Zo doen zij het
Klaar voor het eerste leerjaar? Schoolrijpheid evalueren start al in de peuterklas.
Evalueren of kleuters de doelen halen? Volgens de onderwijsinspectie loopt dat in een kleine helft van de scholen nog niet goed genoeg. Silvia en Nathalie van GBS De Letterbijter werken met collega’s aan een visie en een functioneel systeem. Schoolpsycholoog Jantine Spilt (KU Leuven) analyseert hun aanpak en geeft tips.
Splits doelen in tussenstapjes
Silvia Lozano: ‘‘Met het hele kleuterteam, het zorgteam en de directie spitten we doelen voor de verschillende kleuterklassen uit, 1 à 2 middagen per week. Bijvoorbeeld: ‘Het kind heeft vertrouwen in zichzelf’ of ‘Het kind kan luisteren naar een verhaal’: wat betekent dat voor jou? Dat is intensief, maar zo weten we precies wát we evalueren en hoé we opbouwen. ”
“We bespreken ook wat er voorafgaat aan een doel: stilzitten en alle aandacht naar de juf richten is nodig om te kunnen luisteren. Een klasgenootje stimuleren om mee te luisteren of begrijpen wat de juf zegt, zijn de volgende stappen. In de peuterklas volstaat het dat het kind je begrijpt, in de eerste kleuterklas moet een kleuter in eenvoudige woorden kunnen herhalen wat je zegt.”
Jantine Spilt: “Schoolteams hebben wat vrijheid om de leerdoelen voor het kleuteronderwijs volgens hun professionele oordeel in te vullen. Afstemmen over die doelen vraagt in het begin veel werk, maar is belangrijk voor je aanpak in de klas. Als een kind een verhaal moet begrijpen, hoe lang of complex moet dat verhaal dan zijn? Als je herhaalde metingen wil doen en een groeipad wil uittekenen, dan moet je ook de tussenstapjes naar het einddoel vastleggen. Deze school doet al mooie inspanningen.”
Volg het groeipad van het kind
Nathalie Vanderzeypen: “Vroeger duidde ik veel rood of oranje aan in mijn observatieschema. We hebben veel anderstalige kinderen en in de peuterklas duurt het even voor ze de taal onder de knie hebben. Ik werd ongelukkig van dat strakke oordeel ‘ze beheersen de doelen niet’. In ons nieuwe systeem is er meer ruimte voor nuance: naast het kindvolgsysteem noteren we wekelijks in een excelsheet onze observaties voor 3 doelen per kind.”
“Groen betekent dat het kind het doel behaald heeft, maar je kan een doel ook even blanco laten tot het kind meer oefenkansen heeft gehad. Of je kan commentaar noteren: ‘het kind begrijpt de vraag maar antwoordt nog in het Frans’, bijvoorbeeld. De zorgleraar kijkt mee in die excel. Ziet zij dat er veel kinderen uitvallen voor een doel, dan werkt ze een activiteit uit en neemt ze die kinderen eens apart.”
Jantine Spilt: “Vaak wordt het ontwikkelingsniveau van kleuters geëvalueerd met behulp van normgebaseerde voortgangstesten. Een belangrijke aanvulling op deze vorm van evalueren is het systematisch opvolgen van het groeipad van kleuters door regelmatige observaties. Deze school heeft hier een mooi observatiesysteem voor ontwikkeld waarin wekelijks notities gemaakt worden.”
“Op die manier evalueer je ook je eigen onderwijs. Je kijkt: ‘Wat is de respons van dit kind op wat ik aanbied? Geef ik het kind daarmee voldoende oefenkansen?’ Dat doet deze school prima: de zorgleraar organiseert een extra activiteit als een kind uitvalt voor een doel. Met metingen kan je opvolgen of die remediëring werkt, indien nodig bied je nog meer oefenkansen of varieer je in het format van je les, bijvoorbeeld: werkt individuele instructie beter of voer je op tijd preteaching in met bepaalde kinderen?”
Speel in op ongelijke beginsituaties
Silvia Lozano: “Een kleuter moet een instructie van 2 stappen kunnen herhalen en uitvoeren. Maar sommige kleuters begríjpen de instructie nog niet. Van die verschillende beginsituaties vertrekken we om meer oefenkansen te bieden. Soms nemen we ook een groepje apart om te preteachen vóór we een thema met de hele klas aansnijden.”
“We prikkelen de kleuters met sterke impressies: filmpjes van de juf, uitstappen, een expert in de klas, prentenboeken … Van hieruit gaan we mindmappen om de voorkennis van de kleuters op te halen bij een thema. Eerst noemt een taalzwakker groepje de woordenschat die ze al kennen, daarna mogen sterkere groepjes aanvullen. Soms maken we homogene groepen, soms mixen we taalsterke en taalzwakke kinderen. We lezen veel voor en praten zelf veel tijdens de les. Zo pikken de kinderen de taal sneller op.”
Jantine Spilt: “Heel fijn dat deze leraren rekening houden met ongelijke beginsituaties. Een Amerikaanse juf hoorde dat maar 2 kleuters in haar klas al met de trein hadden gereisd. Daarom ontwierp ze het spelthema reizen met de trein samen met de kleuters door eerst een virtuele roadtrip te bekijken, zodat alle kinderen daarna ideeën konden inbrengen voor het ontwerp van de speelhoek, de speelattributen, en het spelscenario. Kinderen met honden weten precies hoe je die huisdieren verzorgt. Anderen kunnen beter participeren in een speelthema over huisdieren als je vooraf een prentenboek over honden voorleest, of via een demonstratiespel. Er zijn best wel wat thema’s die je zo gedifferentieerd kan inleiden, rekening houdend met ieders voorkennis.
Steek niet al je tijd in observeren
Silvia Lozano: “Het kindvolgsysteem is een spiegel van het kind: op het einde van het jaar zie je of het klaar is om te functioneren in de volgende klas. Daarnaast voeren we wekelijks onze observaties in in een gedeelde excel-file. Dat is veel papierwerk, we tasten nu af of het praktisch haalbaar blijft. In de klas schrijf ik dingen op om ze daarna in excel in te voeren.”
Jantine Spilt: “ De balans vinden tussen een goed opvolgsysteem en overbelasting is een evenwichtsoefening. Het is belangrijk dat je nog voldoende rust en ruimte hebt om in interactie te gaan, vooral met anderstalige kinderen. Je kan niet al je energie stoppen in dat observatiesysteem. Maar na een aantal jaren van uitgebreid noteren en gegevens inputten, zal je het nieuwe systeem waarschijnlijk kunnen optimaliseren. En naarmate je er meer vertrouwd mee wordt, vraagt het minder tijd.”
Doorkleuteren is niet altijd de oplossing
Nathalie Vanderzeypen: “Onze excel-sheet is een werkinstrument voor onszelf. We vullen er het Kindvolgsysteem mee aan, maar we leggen het niet voor tijdens oudercontacten. Het Kindvolgsysteem met de basisvoorwaarden, de brede ontwikkeling en de competenties van het kind, gebruiken we soms wel bij een oudercontact. Indien de doelen over de hele lijn blanco blijven – en dus op het einde van het schooljaar niet bereikt zijn, kunnen we dat aan de ouders tonen. Maar de kleuters krijgen geen rapport of diploma. Ook kleuters laten zittenblijven, doen we niet snel.”
Jantine Spilt: “Als kleuters dubbelen, bestaat het risico dat ze een jaar meer van hetzelfde krijgen met dezelfde leraar, dus minder stimulansen. Ze belanden in een klas met jongere kinderen die op een zelfde of lager niveau zitten dan zijzelf. Terwijl het net voor kwetsbare kinderen opbrengt om kinderen rond zich te hebben die net iets meer kunnen.”
“Uit onderzoek weten we dat veel kleuters die de doelen niet bereiken en toch doorstromen naar het eerste leerjaar, verder een goede loopbaan afleggen met wat extra hulp in de eerste leerjaar. Vergeleken met kinderen die een jaartje doorkleuteren, lopen de doorstromers minder risico om in het buitengewoon onderwijs te belanden. Maar: ongeveer 30% kinderen moet daarna toch het eerste leerjaar dubbelen. En dat valt dan weer nadeliger uit voor hun prestaties en welbevinden dan dat ze de derde kleuterklas overdoen.”
Log in om te bewaren
Joeri Sterckx
27 mei 2021Zo'n mooi artikel! Dankjewel aan team GBS De Letterbijter dat ik jullie mocht begeleiden in dit proces. Jullie kijken met een ontwikkelingsgerichte bril naar jullie kleuters. #trots
Hanne Vangeneugden
3 juni 2021Mooi artikel! Doelgericht werkinstrument. Super!
Laat een reactie achter