Duiding
En waarom word jij geen schooldirecteur?
“Directeur worden? Leraren denken daar nauwelijks over na, ook als ze wel de capaciteiten hebben”, zegt Hannelore De Greve, onderzoeker en lector aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen. Om de interesse voor de job van directeur te verkennen, pleit ze voor stages en meer gedeeld leiderschap.
Je bevroeg 127 leraren via een online vragenlijst en interviewden 42 leraren in basisscholen rond hun potentieel schoolleiderschap. Wat valt op?
Hannelore De Greve: “Leraren beseffen slechts in beperkte mate dat ze directeur kunnen worden. Pas tijdens onze interviews realiseerden sommigen zich dat voor het eerst. Ambitie is een vies woord in onderwijs. Op dit moment is de perceptie: directeur worden is een geweldige sprong in het diepe, zonder bandjes. Eens je in het water ligt, pompen ze die stilaan op. Er zijn trajecten, maar die starten doorgaans pas als je al directeur bent.”
“De grootste reden waarom leraren geen directeur willen zijn, is niet de negatieve beeldvorming, maar omdat ze hun klas niet kunnen achterlaten. Hun passie is werken voor en met kinderen. Een leraar zei: ‘Ah ja, directeur word ik als ik 55 ben, wanneer 8 uur per dag lesgeven aan kinderen te zwaar wordt. Ik pers er dan de laatste 10 jaar nog alles uit tot aan mijn pensioen, als directeur.’ Vreemde redenering, toch?”
“Andere struikelblokken zijn het papierwerk, de werkdruk en vele vergaderingen. Veel leraren missen de ambitie tout court en kijken op tegen de grote verantwoordelijkheid.”
“Ook de schoolcontext speelt een rol. Is de directeur goed bezig, dan schatten leraren hun eigen potentieel lager in. Hebben ze een directeur die veel kritiek krijgt? Dan stijgt hun zelfbeeld en schatten ze hun eigen capaciteiten hoger in. De zelfinschatting van leraren is kneedbaar en dynamisch. Dat biedt mogelijkheden als je leraren wil opleiden tot directeur.”
Wat vinden leraren belangrijke competenties voor een directeur?
Hannelore De Greve: “Daadkracht staat op één. Achter dat talent schuilt ook zelfvertrouwen, knopen doorhakken, moeilijke beslissingen nemen. Sommige leraren zeggen: ‘Ik kan geen goede schooldirecteur zijn, want beslissingen nemen en beseffen dat je niet voor iedereen goed kan doen, vind ik moeilijk.’
Leraren geven ook aan dat ze eerst willen groeien als leraar voor ze denken aan een volgende stap in hun carrière. Een goede directeur moet volgens leraren niet alleen daadkrachtig zijn maar ook goed kunnen luisteren, sterk communiceren en organiseren. Bovendien moet hij empathie hebben én een eerlijke mens zijn.”
Hoe moeten scholen de aanwerving van directeurs aanpakken?
Hannelore De Greve: “Scholen sporen geen talenten op, investeren onvoldoende in loopbaanbegeleiding. En wat met HR? Er zijn weinig manieren om bij de leraar te checken: schooldirecteur worden, is dat iets voor mij? Leraren hebben te weinig zicht op mogelijke stappen om hun interesse voor de directiefunctie te verkennen.”
“Waarom geven we de directeur geen mandaat voor 4 of 6 jaar? In die tijd kan je je eigen project vormgeven en afbakenen, een beetje zoals onze ministers. Die beperking in tijd maakt het ook een minder grote sprong voor de rest van je carrière. Je weet: ik kan terug naar wat ik graag doe, voor de klas staan.
Het voordeel voor de school is dat er vernieuwing mogelijk is. En schoolontwikkeling krijgt meer ruimte. Een nadeel kan zijn dat je telkens weer iemand de tijd moet geven om opnieuw in te werken. Waarom is er geen inloopperiode? De leraar loopt dan stage bij een directeur, als tussenstap.”
“We zien ook wel evolutie en potentieel in het gedeeld leiderschap. Daarmee verhoog je het beleidsvoerend vermogen van scholen. Niet alleen de directeur moet goed communiceren, maar ook zijn leraren of secretariaatsmedewerkers. Samen verantwoordelijk voor het beleid. In zo’n school ontdek je wellicht meer welke leiderschapscompetenties je bezit.”
“Die aanwervingspistes zijn wel nog heel voorlopig. We onderzoeken dat aspect dieper in een volgende fase.”
Waarom leraren geen schooldirecteur willen worden? 5 belangrijkste redenen
- Passie voor lesgeven: liever voor de klas blijven staan, met kinderen werken
- Te veel administratie, bureauwerk en vergaderingen
- Geen interesse of ambitie
- De grote verantwoordelijkheid
- De werkdruk
Hannelore De Greve, Roel Thyssen en Kim Bellens van de Karel De Grote Hogeschool Antwerpen zetten hun onderzoek verder en kijken met welke acties meer leraren basisonderwijs zichzelf als potentieel schooldirecteur zien.
Log in om te bewaren
Yves Demaertelaere
17 december 2019Goede insteek. Het is opvallend dat een directeur aan het hoofd van de school moet staan om te organiseren, knopen door te hakken, problemen op te lossen,... Het lijkt vooral een oud beeld van organisatieontwikkeling en leiderschap. Dit leert me dat we - bij vorming van leerkrachten - meer moeten investeren in een integrale kijk op schoolontwikkeling. Men organiseert de school teveel zoals men gewoon is. Leiders geven autonomie, vertrouwen, creëren (emotionele) verbinding, zoeken draagvlak voor visie, maken teams,...
Wim Van Nieuwnehuize
18 december 2019Met Katholiek Onderwijs Vlaanderen gaven we in de 5 regio's in 2019 telkens 2 sessies van 2 uur aan leerkrachten basis- en secundair onderwijs die overwegen om leiderschap op te nemen, dit onder de titel "Oriënteren op gedeeld leiderschap". Via reflectieve vragen, coachoefeningen en inhoudelijke input konden de deelnemers bij zichzelf nagaan of schoolleiderschap iets voor hen is. Alvast een stap in de goede richting om beginnende directies niet voor de leeuwen te gooien!
veerle
8 januari 2020Er zijn veel leerkrachten met leiderstalenten, maar misschien moet er een goede introductieopleiding komen waarin men een duidelijk beeld kan krijgen van wat deze toch wel veeleisende job inhoudt. Nu moet men vaak eerst een traject van ongeveer twee jaar doorlopen dat men 'talentenwerf' noemt en daarbij erg afhankelijk is van de kansen die de eigen directie wil geven. Ik vraag me af of men de talenten ziet, hoe men kijkt en of men alle geïnteresseerden dezelfde kansen gunt. Ik zie toch ook vaak gewoon dat handigheid in schadelijke organisatiepolitieke spelletjes soms verward wordt met leiderstalent.
Laat een reactie achter