Vlaanderen
Klasse.be

Video

“Beweeg meer en activeer je hersenen”. Zo begin je aan bewegend leren

  • 18 maart 2021
  • 4 minuten lezen

In de basisschool zitten leerlingen 39% van de dag op hun stoel. In het secundair liefst 51%. “Door ze te laten bewegen tijdens de les zet je niet alleen in op hun gezondheid, maar activeer je ook hun hersenen”, zegt onderzoeker Gert Muylle (Howest). In basisschool TipTop is bewegend leren standaard in elke klas.

(Lees het interview met Gert Muylle onder de video)

Bekijk de video: Bewegend leren in de basisschool

Bewegend leren, is dat gewoon leuk, of echt wel belangrijk?

Gert Muylle: “Als je even stilstaat bij de bewegingscijfers van Vlaanderen, zie je dat de kinderen dramatisch weinig bewegen. Een groot deel van de tijd op hun zitvlak, zitten ze op de schoolbanken. Als leraar heb je de kans om iets te doen aan dat sedentair gedrag. Beweging is niet alleen belangrijk voor de gezondheid, maar ook voor de ontwikkeling. Want het is een motor om de hersenen te activeren.”

“Zowel fysiek als cognitief biedt bewegend leren dus een meerwaarde. Vooral bij cognitief minder sterke leerlingen boek je er leerwinst mee, blijkt uit eerder onderzoek. Bij de sterke leerlingen zien we weinig verschil.”

“Het is ook geen wondermiddel voor álle leerlingen. Sommige leerlingen geven aan dat ze zich moeilijk kunnen concentreren door het lawaai en de drukte die bewegend leren soms met zich meebrengt. Door goede afspraken en klasmanagement tijdens de actieve werkvormen, en door voldoende afwisseling, kom je iedereen tegemoet.”


Kinderen tussen 6 en 12 zitten gemiddeld 7 uur per dag

Waarom is nog niet elke leraar met zijn klas aan het bewegen?

Gert Muylle: “Leraren zien heel wat barrières om effectief de stap te zetten naar een bewegende les. Bijvoorbeeld een gebrek aan ruimte. Maar het kan eenvoudiger, met een werkvorm waar leerlingen gewoon van hun stoel komen. Zonder echt intensief te gaan bewegen.”

“En eens ze de noodzaak inzien, is de eerste drempel al overwonnen. De praktische aanpak is de volgende grote stap. Want als je iets in beweging wil doen, is het ook aangeraden om voldoende kennis te hebben over beweging. Als de beweging te intens of te moeilijk is bijvoorbeeld, kan dat net nadelig zijn voor de leerstof die je wil aanbrengen.”

“Ik raad daarom aan om samen te werken met je leraar lichamelijke opvoeding. Die zou een trekker moeten zijn op vlak van beweging in al haar facetten. Niet enkel in de les L.O. Iemand bij wie je kan aankloppen om je les vorm te geven. En een L.O.-leraar is ook sterk in de organisatie en instructie van een bewegingsles: hoe gebruik je de tijd van je les optimaal om in beweging te zijn? In basisschool TipTop uit de video is juf Dorien mentor bewegend leren. Leraren kunnen altijd bij haar terecht om hun lessen samen voor te bereiden. Een uitstekend voorbeeld.”

Maarten Vansteenkiste over motivatie bij leerlingen
Gert Muylle, Howest: “Als je de noodzaak van bewegen inziet, is de eerste drempel al overwonnen.”

Kan je bewegend leren toepassen in elke les?

Gert Muylle: “Vooral wiskunde scoort positief, blijkt uit onderzoek. Bij taal- of andere vakken is het effect minder bewezen. Maar in principe is het bij heel wat leerstof mogelijk. Er zijn zoveel ‘saaie’ oefeningen die leerlingen moeten maken. Wees creatief en ga daarmee aan de slag. De motivatie van je leerlingen zal in elk geval de hoogte inschieten.”

“De literatuur zegt dat bewegend leren vooral loont om de leerstof in te oefenen. Maar in ons Vital Schools-onderzoek zien we toch ook dat we er succes mee boeken in de instructiefase. Zo kan je de brug van 10 naar 20 in het eerste leerjaar goed aanbrengen door de leerlingen te laten springen op de speelplaats.”

Kan je als individuele leraar beginnen met bewegend leren?

Gert Muylle: “Als je impact wil hebben op lange termijn is het belangrijk dat iedereen mee is in het verhaal: de directeur, je collega’s, de ouders en ook de leerlingen zelf. Zij zijn ontzettend vindingrijk. Laat ze meedenken over de aanpak van je les en het draagvlak is zoveel groter.”

“Wanneer je een reken- of taaloefening in openlucht doet, hoef je die ook niet meer in te vullen in het werkboek. Een bewegende les vervangt de oefening, ze komt er niet bovenop. Laat dat ook weten aan de ouders. Wanneer ze een blanco pagina zien, beginnen ze zich vragen te stellen. Een stempeltje kan dat makkelijk oplossen.”


2,4 procent van de kinderen tussen 10 en 13 jaar heeft genoeg dagelijkse beweging.

Lukt bewegend leren even goed in het secundair?

Gert Muylle: “In het secundair is de noodzaak nog groter. Maar helaas zijn de drempels ook hoger. De onderwijscultuur is daar nog veel meer eentje van stilzitten. De leerinhouden worden ook abstracter en moeilijk om te vormen naar een bewegende les. En de tijdsdruk is veel groter. Met een 1-uursvak en examens die om de hoek loeren is het niet evident om de stap te zetten. Maar wel de moeite waard.”


Gert Muylle gaf 23 jaar lichamelijke opvoeding in de basisschool. Hij is lector bewegingsopvoeding in de lerarenopleiding kleuter- en lager onderwijs van Howest. In Vital Schools onderzoekt hij hoe samen met collega Dave Brunet we meer beweging kunnen toepassen in de lespraktijk.

Tim Paternoster

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


G

Gretl Van Ourti

19 maart 2021

Hallo,
Dit artikel trok mijn aandacht. Ik sta ongeveer dertig jaar in het hoger onderwijs, als lerares Japans. Ik voel goed aan wat u zegt. Voor mijn lessen (blokken van 2 uur) ben ik op een bepaald moment overgeschakeld naar lesgeven in een meer open ruimte, de banken en stoelen in een U vorm waardoor we makkelijk kunnen afwisselen tussen staande en zittende oefeningen. Of dit echt bijdraagt aan het leren van de taal? Dat weet ik niet. Maar er komt wel meer energie vrij in de klas.

Reageren
B

Barry

21 maart 2021

Heel trots op dit artikel. Dank je Tim

Reageren

Laat een reactie achter