Onderwijs is als een dienblad: je kan geen glazen blijven bijsteken. De Nederlandse basisschool Alan Turing maakt daarom scherpe keuzes op basis van het schoolconcept. De school zet het vakmanschap van leraren centraal en houdt vast aan 10 ambities. Niet meer.
“6 jaar geleden won ik samen met collega Martin Bootsma een wedstrijd voor een nieuw schoolconcept in Amsterdam. Van scratch een school starten, lukte toen niet. We kregen wél de kans om onze koers in een bestaande school uit te stippelen. Basisschool De Pool was het noorden kwijt. Rekenen en taal zaten in het slop, leerlingen maakten het bont, leraren twijfelden aan zichzelf. Daardoor kampte de school met een belabberde reputatie en haalden hoogopgeleide ouders hun kinderen weg.”
“We hebben eerst lange uren met iedereen gepraat. ‘We willen focussen op de kern: sterk lees- en rekenonderwijs, kennis van de wereld. En we kiezen voor het directe instructiemodel. Zie je dat zitten?’ Anders zoekt het bestuur een nieuwe school voor je. Maar alle leraren engageerden zich. Tijdens die doorstart doopten we De Pool om tot de Alan Turingschool, naar de veelzijdige wiskundige en computerpionier die veel meer dan pakweg Steve Jobs een schoolconcept verdient.”
Werkgeluk en vakmanschap
“We bouwden aan een heldere visie op onderwijs: werkgeluk en vakmanschap van leraren centraal. Mijn ervaring: als een klas onder de maat presteert, betekent dat slechts bij heel hoge uitzondering dat je met de leraar niets aan kan. Akkoord, een schoolcultuur kan je in een negatieve spiraal duwen, waardoor je je deur sluit voor collega’s en het leren in je klas stilstaat. Maar als de directeur een uitweg biedt, grijpen leraren die. Elke leraar wil zijn leerlingen goede lessen voorschotelen. Alleen missen ze soms structuur, kennis of zuurstof.”
“Daarom vulden we het koffertje van onze leraren met het juiste gereedschap. Met vormingen over effectieve leerstrategieën en directe instructie. Dan voelt iedereen: ik heb de kennis en kunde om op niveau les te geven. Als leraren tijd krijgen om op hun vak te focussen en om samen te werken, profiteren leerlingen daarvan. Gelukkige, zelfzekere leraren zijn dé sleutel tot onderwijskwaliteit.”
“En loopt een leraar toch even vast door een hoge concentratie leerproblemen of een onstuimige klas? Dan zit er rond je een schil met expert-leraren, zorgcollega’s of directeur om je te ondersteunen. Nooit sta je er alleen voor.”
Geen kasten vol papier
“We werken hard maar houden hoge werkdruk buiten. Zinloze vergadertijd en administratie die niet bijdragen aan je lessen gingen eruit. Waar je als directeur een hekel aan hebt, moet je je team niet opleggen. Die fout maakte ik in mijn vorige school. Inspecteurs monsterden die als zwak. Dan laat je als nieuwe directeur haast automatisch alles krampachtig vastleggen op papier. Want als de inspectie passeert – en die liep onze deur plat – wil je feilloos verantwoorden wat je doet. Maar eerlijk: zo prop je kasten vol papieren, maar niemand die achteraf de deuren nog opentrekt.”
“We vergaderen best veel over onze vakken of leerdoelen. Altijd met de juiste mensen aan tafel. Met de leraren onderbouw doorlopen we momenteel een traject over klankbewustzijn. We ontwerpen lessen, observeren bij elkaar en zoeken samen uit hoe het beter kan. Intensief, zinvol én altijd tijdens de schooluren. Maar om te beslissen of kinderen met een harde of zachte bal voetballen of waar we paaseieren verstoppen, boeken we geen vergadering in. Dat kan je me mailen. Of in een groepsapp gooien.”
Scholen zijn dienbladen
“Een school is als een dienblad waar maximaal 10 glazen op kunnen. Enkele klassiekers en een paar waarmee je een onderscheidend schoolconcept tekent. Zoals je keuze voor een bepaald instructiemodel, je omgang met leerlingen. Dat dienblad staat voortdurend onder druk. De maatschappij reikt nieuwe glazen aan, maar beseft onvoldoende dat je volle glazen niet kan stapelen. Onlangs namen we deel aan het fietsexamen. Best gênant voor mij en de ouders: enkele leerlingen geraken geen meter vooruit. Maar moet een school zich daarvoor verantwoordelijk voelen?”
“Het is simpel. In elk glas op je dienblad moet je voldoende tijd stoppen. Daarom happen we niet toe op alle suggesties in onze mailbox. Een bedrijfsbezoek? Een gratis museum met gids en bus? Als het niet in onze kernambities past, zeggen we: ‘Leuk idee, maar dat gaan we niet doen.’ Niet dat we ons opsluiten op school. Maar we kiezen heel bewust buitenschoolse activiteiten. Voor mijn eigen kinderen kan ik dat nog wel compenseren met een bijlesinstituut. Maar de toekomst van veel leerlingen op onze school hangt echt af van die 5 lesuren per dag. Dan kan je daarvan geen minuut verspillen.”
“Ook hypes als extreme zelfsturing laten we voorlopig passeren. We denken liever in lange termijn dan in trends. Niet: ons taalonderwijs zit goed, het glas kan eraf. Klopt niet. Taal blijft op dat dienblad. We zullen er altijd voldoende uren tegenaan gooien. Net als voor rekenen, kennis van de wereld, goed omgaan met elkaar. 4 ambities die veel aandacht verdienen én lesuren krijgen. We willen niet dat onze leerlingen slecht lezen, of glazig staren bij termen als democratie of Tweede Wereldoorlog.”
Leren op je handen zitten
“Onze aanpak begroten op 10 glazen of ambities houdt me als directeur bij de les. Zeker als het lekker loopt, voel je je als leidinggevende een beetje overbodig. Dan sluimert een verslavend gevoel naar vernieuwing. Maar daarmee help je je school geen stap verder. Schoolteams moeten leren om op hun handen te zitten. Durven op lange termijn te denken, want een aanpak verfijnen is vaak een betere vernieuwing dan plotsklaps het roer radicaal omgooien zonder het probleem goed te onderzoeken.”
“Niet dat we nooit vernieuwen. Vakmensen moet je de kans geven om nieuwe kennis te creëren. Alleen: innovatie komt niet in een vingerknip. Het kost 3, 4 jaar om een aanpak of concept goed in de vingers te krijgen. We onderschatten dat gigantisch. Dat merkten we toen we 5 jaar geleden voor directe instructie kozen. Het model staat niet ter discussie maar vraagt wel onderhoudstijd door klasbezoeken, training en overleg.“
E-book ‘Onderwijsinnovatie’
Je school is een bord spaghetti. Trek aan 1 sliert en alles komt in beweging. Lees eerlijke verhalen van schoolteams over de ups-and-downs van hun traject. En pluk 6 adviezen die jouw verandering vorm geven.
“Voor belangrijke processen die op school onvoldoende vaak voorkomen om routine te zijn, ontwikkelden we kwaliteitskaarten vanuit het perspectief van de leraar. Die helpen hen om rapporten te schrijven, een pestprobleem aan te pakken of om te beslissen of een kind versneld doorschuift naar een hoger jaar. Die richtlijnen heb je maximaal 2 of 3 keer per jaar nodig. Ze telkens opzoeken of -vragen kost tijd en energie.”
“Kwaliteitskaarten zijn standaarden die voorkomen dat kennis verdampt op school. Maar ze maken van mijn leraren geen robotten. Ze laten veel ruimte aan onze leraren om professionele keuzes te maken. Je moet niet altijd alle stappen door die bijvoorbeeld op de kaart klankbewustzijn staan. Je blijft wie je bent, je persoonlijkheid is een onvervangbare plus. Maar je moet wel kunnen uitleggen waarom je bepaalde keuzes maakt.”
“Bovendien: in een sterke school spreken ouders eerst de leraren aan. Dan is het fijn als je zonder spat twijfel of hulplijn naar de directeur kan vertellen of de nieuwe partner welkom is op een ouderoverleg. Gewoon even de kaart ‘Omgaan met echtscheiding’ scannen. Zo vermijd je dat leraren weliswaar over hetzelfde spreken, maar toch naast elkaar praten. Als ouders weten: in dit team spreken leraren dezelfde taal, dan spelen ze ons nooit uit elkaar. Op die manier ontzorgen we onze leraren.”
“Het werkt. 90% van onze leraren ervaart veel respect van ouders. Daarmee scoren we ontzettend hoog. Onze communicatie is helder, warm en eenduidig. Als directeur neem ik daarin mijn aandeel op. Door boodschappen meermaals mee te geven. Onderaan een nieuwsbrief verschijnt een paar keer: we zijn een gezonde school. Waarom kiezen we daarvoor? Wat kan je zelf doen? Check deze website met ideeën voor gezonde traktaties. En als ouders een vraag hebben, gaan we er niet vanuit dat ons antwoord volstaat. We checken achteraf altijd of alles goed afgehandeld is.”
Identieke klaslokalen
“Ook in de klas trekken we aan één zeel. Leraren werken allemaal met directe en verlengde instructie, stellen dezelfde hoge gedragseisen. Zo krijgen leerlingen allemaal dezelfde kansen. En leraren kunnen makkelijk elkaars lessen overnemen. Geen kind dat moppert: ‘Onze juf doet dat totaal anders’.”
“Best veel kinderen sukkelen met prikkels, ook in het gewone onderwijs. Daarom lijken onze klaslokalen op elkaar. Mooie, goed gestructureerde klassen met rustige muren doen ze goed. Banken in dezelfde opstelling, dagplanning met leerdoelen vooraan, leesmuur achteraan. Daarop zie je in een oogopslag welke boeken de leerlingen lezen. We prikken er een analyse of een emotiegrafiek van een personage onder.”
Erkende ongelijkheid
“Hoe uniform we ook werken, in ons team erkennen we wel ongelijkheid. Wij draaien niet rond de hete brij: sommige leraren hebben meer kennis van rekenen of taal. Die krijgen mandaat, tijd, ruimte om als expert-leraar collega’s beter te maken. Die talenten stappen vaak uit onderwijs omdat ze op school niet kunnen wortelen of doorgroeien. Op school is iedereen belangrijk, maar niet iedereen is gelijk.”
“Mijn collega Martin liep daarop vast in zijn oude school. Hij is een kneitergoede leraar die alles weet over jeugdliteratuur. Zijn directeur had dat snel in de smiezen, vroeg hem om acties op te starten rond lezen, maar gaf hem daar geen officieel mandaat voor. Dat bracht Martin in een lastig parket: hij was gelijk aan zijn collega’s maar eigenlijk ook niet. Dan accepteren sommige leraren je marsrichting, maar andere zetten de hielen in het zand. En Martin? Die trok de deur achter zich dicht en richtte samen met mij de Alan Turingschool op.“
“Met die erkende ongelijkheid mikken we echt op expertise. Minder op levensfases. Maar daarmee houden we sowieso rekening. Tijdens corona zaten jonge mama’s uit mijn team thuis met 3 kleuters rond hun rokken. Dan zag je hoe het team mooi in elkaar schoof en de sterkste schouders meer druk torsten. Als je voortdurend op professionaliteit en werkgeluk inzet, gebruiken leraren geen weegschaaltjes. Dan vertrouwen ze elkaar: ‘Ik begrijp dat je nu wat minder tijd hebt, maar weet ook dat je later wel weer bijspringt.”
Klassewerkplek
“Onze aanpak levert mooie resultaten af. Die willen we vasthouden. Daarin ben ik datagestuurd. Niet om leraren af te rekenen, wel om de knop te zoeken waaraan we moeten draaien om onze processen nog te verbeteren. Zoals toen uit de CITO-toetsen bleek dat twee klassen er wat onderuit zakken voor rekenen. Dat ligt niet aan de leraren, weet ik. Maar blijkbaar profiteren bepaalde groepen minder of trager van ons standaardaanbod. Dan laten we de methode even los voor remediëringsoefeningen en herhalen we de basis.”
“Maar meer nog kies ik voor directe feedback: ‘Ik zag je bezig. Sterk, maar waarom doe je dat zo? Als ik door de gangen loop, haal ik mijn hart op: die kindergezichten, die lesgeluiden, die energie van onze leraren. Als meer mensen dat zouden zien, hadden we geen lerarentekort. De maatschappij doet soms minnetjes over onderwijs. Ten onrechte, leraren doen er echt toe. Mijn rol: hard werken om ze gelukkig te maken. Want we lopen altijd dagkoersen. Onderwijs is een prachtige maar kwetsbare sector: een leerling kan ziek worden, een leraar overwerkt, een ouder ontevreden.”
“Onze school kreeg tijdens corona opnieuw het label Klassewerkplek. Een initiatief van Paul Baan. Die voelde een late liefde voor onderwijs, verkocht zijn succesvolle ICT-bedrijf en trok als zij-instromer de basisschool in. Daar begon hij na te denken over het lerarentekort. Zijn steen in de vijver: de oprichting van ‘Klassewerkplek’ dat basisscholen beloont die inzetten op het werkgeluk van hun leraren. Dat we daarin uitblinken, doet ons deugd. Het bewijst dat we aandacht hebben voor veel meer dan alleen de cognitieve prestaties van onze leerlingen.”
Gelezen en goedgekeurd. Dit opiniestuk verwoordt vrij goed wat we de voorbije decennia in Onderwijskrant omtrent degelijk onderwijs propageerden. (zie: www.onderwijskrant.be)
Sterk reken- en leesonderwijs, directe instructie, geen zinloze vergaderingen en geen overbodige administratie. Dit hadden wij in Vlaanderen 25 jaar geleden. Maar blijkbaar was dit niet goed genoeg en moest alles anders. Met alle gevolgen van dien : een lerarentekort en dalend kennisniveau van onze leerlingen. Jammer dat men blijkbaar nu pas tot inzicht komt.
Als ouder zou ik dit vandaag de dag ook graag zien. Lijkt me fijn voor zowel leerlingen, leerkrachten, directie en ouders. Ik vraag me wel af of ze daar ook in alle lessen invulboeken gebruiken.
Dit model zie ik als degelijk onderwijs waar we in Vlaanderen idd van afstapten, maar de gevolgen zijn wel voelbaar. Een zekere zelfsturing is leerrijk, maar respect en discipline horen ook nog thuis in het onderwijs. De leerlingen moeten het niet allemaal zelf uitzoeken, instructie is voor velen heel belangrijk. Bij het lezen van het artikel voel ik zo de rust er vanaf stralen....
Raf Feys
22 september 2021Gelezen en goedgekeurd. Dit opiniestuk verwoordt vrij goed wat we de voorbije decennia in Onderwijskrant omtrent degelijk onderwijs propageerden. (zie: www.onderwijskrant.be)
An
23 september 2021Sterk reken- en leesonderwijs, directe instructie, geen zinloze vergaderingen en geen overbodige administratie. Dit hadden wij in Vlaanderen 25 jaar geleden. Maar blijkbaar was dit niet goed genoeg en moest alles anders. Met alle gevolgen van dien : een lerarentekort en dalend kennisniveau van onze leerlingen. Jammer dat men blijkbaar nu pas tot inzicht komt.
Katrin
27 september 2021Als ouder zou ik dit vandaag de dag ook graag zien. Lijkt me fijn voor zowel leerlingen, leerkrachten, directie en ouders. Ik vraag me wel af of ze daar ook in alle lessen invulboeken gebruiken.
Veerle
25 augustus 2022Dit model zie ik als degelijk onderwijs waar we in Vlaanderen idd van afstapten, maar de gevolgen zijn wel voelbaar. Een zekere zelfsturing is leerrijk, maar respect en discipline horen ook nog thuis in het onderwijs. De leerlingen moeten het niet allemaal zelf uitzoeken, instructie is voor velen heel belangrijk. Bij het lezen van het artikel voel ik zo de rust er vanaf stralen....
Laat een reactie achter