Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Hoe omgaan met eetstoornissen in de klas?

  • 21 april 2022
  • 9 minuten lezen

Anorexia nervosa, boulimia, onbedwingbare eetbuien: het zijn vormen van eetstoornissen die ook op school voor ongerustheid zorgen. Wanneer trek je als leraar aan de alarmbel? Wat doe je het best wel en niet? En hoe werk je preventief rond eetstoornissen in de klas? Je krijgt tips van An Vandeputte, klinisch psycholoog en oprichter van Kenniscentrum Eetexpert.be vzw.

eetstoornissen

Zijn er tegenwoordig meer jongeren met een eetstoornis dan vroeger?

An Vandeputte: “Het is een ziekte van alle tijden, maar vanaf het begin van de coronacrisis zagen we inderdaad een sterke stijging in het aantal eetstoornissen in ons land. De pandemie heeft een enorme psychologische impact gehad, vooral op jongeren. Van de ene dag op de andere hadden ze geen controle meer over hun leven: activiteiten vielen weg, en sociale contacten werden sterk beperkt.”

In een poging om houvast te creëren, zijn veel jongeren hun eten beginnen te controleren

An Vandeputte
Eetexpert

“Veel jongeren raakten daardoor in isolement. Ze voelden geen verbondenheid meer, hoewel dat bij tieners een cruciale factor is in hun zoektocht naar identiteit. Angsten en spanningen namen toe. In een poging om houvast te creëren, zijn velen hun eten beginnen te controleren. In de media werd er tegelijkertijd ook gewaarschuwd voor coronakilo’s. Iedereen kreeg de raad om gezond te eten en veel te bewegen. Ook dat zijn triggers voor een eetstoornis.”

Welke leerlingen zijn er het meest vatbaar voor?

An Vandeputte: “Volgens onderzoek komen eetstoornissen vooral voor bij jongeren tussen 15 en 25 jaar. Al zien we dat ook veel jongere kinderen er de laatste jaren mee kampen. We horen bijvoorbeeld geregeld verhalen over kinderen uit het lager onderwijs die al volop calorieën aan het tellen zijn. Of kleuters die hun buik te dik vinden.”

“Naast de leeftijd speelt ook het geslacht een rol: zo komen anorexia en boulimia ongeveer 10 keer vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Bij eetbuistoornissen is dat verschil minder groot: die komen ongeveer dubbel zo vaak voor bij meisjes.”

“Risicogroepen zijn jongeren die heel veel bezig zijn met hun uiterlijk, of die een sport beoefenen waarbij de gewichtsklasse belangrijk is. Denk bijvoorbeeld aan dans en ballet. Maar ook zeer perfectionistische leerlingen of jongeren met faalangst lopen een hoger risico. Wanneer hun zelfbeeld voor een groot deel afhankelijk is van hun succes, kunnen ze tegenvallers niet goed opvangen. Daardoor komen ze soms in de problemen.”

Speel je als leraar een belangrijke rol in het detecteren van eetproblemen?

An Vandeputte: “Beginnende eetproblemen worden vaak op school ontdekt. Daar zijn er veel ogen die de jongeren dagelijks opvolgen. Denk maar aan de klastitularis, de turnleraar, de directie, het personeel dat toezicht houdt tijdens de lunch … Maar het eetgedrag van een leerling zegt zeker niet alles. Dat dat hier en daar wat hapert, hoort nu eenmaal bij de normale ontwikkeling van jongeren.”

Een eetstoornis is veel complexer dan afwijkend eetgedrag

An Vandeputte
Eetexpert

“Kinderen in de lagere school eten bijvoorbeeld niet alleen uit honger. Vaak worden ze verleid door externe prikkels, zoals de geur of de aanblik van bepaald voedsel. Ze lusten ook nog niet alles. Vaak werkt het averechts wanneer je hen als leraar dan onder druk zet om bepaalde dingen wel of niet te eten. Bij pubers horen voedingskeuzes dan weer bij de ontwikkeling van hun identiteit. Ze spiegelen hun eetgedrag vaak aan hun vrienden. Een puber die de boterhammen van thuis af en toe eens inwisselt voor een snack, is in dat opzicht ook niet abnormaal.”

Wat zijn dan duidelijke signalen van een beginnende eetstoornis?

An Vandeputte: “Wees uiteraard alert wanneer een leerling systematisch te veel of te weinig eet en constant calorieën telt. Maar weet ook dat een eetstoornis iets heel complex is. Vaak speelt er veel meer dan alleen het afwijkend eetgedrag. Het hele leven en functioneren van de leerling verandert meestal op verschillende vlakken.”

“Zie je bijvoorbeeld een snelle toename of afname van het gewicht? Heeft een leerling geregeld een flauwte? Draagt iemand veel laagjes kleding boven elkaar vanwege de kou? Dat zijn enkele lichamelijke kenmerken die in de richting van een eetstoornis kunnen wijzen.”

“Is de leerling de laatste tijd vaker prikkelbaar, somber, in zichzelf gekeerd? Hoor je veel lichaamsontevredenheid in de kleedkamer? Of laten de schoolresultaten plots te wensen over? Dat zijn voorbeelden van psychosociale signalen. Zijn ze plots erg bezig met strakke sportschema’s? Of bewegen ze op vreemde tijdstippen en plaatsen? Als leraar is het vooral belangrijk om die verschillende signalen te herkennen. Deze checklist kan je daarbij helpen.”

An Vandeputte, klinisch psycholoog en oprichtster van Kenniscentrum Eetexpert.be vzw.
An Vandeputte: “Als leraar moet je geen diagnose stellen, maar wel signalen herkennen.”

Stel dat je verschillende signalen herkent, wat kan je dan doen?

An Vandeputte: “Voordat je de leerling aanspreekt, praat je het best eerst eens met een aantal collega’s of met het CLB. Vertel hen wat jij geobserveerd hebt. Herkennen ze dat gedrag? Als dat zo is, kan je samen bepalen wie er het best geplaatst is om te gaan praten met de leerling in kwestie.”

“Wie dat is, kan van veel factoren afhangen. Wie vertrouwt de leerling? Maar ook: voel je je comfortabel genoeg om het onderwerp aan te snijden en kan je er voldoende afstand van nemen? Leraren die zelf bijvoorbeeld erg bezig zijn met gewicht en voeding, zijn vaak minder geplaatst: non-verbaal kunnen ze verkeerde signalen uitstralen.”

Tips voor een eerste gesprek

  • Nodig de leerling onopvallend uit voor een 1-op-1 gesprek, nooit in groep.
  • Zorg voor een rustige plaats en voldoende tijd.
  • Begin het gesprek transparant en deel open je bezorgdheid mee (bijvoorbeeld dat je merkt dat die wat meer alleen is, dat de schoolresultaten achteruit gaan …).
  • Blijf concreet en maak geen interpretaties.
  • Haal aan welk gedrag je ongerust maakt (bijvoorbeeld heel veel water drinken, vaak naar het toilet gaan om over te geven …).
  • Luister naar de reactie.
  • Blijf kalm. De leerling kan kwaad of overbezorgd reageren, of alles negeren. Herhaal wat je hoorde om te tonen dat je luisterde. Geef aan dat je die gevoelens wel kan begrijpen en dat je samen wil zoeken naar een weg.
  • Maak een nieuwe afspraak. Door er op een later moment op terug te komen, geef je de leerling de kans om het gesprek te verwerken. Het is belangrijk dat je bij jongeren met eetproblemen heel geleidelijk werkt.

“Wanneer de leerling zelf inziet of toegeeft dat er sprake is van een eetprobleem, is dat een belangrijke stap. Juich het toe als die zegt te willen stoppen, maar zeg ook dat je weet hoe moeilijk het is om gewoontes echt te veranderen. Blijf erop aandringen dat de leerling dat samen met een specialist doet. Als leraar is het niet jouw taak om een diagnose te stellen. Verwijs daarom het best door naar externe hulp.”

“Geef leerlingen voldoende autonomie in die zoektocht naar hulp. Wijs hen erop dat ze bij een deskundige terechtkunnen voor een inschattingsgesprek, zonder verdere verplichting. Zo houden ze zelf de touwtjes in handen. Anders kan de angst voor te weinig controle het overnemen. Speel nuttige adressen door, maar moedig hen ook aan om zelf informatie te verzamelen. Probeer de jongere ook te motiveren om de ouders zelf in te lichten. Maak daarbij duidelijke afspraken over wat de leerling zal zeggen en tegen welke datum.”

“Iets doen is als leraar sowieso beter dan niets doen. Leerlingen uit het secundair onderwijs die binnen het jaar worden behandeld, herstellen quasi volledig van een eetstoornis. In de meeste gevallen volstaat het om bij een gespecialiseerd psycholoog of diëtist in behandeling te gaan. Alleen als de situatie levensbedreigend is, is een ziekenhuisopname aangewezen.”

De leerling met een eetstoornis blijft dus meestal gewoon les volgen tijdens de behandeling. Hoe ga je daar dan mee om?

An Vandeputte: “De belangrijkste tip: maak van die leerling geen ‘specialleke’ in de klas. Blijf vooral de leerling zien, niet de eetstoornis. Zie je dat een leerling nog steeds niet eet tijdens de middag? Dan hoef jij er echt niet naast te gaan zitten om het voedsel op te dringen. Focus je niet te hard op dat bord. Als leraar is het niet je taak om politieagent te spelen. Jongeren leren tijdens hun therapie zelf wel stappen te zetten om te eten.”

Vraag je leerling op welke manier je dan wel kan helpen bij het herstel. Wat zijn de moeilijke momenten voor de jongere en hoe kan je die opvangen? Als je leerling bijvoorbeeld aangeeft dat het in de refter veel te druk is, kan je misschien een eetmoment in de klas organiseren. Maak daar een ontspannen momentje van: zet wat muziek op, praat eens over de weekendplannen in de klas.”

Kan je met lessen over eetstoornissen problemen voorkomen?

An Vandeputte: “Vroeger kozen heel wat scholen inderdaad voor zo’n ‘probleemgerichte’ aanpak wanneer een leerling een eetstoornis had. De hele klas kreeg dan les over de eigenschappen van die stoornis en de gevolgen ervan. Maar intussen weten we dat die aanpak schadelijke neveneffecten heeft.”

Lessen over eetstoornissen werken averechts: werk liever rond groeithema’s

An Vandeputte
Eetexpert

“Ten eerste creëer je zo een negatieve vorm van aandacht: leerlingen met het probleem worden – vaak tegen hun zin – in de schijnwerpers gezet. Vraag je leerling dus niet om erover te getuigen in de klas. Zo’n educatief moment kan de rest van de klas ook op gevaarlijke strategieën brengen om het gewicht onder controle te krijgen. Denk maar aan braken of het gebruik van laxeermiddelen, plas- of dieetpillen. Door het probleemgedrag in je les te behandelen, wordt het eigenlijk genormaliseerd. De drempel wordt zo verlaagd, waardoor de kans groter is dat jongeren dit gedrag zullen overnemen.”

“Preventiecampagnes die focussen op onder- of overgewicht doen trouwens ook meer kwaad dan goed. Vaak gaan leerlingen daardoor met verkeerde boodschappen naar huis: dat er ‘goede’ en ‘slechte’ voeding bestaat, dat vet slecht is, dat personen met overgewicht geen controle hebben en moeten afvallen, of dat slank zijn gekoppeld is aan succes in onze maatschappij.”

Hoe kan je dan wel op een goede manier aan preventie doen?

An Vandeputte: “Door in te zetten op de 5 groeithema’s. Dat zijn thema’s die zich richten op de ontwikkeling van álle jongeren, niet alleen op wie een probleem heeft. Een eerste groeithema waar je aan kan werken, is het zelfwaarde versterken. Stimuleer zelfwaardering van de leerlingen op verschillende vlakken en zorg ervoor dat het uiterlijk daarin geen overdreven belangrijke factor is.”

“Ten tweede kan je werken aan een positief lichaamsbeeld. Sta stil bij de verschillende functies van het lichaam en help jongeren in te zien dat schoonheid vooral bepaald wordt door uitstraling. Dat heeft te maken met de binnenkant: je persoonlijkheid, je interesses, hoe je met anderen omgaat …”

“Een ander groeithema dat je kan behandelen, is het omgaan met emoties. Leer jongeren praten over hun (negatieve) gevoelens in plaats van ze te onderdrukken. Bespreek de oorzaken en gevolgen van stress en hoe ze ermee kunnen omgaan. Je kan in de klas ook aan de slag gaan met mediaweerbaarheid. Via sociale netwerksites worden leerlingen blootgesteld aan ideaalbeelden. Vaak worden die ook gemanipuleerd. Laat ze daarover discussiëren.”

“Ten slotte kan je ook inzetten op het belang van goede sociale contacten. Vrienden en familie die de jongeren accepteren zoals ze zijn, vormen een beschermende factor. Leerlingen die goed omringd zijn, kijken meestal positiever naar hun eigen lichaam.”

Aan de slag met concreet materiaal?

  • Het lespakket ‘Goed in je vel’ is opgesteld voor leraren van de eerste graad secundair onderwijs die in hun klassen preventief aan het werk willen gaan rond zelfwaardering en mediaweerbaarheid.
  • Met het lespakket Take Off maak je mentale gezondheid bespreekbaar in de klas. Het bestaat uit 2 delen: één voor 12 tot 15-jarigen en één voor 15-plussers.
  • Meer preventiemateriaal nodig dat inzet op de groeithema’s? Dit overzicht bevat een hele lijst aan concrete lespakketten, spellen, werkboeken of websites per leeftijd en per thema (pagina 25-50).
  • Wil je graag een voedingsbeleid uitrollen op jouw school? Deze tips kunnen daarbij helpen.

Simon Verbist

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter