“Belangrijker dan taal is dat ze zich veilig voelen”
Tiffany Verhoeyen
begeleider anderstalige nieuwkomers
Video
“Ik wist maandag dat er een vluchteling uit Oekraïne zou komen, dinsdag zat Milena al in mijn klas”, vertelt juf Phaedra in de video. Anderstalige nieuwkomers belanden meteen op de schoolbanken van het basisonderwijs zonder dat ze de taal kennen. Kijk hoe juf Tiffany hen begeleidt bij die sprong in het onbekende. “Als ze zich goed voelen, volgt de taal vanzelf.”
Lees onder de video Tiffany’s tips om een kind dat de taal niet kent te betrekken in je klas.
Tiffany Verhoeyen
begeleider anderstalige nieuwkomers
In het kleinste lokaaltje van Basisschool Voskenslaan in Gent rolt een balletje heen en weer over de tafel, telkens voorafgegaan door een korte zin:
“Ik ben juf Tiffany. Wie ben jij?”
“Ik ben Milena.”
“Ik ben 27 jaar.”
“Ik ben 10 jaar.”
Op de vlucht voor de oorlog in Oekraïne, is Milena net voor de paasvakantie in België aangekomen. Juf Tiffany leert haar de eerste woordjes Nederlands: “Het spelletje met het balletje doe ik bijna elke les. Het is heel belangrijk om te kunnen zeggen hoe je heet, hoe oud je bent, waar je woont. We beginnen met de 40 belangrijkste woorden en schakelen dan over op het thema school, gevoelens, het lichaam. Echt de basiswoordenschat dus.”
Tiffany Verhoeyen, begeleider anderstalige nieuwkomers: “Ik begin elke les met een check-in. ‘Hoe voel je je? Hoe gaat het in de les?’ Soms kunnen ze dat nog niet onder woorden brengen maar dan werk ik met pictogrammen. Nog belangrijker dan de woordenschat, is dat de leerlingen zich hier veilig voelen.”
“De eerste les maken we een wandeling door de school. Ik toon hen de toiletten, de sportzaal, het secretariaat. Zo wordt de nieuwe school minder beangstigend. Als er iets scheelt, of ze hebben een time-out nodig, zijn ze altijd welkom. Het enige nadeel is dat ik er niet elke dag ben.”
Tiffany begeleidt al 4 jaar de anderstalige nieuwkomer in de basisscholen van GO! Gent. Samen met haar collega bezoekt ze de verschillende scholen en ziet ze alle anderstalige nieuwkomers minstens 1 uur per week. Ze staan ook leraren bij met tips en lesmateriaal.
Tiffany Verhoeyen: “Het belangrijkste is dat de anderstalige kinderen betrokken worden. Vaak betekent dat met handen en voeten de leerstof uitleggen zodat ze toch kunnen volgen. Visualiseren en met pictogrammen werken helpt. Ook de thuistaal is belangrijk. Gebruik gerust woordenboeken of vertaalapps. Op die manier kunnen ze ook andere vakken volgen zoals wiskunde of wereldoriëntatie en wordt het geen verloren jaar.”
“Die extra hulpmiddelen kunnen bovendien een voordeel zijn voor de hele klas. Ook Nederlandstalige kinderen begrijpen niet alles van de eerste keer en hebben er baat bij als je herhaalt of visualiseert.”
“Ik merk dat leraren soms panikeren over de leerdoelen die ze moeten halen. ‘Oh nee, die spreekt de taal niet! Die gaat mij nooit begrijpen! Hoe ga ik dat aanpakken?’ Ons advies: doe wat binnen je mogelijkheden past. Focussen op wat het kind al kan, ga op zoek naar succeservaringen en probeer er niet koste wat kost alle leerstof in te rammen. Ik heb al heel veel leerlingen de revue zien passeren en ondertussen weet ik: als het kind zich goed voelt, volgt de taal wel.”
Tiffany Verhoeyen: “Migratie is altijd een trauma. Of het nu door oorlog is of om een andere reden, leerlingen arriveren met een rugzak. Het is belangrijk dat je dat beseft als leraar en daarmee weet om te gaan. Ik durf naast hen te staan. Ik begeleid hen met zachte hand en zachte stem. Als ze mij vertrouwen gaat taal leren veel sneller.”
“Ook humor helpt. In de les maken we soms mopjes. Als ik hen in de gang tegenkom, geef ik een vuistje, een knipoog of een schouderklopje en dan merk je dat ze het ook heel leuk vinden om naar de les te komen en Nederlands te leren.”
“Als het toch niet lukt, is het zoeken waar het schort. Dat kan op schoolniveau zijn, in de klas of thuis. Het gebeurt zelden, maar als het ons petje te boven gaat, overleggen we met de zorgleraar of het CLB om de juiste hulpverlening te vinden. We blijven leraren en geen psychologen.”
Tiffany Verhoeyen: “Ook buiten de school houden we contact. We gaan op zoek naar buitenschoolse activiteiten, raden taalkampjes aan en volgen de gezinssituatie op. Ik geef ook altijd mijn gsm-nummer aan de ouders. Ze zijn hier nieuw, kennen de school niet. Smartschool kan een doolhof zijn maar Facebook en WhatsApp kennen ze wel. Ik heb liever dat ze mij om uitleg vragen en betrokken blijven dan dat ze niet kunnen volgen en afhaken. Ik heb nog nooit een probleem gehad met iemand die me te veel belt of berichten stuurt.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter