Zo doen zij het
8 tips voor een warm schoolklimaat en minder pesten
In basisschool De Toverboom in Geel voelen de leerlingen zich goed in hun vel. Ze krijgen er veel verantwoordelijkheid, vertrouwen en de kans om hun talenten te ontdekken. Dankzij het warme schoolklimaat krijgt pesten bovendien weinig kans. Hoe ze dat aanpakken?
1. Maak geen antipestplan
Directeur Gunther Wens: “Enkele jaren geleden kregen we te maken met een pestsituatie. We wilden niet stoppen bij dat concrete pestgeval en dachten na over een antipestplan. Al snel leerden we dat onze focus niet mag liggen op pesten, wel op een warm schoolklimaat.
Met ons Samenknap-plan willen we dat elk kind zich goed voelt. Er zijn 2 belangrijke pijlers: je talenten ontdekken en je bewust worden van je rol in het grotere geheel van de klas en de school. Als kinderen sociaal en emotioneel sterk staan, gaan ze minder snel negatief gedrag vertonen. Daar geloven we sterk in.”
2. Visualiseer
Zorgcoördinator Jan Bastiaens: “De spilfiguren van ons Samenknap-plan zijn Loes en Stan. Dat duo komt terug op posters, als handpoppen, in een maandelijks rollenspel en zelfs op het rapport. Loes en Stan hebben veel talenten, maar worstelen ook met fouten en mislukkingen. Erg herkenbaar voor de kinderen.
We koppelen constant terug naar de figuurtjes: wat doen ze bij ruzie op de speelplaats, hoe reageren ze wanneer iets niet meteen lukt … ? Maar we willen dat onze leerlingen ook zelf vaardig worden in zulke situaties. Met of zonder visuele ondersteuning. Daarvoor ontwikkelden we onder meer een stappenplan om conflicten aan te pakken. Of een ruziemeter om aan te geven hoe ze zich voelen tijdens dat conflict.”
3. Betrek het hele team
Wens: “De samenstelling van de Samenknap-werkgroep wisselt elk jaar. Zo kunnen alle leraren meebouwen aan het project. Op de personeelsvergaderingen delen de leraren hun ervaringen rond het maandthema. Ze geven tips en inspireren elkaar. Elke stem is belangrijk.
Intussen kon de werkgroep door die gedragenheid enkele straffe veranderingen doorvoeren. Elke klas opent de dag bijvoorbeeld met een kringmoment. Ook verminderden we de speelplaatsdrukte door in kleine groepen te spelen.”
4. Ga voor de totale ontwikkeling
Bastiaens: “Kinderen die zich goed voelen, gaan positief met elkaar om én leren beter. De school speelt daarin een grote rol. Bij het maandthema ‘Dikke duim, jij krijgt van mij een pluim’ deelden leraren complimentenkaartjes uit. Een leerling die een gestruikeld vriendje helpt op de trap, gaat zweven als je hem zo’n kaartje bezorgt.
Zelfvertrouwen groeit als je je talenten kent. Rekenknobbels noemen we daarom rekenknap, actieve kinderen zijn beweegknap, zelfstandige leerlingen zelfknap … Op ons talentenrapport staan schoolse vakken op gelijke hoogte met die talenten. Onlangs stelde een leerling zichzelf voor: ‘Ik ben Gitte en ik ben samenknap.’ Dan weet je dat het aanslaat.”
5. Geef iedereen verantwoordelijkheid
Wens: “We moedigen onze kinderen aan om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Opkomen voor elkaar bijvoorbeeld, tijdens het maandthema ‘Stop en hou op’. De oudste kinderen zijn ook peter of meter van de leerlingen uit het eerste leerjaar. Die laatste gaan op hun beurt af en toe helpen in de kleuterklas. Ze beseffen goed dat ze een belangrijke rol spelen op school.
Hetzelfde geldt voor de ouders. We betrekken hen snel bij problemen, maar halen ze ook graag naar school in een positieve sfeer. Ze helpen bij klasactiviteiten, wachtmoeders houden toezicht op de speelplaats, er is een erg actieve ouderraad en alle ouders kunnen hun mening kwijt in het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek.”
6. Verlaag de drempel om problemen te bespreken
Bastiaens: “Wat voor ons een banaal voorval lijkt, kan voor sommige kinderen een gigantisch struikelblok vormen. Daarom moedigen we kinderen en ouders aan om open te communiceren. Het bureau van de directeur en het lerarenlokaal liggen naast de schoolpoort. We zijn dus ook letterlijk heel bereikbaar.
Daarnaast liggen er praatkaartjes in elke klas. De leerlingen noteren daarop hun vraag of probleem plus de leraar met wie ze graag willen praten. Het kaartje stoppen ze in de ‘praatbus’ op de speelplaats. We legen de bus elke dag en plannen zo snel mogelijk een gesprek. Zo voelen de leerlingen dat we hen au sérieux nemen.”
7. Maak afspraken rond conflicten en pestgedrag
Wens: “Met ons Samenknap-plan geven we pesten weinig kans. Maar een pestvrije school bestaat niet. Daarom maakten we duidelijke afspraken over hoe we omgaan met conflicten en pestsituaties. We kiezen altijd voor een herstelgerichte aanpak. Afhankelijk van de context doen we een beroep op time-outs, de No Blame-methode … Die afspraken communiceren we ook aan de ouders en leerlingen.
Snel reageren is essentieel. In gesprekjes met beide partijen zoeken we uit wat er allemaal meespeelt. Daarmee gaan we aan de slag: samen of individueel, soms halen we ook de ouders erbij. Een intensief proces, maar het levert veel op. Want hoe efficiënter je een conflict aanpakt, hoe minder kans dat het escaleert.”
8. Evalueer voortdurend en stuur bij
Bastiaens: “We verzamelen alle opmerkingen van leraren, ouders en leerlingen in een document. Dat bespreken we in de werkgroep, zowel tussentijds als op het einde van het schooljaar. Zo komen we telkens werkpunten tegen. Die gaan van een meer zichtbare plaats van onze ‘praatbus’ tot een leerlijn rond online vaardigheden.
We kochten trouwens pas een weide die zal dienen als groene speelplaats. Hier liggen veel kansen voor onze kinderen, om te leren en te spelen. Dat wordt de volgende uitdaging: ook daarvan een warme plek maken.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter