Schooltips
Ouders betrekken in secundair: “We brengen de school naar hen”
“Dé sleutel om de slaagkansen van onze leerlingen te verhogen, is ouderbetrokkenheid”, zegt GOK−coördinator Nancy Van Hoof van GO! Talentenschool in Turnhout. Omdat veel ouders de weg naar school niet vonden, zocht ze hen zelf op. Letterlijk.
Nancy Vanhoof, GOK-coördinator: “Veel leraren trokken de voorbije jaren aan de alarmbel: ouders gaven niet thuis op ouderavonden, Smartschoolberichten en punten bleven ongelezen. De GOK-indicatoren schenen dat grotendeels te verklaren: veel leerlingen kwamen uit anderstalige gezinnen en/of kwetsbare gezinnen. De ondermaatse kennis van Smartschool, de taalbarrière en de schaamte, zorgden ervoor dat de drempel naar school te hoog was. Nochtans is ouderbetrokkenheid dé sleutel om de slaagkansen van onze leerlingen te verhogen. De ouderraad moet een weerspiegeling zijn van de kinderen op onze school en dat was niet het geval. Er was werk aan de winkel.”
“Daarom zetten we sterk in op ouderparticipatie. We verruimden enkele jaren terug de ouderraad met nieuwe leden door open ouderavonden te organiseren: iedereen was welkom! Een ouder die al lang meedraaide in de ouderraad voerde het woord en maakte duidelijk: hier geen ellenlange vergaderingen, maar heel concrete topics om rond te werken. Wat met buitenlandse reizen, de schoolrekening, bemannen van het oudercafé tijdens het oudercontact … ? Elke ouder kon precies datgene doen waar die zich goed bij voelde. Daarmee probeerden we de drempel naar de ouderraad te verlagen. Zo was er een mama die Afrikaanse smoutebollen maakte voor de open schooldag. Ze sprak amper Nederlands, maar bakken deed ze graag. Zij voelde zich goed en gewaardeerd in haar rol. Ze hielp de school vanuit haar interesse.”
“Maar op een bepaald moment stromen leerlingen uit en ben je heel wat ouders kwijt. Nieuwe ouders vinden bleef een uitdaging. En daar kwam ook corona nog eens bij. We hadden nieuwe input nodig. En die kwam er plots uit onverwachte hoek.”
Een ouderraad met brede schouders
‘“In Turnhout groeit 1 kind op 4 in armoede op. Dat cijfer verontrustte niet alleen de school, maar ook de stad zelf. Daarom lanceerde die een duidelijke oproep: wie kon, in samenwerking met enkele welzijnspartners, een vernieuwend en outreachend project uitschrijven rond kinderarmoede? Een mooie ‘prikkelsubsidie’ zou dienen ter ondersteuning.”
“Onze school overtuigde de stad met het project ‘een ouderraad met brede schouders’. Daarbij is het de school zelf die de stad intrekt en naar de ouders toe stapt. Het uiteindelijke doel? De drempel naar de school verlagen en daardoor ouders bereid krijgen hun schouders te zetten onder de ouderwerking.”
“We kregen veel ondersteuning van de ouderkoepelvereniging GO! ouders. Ook armoedeorganisaties zoals T’ ANTWOORD vzw schaarden zich achter het project. We werkten samen met vzw VOEM, buurthuis De Ark en consulent onderwijs, dienst Gelijke Kansen. Er zat ook iemand in onze werkgroep van de stad Turnhout die het budget beheerde. Samenwerken met zo’n resem partners betekent goed communiceren en overleggen. Wat kon elke partner betekenen voor het project? En wat was de rol van de school? De neuzen stonden heel snel in dezelfde richting omdat we allemaal hetzelfde doel ambieerden: ouders betrekken op school om uiteindelijk de kinderen te ondersteunen in hun schoolloopbaan.”
3 fasen-plan
“Omdat de school vaak als een onveilige omgeving aanvoelt voor ouders, trokken we in een eerste fase 3 Turnhoutse wijken in om de ouders te ontmoeten op een voor hen vertrouwde plek: Villa Mescolanza in de Begijnenstraat, de Stuyfplek in de Parkwijk en Kontoer in de Korte Gasthuisstraat. Op elke ontmoetingsplek organiseerden we een feestelijke bijeenkomst, ver weg van de schoolse, formele sfeer.”
“Tijdens zo’n ouderbijeenkomst stelden we verbinding tussen de aanwezigen centraal. We hadden al snel door dat je die het best bereikt door in te zetten op lekker eten en drinken. De leerlingen van onze hotelschool namen de taak op zich om de ouders culinair te verwennen. Er was ook telkens iemand aanwezig die meer uitleg gaf over Smartschool. De directies en coördinatoren waren van de partij, maar niet in kostuum want dat zou de sfeer te formeel maken. Werkstukjes van onze leerlingen werden getoond. De leerlingen van de richting ‘voeding en verzorging’ stonden in voor de kinderopvang. Bij het binnenkomen duidden de ouders op een wereldkaart hun land van herkomst aan. Mensen van over de hele wereld waren daar samen. Dat van elkaar zien, gaf herkenning en verbinding. Mensen kwamen in originele klederdracht en dat durven ze op school vaak niet te doen. Het werd een feest op elke locatie.”
“Deze ouderbijeenkomst was natuurlijk hét uitgelezen moment om met de ouders op een laagdrempelige manier in gesprek te gaan en te luisteren naar hun behoeften. We kregen de kans om door hun bril naar onze school te kijken. Ouders wilden bijvoorbeeld graag eens samen koken op school of hun kinderen aan het werk zien in de klas. Die suggesties vielen niet in dovemansoren. De ideeën, tips en initiatieven van de ouders namen we mee naar een volgende fase.”
“Aangezien Smartschool niet het beste medium bleek om ouders te bereiken, ontwierpen de leerlingen van de richting multimedia speciale flyers: ‘welkom’ in alle talen, afbeeldingen die de tekst verduidelijkten, dikker papier om verfrommelen in de boekentas tegen te gaan.”
“Als steekproef belden we sommige ouders op. Lazen ze de flyer en zouden ze op de afspraak zijn? Ja, je botst tijdens zo’n babbel op een taalmuur. Maar de woorden ‘feest’ en ‘gratis’ begrepen de ouders vaak wél en daarmee kregen we hen enthousiast om naar de ouderontmoetingen te komen. Ook via WhatsApp contacteerden we ouders met de vraag of ze de flyer hadden gelezen en of ze zouden komen. Natuurlijk is het niet mogelijk om alle ouders op die manier te bereiken. Dat zou uitermate arbeidsintensief zijn. Maar het was wel een duidelijke wake-upcall voor de school om de communicatie met de ouders in de toekomst veel intensiever aan te pakken.”
De ouders naar school
“In een tweede fase, die nu loopt, ontmoeten we de ouders op school zelf. We verlagen de drempel door activiteiten uit te werken die zij zelf opwierpen tijdens het outreachend moment. Op de ene campus organiseren we rondleidingen doorheen de dag zodat de ouders hun kinderen aan het werk zien. We praten ook over maatschappelijke onderwerpen in een oudercafé met een hapje en een drankje erbij. Op die manier leren we elkaar beter kennen. Op de andere campus gaan we koken met de ouders.”
“De school moet aanvoelen als een veilige omgeving. Verbinding blijft daarbij voorop staan. Oudercontacten zijn geen strakke bijeenkomsten. Er is een oudercafé, er zijn hapjes en drankjes, er zijn leraren die informele gesprekken voeren met de ouders, ouders die andere ouders welkom heten. En de tijd van een oudercontact wordt niet beperkt tot 10 minuten wanneer er nood is aan meer.”
Ouderwerking ingebed in schoolwerking
“In een laatste fase trachten we de ouders te betrekken in activiteiten op school. We leerden de ouders kennen, zij leerden de school kennen. De atmosfeer is gecreëerd om een stap verder te gaan: de schouders zetten onder de ouderwerking.”
“Sommige ouders willen graag het oudercafé bemannen tijdens een oudercontact. Anderen willen liever aan de ingang staan om bezoekers te verwelkomen. En wanneer het moeilijk is om boeken te bestellen via Iddink, dan kunnen ouders elkaar daarmee helpen. Volgend schooljaar zal er tijdens de oudercontacten ook steeds iemand aanwezig zijn om vragen rond Smartschool te beantwoorden. We willen echt dat ouders zich welkom én veilig voelen op onze school. Dat ze hun mening durven en kunnen uit over belangrijke topics: tattoos op school, zakgeld, laatste 100−dagen, kosten voor uitstappen … En dat kunnen we alleen maar bereiken door een ouderwerking op poten te zetten die breed gedragen wordt en diep ingebed is in onze schoolwerking.”
“Eind oktober is er onze ouder- en grootouderdag. Zijn er ouders die dat graag mee willen begeleiden? Wie wil tolken? We willen de drempel helemaal wegnemen zodat elke ouder kan doen waar die zich goed bij voelt. We nodigen dan ook de VOEM uit. Die zorgen voor hapjes en speciale thee. Ouders die normaal niet betrokken zijn, komen ook af, want de VOEM kennen ze.”
“De schaamte om contact op te nemen met de school over een onbetaalde factuur, is groot. Vanaf nu zetten we daar, op aansturen van onze directeur Wesley Wouters, 1 vertrouwenspersoon op. Ouders weten bij wie ze terecht kunnen en moeten hun vraag niet meer stellen aan een onbekende. Allemaal kleine ingrepen die de stap naar de school laagdrempelig houden.”
Weerstand
“Natuurlijk zorgde het project bij aanvang wat voor weerstand bij de leraren. Zou het allemaal niet te arbeidsintensief worden? Het was belangrijk het team eerst zoveel mogelijk bewust te maken van de noodzaak van het project. We werkten op pedagogische studiedagen rond armoede, de vakwerkgroepen brainstormden over hoe ze de kosten voor hun vak konden drukken. De welzijnszorgers toonden cijfers die tot nadenken stemden, ervaringsdeskundigen rond armoede kwamen spreken. Waar de leraren bij aanvang nog voorzichtige stappen zetten richting stuurgroep ‘kansarmoede en onderwijs’, zijn velen onder hen nu heel enthousiast om mee te werken. Op ouderbijeenkomsten moeten we leraren soms zelfs teleurstellen omdat we al genoeg helpende handen hebben.”
Resultaat
“Nee, we hebben zeker nog niet alle ouders mee. Maar we voelen dat het project uitdijt als een olievlek. De eerste resultaten van deze werking zijn nu al voelbaar. Ouders moedigen elkaar aan om de stap naar onze school te zetten. Ze horen van andere ouders wat de school voor hen betekent en dat motiveert. En de leraren hebben ook meer contact met de ouders, wat de leerlingen alleen maar ten goede komt.”
“We blijven ook in de toekomst inzetten op een duidelijke communicatie en op een laagdrempelig contact tussen de ouders en de school. We hebben veel geleerd uit de eerste fasen van het project. Soms schrijven ouders niet in voor een oudercontact en is het nodig hen op te bellen. Maar de keer daarop schrijven de ouders zich meestal spontaan in. Het loont dus om blijvend te werken aan een goede communicatie en verbinding met en tussen de ouders.”
“Daarnaast zullen we ook in de toekomst de ouders onthalen met een hapje en een drankje wanneer ze op school zijn voor een oudercontact. Elke ouder die binnenkomt, krijgt een drankbonnetje. Zo weten we hoeveel ouders onze school bezochten. We houden de vinger aan de pols: resulteert onze aanpak of moeten we bijschroeven?”
“De denkfase is achter de rug. We hebben ervaring opgebouwd, leerden de verschillende locaties en welzijnspartners kennen en ook het stappenplan ligt klaar. We houden de verschillende fases in de toekomst aan, maar dat hoeft niet meer aan dezelfde intensiteit. Heel veel werk is al achter de rug. We trekken er lessen uit en werken van daaruit verder de komende jaren.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter