Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Lerend netwerk: samen vernieuwen

  • 19 maart 2019
  • 5 minuten lezen

“Stel: je wordt gedropt op een eiland met 2 collega’s en 50 kinderen om er 2 weken te co-teachen. Groepsindeling, lessenrooster, overleg, taakverdeling, gebruik van het gebouw: dat bepalen jullie zelf.” Die opdracht krijgen leraren uit Leuvense basis- en secundaire scholen vandaag in een Lerend Netwerk van SOM. Volg hun discussie mee en ontdek hoe deze vorm van kennisdelen werkt.

lerend netwerken in leuven
“Hoe kan elk kind zijn plekje vinden in een klas van 50? Hoe vinden we voldoende overlegmomenten? Kunnen we met co-teaching efficiënter werken of stijgt de stress?”

In groepje 1 zitten leraren Frankie, An en Tamara. Net als de deelnemers in de andere groepjes zoeken ze uit hoe ze het co-teachen op ‘hun’ eiland aanpakken. Tamara Dhaeze geeft Frans in GO! Campus Redingenhof, Leuven. “Zie je die witte auto daar? Die zorgt voor de klik tussen mij en mijn mannen.” Tamara houdt van blitse auto’s, en de leerlingen automechanica houden van haar.

Naast haar: An Mostmans, directeur eerste graad en leraar wiskunde in Sint-Albertuscollege Haasrode. “Ik weet wel wat over co-teaching, maar ik moet de praktijk voelen om aan beleid te werken.” Frankie Weyns is leraar in Freinetschool De Zevensprong en staat al 30 jaar in het lager onderwijs. “Als leraar heb je vaak weinig ademruimte om op al die vernieuwingen in te gaan. Ik ben heel benieuwd wat ik hier kan bijleren over co-teaching. Al is het wel een investering: het werk dat we nu zouden doen, schuift op naar vanavond. Dat is nu eenmaal zo met nascholingen na de uren.” De anderen knikken instemmend.

Samen leren, samen delen

Lore Baeyens, projectcoördinator: “SOM staat voor Samen Onderwijs Maken. Een lokaal partnerschap dat ontstond vanuit de onderwijsraad van de stad Leuven. We organiseren labo’s, korte experimenten waar we uitdagingen van het onderwijs samen aanpakken. Met lerende netwerken bijvoorbeeld, rond onderwerpen als co-teaching, startende leraren en kinderen met een vluchtelingenachtergrond. De principes achter co-teaching heb je zo uitgelegd, maar ermee aan de slag gaan is veel complexer. Wij zetten leraren op een laagdrempelige manier echt op weg om te proberen, successen en mislukkingen te delen en samen te leren. Dat we leraren uit lager en secundair én uit alle netten samenbrengen, is een grote meerwaarde. We organiseren daarnaast ook leerlabo’s waar we experten aan het woord laten.”

Oplossingen én veel vragen

“Hoe kan elk kind zijn plekje vinden in een klas van 50? Hoe vinden we voldoende overlegmomenten? Kunnen we met co-teaching efficiënter werken of stijgt de stress? Hoe hebben we oog voor de talenten van onze leerlingen én van elkaar?” Op het eiland komt de tegenstem van Frankie constructief uit de hoek. Iedereen reikt oplossingen aan vanuit zijn achtergrond. “De wiskunde neem ik wel voor mijn rekening,” laat An vallen. “Maar bij creatieve projecten sta jij beter aan het roer.” “Hoe verdelen jullie de klas in kleinere groepen”, wil Tamara weten. “Die eilandjes in je lagere school, kan dat ook bij oudere kinderen?” Ideeën borrelen op, maar 1 vraag cirkelt steeds om de discussie heen: hoe proppen we voldoende overleg in die overvolle schooldag?

Out of the box

Het drietal trekt het denkkader open. “Op dat eiland beslissen we toch zelf hoe lang een schooldag duurt? En moeten we de leerplannen wel volgen?” Een droomschool doemt op aan de horizon. Met flexibele lesuren, kortere schooldagen, gelukkige leerlingen én leraren op een ongerept eiland.

Co-teaching uittekenen op een blanco blad is verrijkend, maar het is tijd voor de volgende fase: elk groepje verlaat zijn eiland en brengt verslag uit aan de anderen. En legt zichzelf een concrete uitdaging op: een haalbare stap die je voor de volgende sessie wil nemen. Tamara stapt naar haar directeur en pleit voor een vast overlegmoment. Frankie wil de instructie bij wiskunde voor de hele groep geven voor de kinderen per niveau aan de slag gaan, ook al zijn de niveauverschillen in zijn graadklas groot.

Lore Baeyens, projectcoördinator
Lore Baeyens, projectcoördinator: “Dat we leraren uit lager en secundair én uit alle netten samenbrengen, is een grote meerwaarde.”

Kennisdelen 2.0

Het einde van de sessie nadert. Ook bedenkingen komen naar boven. “Ik had op iets meer concrete input gehoopt”, zegt deelnemer Nadine. “Misschien had ik op dat vlak andere verwachtingen dan andere deelnemers, of zitten we in een andere denkfase en zoeken we dus andere antwoorden.”

“Die opmerking duikt vaker op,” geeft Lore toe. “Toen we voor het eerst een lerend netwerk rond co-teaching startten, stond dat onderwerp maar net volop in de aandacht. Onderwijsmensen voelden aan dat het een oplossing kon betekenen voor grote klasgroepen, differentiatie en zoveel meer. Maar het aanbod met specifieke nascholingen was toen nog beperkt. We merkten dat we leraren op een laagdrempelige manier konden samenbrengen in lerende netwerken. Nu zijn de beginsituaties van de deelnemers rond dit thema uiteenlopender.”

Leraren zijn zelden vertrouwd met deze vorm van kennisdeling. Als ze tijd investeren, willen ze snel rendement zien: ‘Leg het me nu maar uit, zodat ik ermee naar mijn klas kan.’ Dan vragen we door: waarom ben je hier? Kom je uit eigen beweging? Het kost ook een zeker engagement om te experimenteren, je les eens te filmen, feedback te geven aan anderen. We leren van elkaar en maken samen onderwijs.”

“In een lerend netwerk kan je op een veilige manier vernieuwen. Je komt in contact met gelijkgestemden uit andere scholen die, net als jij, vooruit willen. Je laat je traditionele denkkader en de context van je eigen school los. En je geeft elkaar de energie om in je eigen school vernieuwing te lanceren.”

Frankie, An, Tamara en de andere deelnemers gaan naar huis. Met hier en daar een antwoord, maar met nog meer vragen. Met vanavond nog wat inhaalwerk voor de boeg. En met de missie om dat droomeiland vorm te geven in hun eigen school.


Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter