Duiding
Wat na OKAN?
“Anderstalige nieuwkomers hebben zéker slaagkansen op school. Ook in het aso”, zegt Matthias Lauwers. Hij begeleidt anderstalige nieuwkomers, ex-OKAN’ers, bij hun overgang van de onthaalklas naar het secundair onderwijs. “Zolang je maar in hen gelooft. En ze tijd geeft om zich te ontplooien.”
Meer dan 3000 leerlingen uit de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) stromen dit schooljaar door naar het secundair onderwijs. Vervolgschoolcoaches zoals Matthias delen hun expertise met de leraren van de vervolgschool. Dat is nodig, want te veel ex-OKAN’ers stromen vroegtijdig uit zonder diploma.
Wordt een ex-OKAN’er nog te veel beoordeeld op zijn talenkennis in plaats van op zijn talenten?
Ann Devos (pedagogisch begeleider anderstalige nieuwkomers): “Taalbeheersing bepaalt mee of een ex-OKAN’er slaagt op school. Vervolgscholen staren zich soms blind op de taalachterstand. Ze concluderen te vlug: ‘Die kan dat niet.’ Geef die leerlingen tijd. Je hoeft echt niet alle woorden in een zin te begrijpen om een tekst te vatten.”
“In de handboeken van de eerste graad secundair zitten 16.000 woorden. Maar in 1 jaar OKAN kan je maximaal 2000 woorden aanleren. Als een anderstalige nieuwkomer in een Nederlandstalig gezin terechtkomt, of naar een sportclub of jeugdbeweging gaat, komt hij misschien aan 3000. Daarmee trek je je in het dagelijkse leven prima uit de slag. Maar de schooltaal eist meer van de leerling.”
Kan een ex-OKAN’er ondanks die taalachterstand toch meedraaien in het secundair?
Matthias Lauwers: “Als vervolgschoolcoach kan je de klassenraad wijzen op wat de leerling al geleerd heeft op school in zijn thuisland of dat hij in de OKAN-klas zijn aanleg voor bv. wiskunde toonde. Want het is niet omdat een leerling een taalachterstand heeft dat hij geen abstracte richting kan volgen.”
Ann Devos: “Op 1 jaar kan je niet de hele taalachterstand inhalen, maar je kan er wel voor zorgen dat een leerling zich goed voelt op school. Want als je niet goed in je vel zit, kan je je niet concentreren en niet tot leren komen.”
“Daarnaast heeft zo’n kind in de vervolgschool ook extra steun nodig. Van de vervolgschoolcoach, maar eigenlijk van al zijn leraren. Zeker de niet-begeleide minderjarige asielzoeker. Die mist al de steun van thuis, dus zijn de leraren zijn enige strohalm, zijn houvast.”
Toch belanden 6 op de 10 ex-OKAN’ers die doorstromen naar de tweede en derde graad secundair in het bso. Te veel?
Matthias Lauwers: “Kijk naar de mensen achter de cijfers. Stel dat een grote groep 16-jarige jongeren die al jaren op de vlucht zijn, in OKAN terechtkomt en al die tijd niet naar school is geweest. Die leerlingen hebben meer dan alleen maar een taalachterstand. Die moet je vaak nog alfabetiseren.”
“Bovendien hebben ze als alleenstaande jongere maar een beperkte toelage. Zien die leerlingen het dan nog zitten om zo veel jaren op de schoolbanken te zitten? Die stromen vaker door naar bso of deeltijds onderwijs, omdat ze in het verleden al praktische expertise zoals bouw hebben opgedaan. Zo behalen ze vlugger een diploma en verdienen ze vlugger geld. Dat vertekent de statistieken, natuurlijk.”
“Maar wees realistisch. Als je als 16-jarige zonder noemenswaardige schoolloopbaan in je thuisland bij ons instroomt, dan zijn hogere studies mogelijk, maar niet op zo’n korte termijn. Een mens is geen machine. Maar je kan later altijd nog bijstuderen.”
Er is wel een positieve evolutie: ex-OKAN’ers vind je nu in de meest diverse richtingen in hun vervolgschool.
Ann Devos: “10 jaar geleden was er gelijkwaardigheid van diploma’s vereist. Nu niet meer. Nu kan een 15-jarige uit Ghana met slechts 3 jaar schoolervaring na OKAN een derde jaar tso elektriciteit volgen. Als hij intelligent is en binnen het OKAN-jaar toont dat het lukt en dat hij wil studeren.”
“Ook de vervolgschoolcoach heeft een enorme impact. Hij geeft de jongere een realistisch toekomstbeeld mee en legt uit dat elke richting in het secundair gelijkwaardig is. Anderstalige ouders nemen verrassend vlug de foute Vlaamse mentaliteit over: start maar in aso, je kan later altijd zakken. Maar als de toelatingsklassenraad dat kind weigert, dan krijgt het een ongelooflijke psychologische dreun.”
“Het kan anders. We hadden een leerling van 16 die dokter wilde worden. Maar ze kon dat niet aan. We hebben haar toegeleid naar de richting Zorg in het deeltijds onderwijs. Nu werkt ze in een rusthuis en is supergelukkig. Ze doet daar wat ze wou doen: mensen helpen.”
Probleem: ex-OKAN’ers lopen meer kans op schoolse achterstand.
Ann Devos: “De meesten zitten vanwege het jaar in de onthaalklas 1 tot 2 jaar achter op hun leeftijdsgenoten. Maar is dat een probleem? Kijk naar het zesde jaar secundair in een grootstad. Wie zit daar op leeftijd?”
“Belangrijk is wel dat ex-OKAN’ers instromen bij (bijna-)leeftijdsgenoten. Zet iemand van 16 niet bij snotneuzen van 13, want hun mentaliteit is compleet verschillend. Als ze daarna een jaartje blijven zitten, is dat geen ramp. Het is erger dat meer dan 20 % van de leerlingen van de radar verdwijnt na de OKAN-klas. Een deel daarvan belandt vermoedelijk in de illegaliteit.”
En wat met de ex-OKAN’ers die vroegtijdig uitstromen zonder diploma?
Matthias Lauwers: “Die uitstroom zonder kwalificatie is ook een groot probleem. Als je als leerling 3, 4 jaar meedraait in een school, ben je geen nieuwkomer meer. Dan sta je niet meer geregistreerd als ex-OKAN’er en is er geen vervolgschoolcoach meer voor jou. Je bent geïntegreerd, spreekt goed Nederlands, dus word je verondersteld hetzelfde te kennen en te kunnen als andere leerlingen.”
“Maar het duurt 7 jaar eer je een taal beheerst zoals een native speaker. Dat is het perverse effect: je moet zo vlug mogelijk integreren. Maar als je goed geïntegreerd bent, wordt net dat tegen je gebruikt.”
Log in om te bewaren
Peeters Huguette
28 juni 2017Hallo,
Sinds een jaar begeleid ik op vrijwillige basis een Koerdische familie met zes dochter. De oudste is 15 , de tweede is 13 jaar. De oudste heeft reeds OKAN gevolgd gedurende twee jaar en de tweede één jaar lager en een jaar OKAN.
Zelf komen mijn man ( directeur) en ik ( gym lerares) uit het onderwijs ( 40 jaar dienst) . Onze bezorgdheid is wat er verder met de twee oudste gaat gebeuren? Gaan ze weeral OKAN moeten volgen in een school waar zij alleen maar slecht Nederlands ,Arabisch of nog andere talen op de speelplaats horen en helemaal geen Nederlandse gesprekken kunnen voeren. Hoe kan de taal leren als er amper de mogelijkheid bestaat om in contact te komen met onze kinderen? Is het niet beter om deze meisjes naar het gewoon onderwijs te sturen in een richting met veel praktijk en ze daar individuele begeleiding te geven. De ouders kunnen hun niet helpen.
In de okanklas krijgen voornamelijk Nederlands. Wiskunde komt amper aan bod. Hoe verder aansluiten op het gewoon systeem?
Zouden jullie hier een oplossing op kunnen vinden? Nog even dit . De Koerdische taal is geen Arabisch. Ook de ouders kunnen met niemand communiceren.
Groetjes
Huguette Peeters
Y. Mertens
10 november 2020Als u zegt dat de Koerdische taal geen Arabisch is en de meerderheid van het onderwijspersoneel ( Vlaamse bevolking) dit niet weet, is het dan niet droevig gesteld met wat wij weten over andere bevolkingsgroepen? Hoeveel zouden er weten dat er een Syrie ook Christenen zijn en niet alleen maar moslims?
Hoeveel zouden er weten dat er in de Balkanlanden ook moslim enclaves zijn?
Ik wil hier maar aantonen dat als je dit niet weet, hoe je dan kan weten hoe een anderstalig kind zich voelt. Als je geen achtergrond kennis hebt.
En dan komt dit kind in de klas bij juf Annick, die nog niet verder is geweest dan de Belgische kust? En die waarschijnlijk op NVA of Vlaams Belang heeft gestemd.
Laat een reactie achter