuur. Vroeger had je vaak een leeftijdsgrens, nu niet meer. Mensen krijgen de vraag of ze belangeloos in een raad van bestuur willen stappen, maar de vraag om eruit te stappen komt zelden. En dan blijf je soms te lang, ook als je de voeling met het onderwijs van vandaag kwijt bent. Daarom kiezen wij voor mandaten van 6 jaar. Zo denk je na die periode bewust na over stoppen of doorzetten.”
Altijd mee met onderwijsbeleid en regelgeving? Inspirerende voorbeelden, duiding en tips?
Elke dinsdag in je mailbox.
Schrijf je gratis in
Een drukke baan én een zitje in het schoolbestuur: hoe combineer je dat?
Els: “Dat blijft een knelpunt als je jonge, actieve bestuurders engageert. Je moet toch al gauw op 14 stevige vergaderingen rekenen op jaarbasis, zonder de mailtjes en telefoontjes. En gesprekken met nieuwe leraren of vragen over jouw kennisveld waarop je een antwoord biedt. Sommige mensen steken er vanuit een sterk persoonlijk engagement veel tijd in. Ze willen iets betekenen voor onderwijs en voor jongeren. Maar als de belasting te hoog ligt, houden ze dat onmogelijk vol.”
Roger: “Daarom schuiven we beleidsdomeinen zoals preventie, financiën en infrastructuur zo min mogelijk naar het schoolbestuur door, want dan verdwaal je in dagelijkse beslommeringen en kijk je niet meer met visie vooruit. Competente mensen met specifieke kennis en een druk professioneel leven kan je overigens niet vragen om vrijwillig zo’n zwaar engagement op te nemen. Toch trappen besturen soms in die val, omdat ze merken dat de directeur het in zijn eentje niet redt.”
Hoe komt het dat de directeurs bij jullie het tóch trekken?
Els: “In ons schoolbestuur zetelen, naast de 11 vrijwilligers, ook 2 professionele bestuurders. Op hen kan je terugvallen. Ze kennen hun vak, zijn goed bereikbaar en hebben veel nuttige contacten. Maar die mensen kan je enkel financieren door bestuurlijke schaalvergroting: onze scholenorganisatie telt 46 basisscholen, 7 secundaire scholen en 1 internaat in 4 regio’s. Elke regio heeft een eigen directieteam dat bestaat uit een algemeen directeur, een pedagogisch directeur voor elke school of graad en directieleden voor personeelsbeleid, administratie, logistiek en financiën. In plaats van de top – het schoolbestuur – steeds meer te belasten, versterken we dus de basis, de operationele directieteams als ‘tussenniveau’.”
Roger: “Naast 2 bestuurders heeft onze scholenorganisatie ook 4 stafmedewerkers in dienst. Zij ondersteunen de bestuurders op administratief vlak, volgen de boekhouding op, coördineren de AGION-dossiers en beheren de personeelsdossiers van de contractuele medewerkers. Maar het ondernemerschap blijft bewust in het directieteam: zij hebben de dagelijkse leiding in handen en vullen het pedagogisch beleid in. Scholen die nieuw zijn in de scholenorganisatie, kijken vaak verrast op: ‘Mogen wij die beslissing zelf nemen?’.”
Weten de leraren waar het schoolbestuur mee bezig is?
Roger: “Wat je niet wil, is dat leraren het gevoel krijgen dat de raad van bestuur hen niet begrijpt en beslissingen neemt zonder de school te kennen. Daarom willen we helder communiceren over onze bezigheden. Iedereen kan in het jaarverslag lezen waar we mee bezig zijn, maar doen leraren dat ook? We moeten ons afvragen hoe we ervoor zorgen dat die informatie vlotter naar de basis doorsijpelt.”
Els: “Sterke communicatie is cruciaal. Uit de zelfevaluatietool blijkt wel dat we op dat vlak nóg beter kunnen. Niet onlogisch, want we zijn de laatste jaren sterk gegroeid door fusies. Toch heeft ons schoolbestuur een gezicht. Door gesprekken met starters en door een feestelijke terugkomdag als je je 11e jaar lesgeeft. Hét moment om te vertellen over jouw kijk op de school en de bestuursleden tijdens een etentje beter te leren kennen. En ook de mensen van de vakbond, de schoolraad en bijvoorbeeld leden van de werkgroep preventie kennen de bestuurders goed vanuit overlegmomenten.”
Wil jij ook samen met je schoolbestuur evalueren hoe sterk je bestuurskracht is? Met Sterk Schoolbestuur ontwikkelde de Koning Boudewijnstichting in samenwerking met Edubron een online tool om het beleidsvoerend vermogen van je school zelf in kaart te brengen. Relevant voor elk schoolbestuur, ongeacht het onderwijsnet waartoe je behoort.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter