Zo doen zij het
Wat jij kan leren van kleuterjuffen: evalueren door te observeren
Hoe evalueer je kleuters? “Door hen de hele tijd te observeren. En zo veel mogelijk met hen mee te doen.” Juf Sara en juf Olivia tonen wat leraren secundair kunnen leren van kleuteronderwijzers.
Evalueer eerst of je leerlingen zich goed voelen
Olivia De Ruyter: “Als kinderen zich niet goed voelen in de klas, leren ze niet bij. Daarom werken we eerst aan hun emotionele ontwikkeling, vriendschap, samenhorigheid.”
Sara Staelens: “We zeggen samen versjes op, bewegen en dansen. Zo krijgen de kinderen een band met elkaar. Heel belangrijk, want als ze in hun hoekje blijven zitten, kan je niet evalueren of ze hebben bijgeleerd.”
Olivia: “Op oudercontacten praten we allereerst over dat sociaal-emotionele aspect. Pas daarna over het cognitieve: de taalontwikkeling, de wiskundige en muzische vaardigheden, de werkhouding, lichaam en motoriek.”
Sara: “Dat geldt ook voor oudere kinderen. Want als een jongere schoolmoe is op zijn vijftiende, dan voelt hij zich toch duidelijk niet goed op school? Dan moet je dát eerst aanpakken.”
Observeer en doe mee in de klas
Olivia: “We evalueren onze kinderen door hen permanent te volgen. We noteren of ze zich goed voelen in de klas, hoe ze zich verhouden tot de leraren en andere kinderen. En hoe ze hun kennis en vaardigheden ontwikkelen.”
Sara: “Kleine kinderen zijn nog niet zo taalvaardig. Om te weten of ze iets kennen of kunnen, ben je wel verplicht om scherp te observeren. En mee te doen! Want kinderen worden actief als je zelf actief bent.”
Olivia: “Natuurlijk kan je geen 20 kleuters tegelijkertijd observeren. In een klas gebeurt immers veel onverwachts. Een kleuter doet in zijn broek, daarna valt er eentje, een andere heeft een knuffel nodig. Toch gaan we af en toe letterlijk aan de kant staan om te observeren. Zo krijg je een globale indruk van de dynamiek in de klas.”
Evalueer het leerproces, niet het leerproduct
Sara: “We zijn geëvolueerd in ons evalueren. We nemen veel meer de tijd om te observeren, om bij een kind te gaan zitten, mee te spelen. We streven nauwelijks nog naar afgewerkte knutselwerkjes. Veel belangrijker dan dat eindresultaat is te kijken hoe de kinderen aan het knutselen zijn.”
Stel lesdoelstellingen op, maar vooral leerlingendoelstellingen
Sara: “Wat we in de les hebben gezien, schrijven we ’s avonds neer in een reflectieverslag. Zo stellen we de doelstellingen voor de volgende dag op. Niet alleen voor de les, maar ook voor de individuele leerlingen.”
Olivia: “Dat betekent ook dat we individuele lesjes geven, per kind. Dat kan een lesje zijn in kleven, schilderen, stempelen. Of een hekje maken voor de dieren van de boerderij. In een volgmap duiden we aan of de kinderen dat lesje hebben ingeoefend en of ze het beheersen. Zo krijgen we een overzicht van het niveau waarop een kleuter zit. En zo kan elke kleuter op het voor hem gepaste moment een vaardigheid aanleren.”
Gebruik geen punten, maar woorden
Sara: “We geven geen punten. Want punten zijn niet belangrijk. Dat de kinderen hun best doen en vorderingen maken, dát is belangrijk. En dat druk je veel beter uit in woorden. Want wat betekent dat op een rapport, 8 op 10? Het is toch veel duidelijker als er staat: ‘Je dochter heeft de les goed begrepen’?”
Olivia: “Punten zijn gevaarlijk omdat je een kind opdeelt in vakjes. Maar een kind is toch meer dan de puzzel van zijn vaardigheden? Het hoofd, het hart, de handen kan je niet scheiden.”
Focus op groei en vooruitgang
Sara: “We kunnen niet alle leerlingen volledig evalueren. Geen probleem, want de kinderen hebben nog tot en met de derde kleuterklas om de nodige kennis en vaardigheden te beheersen. Belangrijk is dat we de kinderen vooruitgang zien maken, elk aan zijn eigen tempo.”
Olivia: “De lat ligt daarbij in de kleuterklas niet voor iedereen gelijk. Het ene kind heeft meer werkpunten dan het andere, maar de kinderen hoeven niet op hetzelfde niveau te staan om over te gaan. Anders hou je geen rekening met het feit dat kinderen groeien en evolueren.”
Sara Staelens en Olivia De Ruyter (foto) staan samen halftijds voor de peuter- en eerste kleuterklas in Montessorischool De Klimop in Gent.
Log in om te bewaren
Paul Gernay
2 oktober 2016Geachte
Iedereen heeft het in het onderwijs over het 'afschaffen' van punten.
Graag wilde ik even vragen aan de personen die evaluaties enkel nog met woorden willen uitdrukken om ook voor volgende activiteiten van onze samenleving een andere manier van evalueren zonder punten, tijd of metingen voor te stellen: voetbalcompetitie, wielrennen, olympische spelen, loopwedstrijden, ... Als ik het even van nabij bekijk dan mogen alle activiteiten ivm. sport en vrije tijd WEL verder geëvalueerd worden met punten, terwijl activiteiten met schoolprestatie NIET meer met punten hoeven.
Ik lees eveneens dat het WELBEVINDEN van de leerlingen zeer belangrijk is.... Willen deze personen me meteen ook eens verduidelijken als ze aan hun dokter vragen om hen te genezen of... als ze hem de vraag stellen: dokter, hebt u zich lekker gevoeld tijdens uw studies, was het leuk, voelde u zich goed op uw kot toen u de verschillende ziektes instudeerde, ging u vooruit in uw leerproces, ...?
Of... vragen ze aan de metselaar die hun huis bouwt ook: voelde u zich goed tijdens uw opleiding tot metselaar, heb je gevoeld dat je tijdens je leerproces echt de controle over jezelf bleef behouden, vond je je opleiding leuk en prettig, had je een aangenaam gevoel toen je leerde hoe je mortel moest maken...?
Punten zeggen niet alles, maar geen punten zeggen niets en zonder punten zijn er alleen maar woorden en woorden zeggen vaak op een 'leuke manier' wat punten klaar en duidelijk zeggen. Trouwens... wie de limiet niet haalt, gaat NIET naar de olympische spelen. Wat helpt bij prestaties is blijven trainen. Vind de topsporter trainen leuk? Vraag het hem eens... hij zal je ook zeggen dat op het einde van de rit de medaille telt, de prestatie en het plezier van het plukken van de vruchten.
Hartelijke groeten.
Paul Gernay
Dominique
11 november 2019Ik krijg heel sterk het gevoel dat het "puntenloos" evalueren wordt weggezet als zgn. "Pretpedagogie", maw dat het *enkel* gaat om leerlingen zich "voelen", en niet om wat ze daadwerkelijk "kunnen".
Dat is toch nogal kort door de bocht.
Zelfs een chirurg of metser kan best beöordeeld worden op een puntenloze wijze.
Dat wil niet zeggen dat ze geen examen afleggen, geen bewijs moeten leveren van hun geleerde competenties, of niet kunnen falen in hun studies!
De meest hoogstaande opleidingen hebben dan ook "virtuele" puntensystemen: mondelinge examens, observatiestages, masterproeven, jury's, etc…
Zaken waar wel een "punt" op gekleefd wordt, maar waar de oordelende persoon meestal (na bedachtzaam en observerend te zijn omgesprongen met de voorhanden zijnde info) een "punt" geeft om aan te geven hoe waardevol de geleverde prestatie is.
Niet zelden weet een prof bv. dat een niet-overtuigende student een 9/20 verdient, de overtuigende, niet echt spectaculaire student een 12/20, en de absoluut meesterlijke student een 18/20 (waarom dan een 20/20 voorzien, bvb?).
Wie best niet aan het herexamen deelneemt krijgt dan een gemene 1/20…
Punten zijn gewoon een niet echt gesofisticeerde manier om een zweem van objectiviteit te "simuleren".
Voetbalcompetitie, wielrennen, olympische spelen, loopwedstrijden,… zijn dan ook wedstrijden waarbij de "winnaar" moet aangeduid worden, ook al is het verschil miniem.
Achteraf is die gouden medaille gewoon een gouden medaille… en vertelt die Gouden Schoen niet wie je bent.
Ik wil vooral geöpereerd worden door een arts die door een school of universiteit of artsencorps na weloverwogen beslissingen het vertrouwen heeft gekregen, maar tegelijk misschien wel weet waar zijn sterktes en werkpunten liggen (ook wanneer dat niet essentieel lijkt voor de job).
Welke punten er op zijn rapport stonden heeft weinig betekenis. Of hij zich bewust is van een "tekort" in patiëntencommunicatie of empathie, is misschien meer van tel als er levens moeten gered worden.
Laat een reactie achter