Verhaal
Starter maar geen jonkie: 3 zij‑instromers over hun switch
Steeds vaker vissen scholen in de vijver van zij‑instromers. Die hebben werkervaring, maar zijn toch weer ‘starter’. Of hun oversteek naar onderwijs slaagt, hangt af van de begeleiding die ze krijgen van hun directeur, hun mentor, én hun collega’s. 3 zij‑instromers vertellen over hun sprong en geven tips.
Leraar Michaël
“Met de gekste vragen kon ik bij mijn collega’s terecht”
Hier heb ik iets aan gehad:
“We zijn een team dat samenwerkt en compromissen probeert te vinden. Bij mijn meer ervaren collega’s kon ik zelfs met mijn gekste vragen terecht. Ze hielpen mij steeds uit de nood. Dat had ik als starter nodig en voelt veel beter aan dan formele sessies aanvangsbegeleiding.”
“Tegelijk erkent de directeur mijn expertise als ingenieur. Ze schakelt me in om taalinitiatie te geven en om de wiskundeknobbels in de klas op sleeptouw te nemen. Daardoor voel ik me minder de newbie op school.”
“De verwondering van de kinderen is voor mij onbetaalbaar. Ik kan ook meer eigenheid in mijn job leggen: als er mij iets in het oog springt op weg naar school, deel ik dat in de klas. Daar offer ik met plezier loon voor op. Die ‘sociale’ drijfveer en zingeving zijn de blokjes goud die een mentor kan opduikelen als een zij-instromer het even moeilijk heeft met andere aspecten van de job.”
Mijn advies voor aanvangsbegeleiding:
“Vertel dat je met de ‘kunstwerk-voorbereidingen’ van de lerarenopleiding niet alles oplost. Dat je op het ritme van je leerlingen leeft en lesgeven flexibiliteit vraagt. Er gebeurt zoveel onverwachts dat je perfecte scenario doorkruist: een kleine strubbeling op de speelplaats, een ziek kind, oefeningen die meer tijd nemen dan je inschatte. Gelukkig was ik dat snel schakelen gewoon uit mijn vorige job: ik wist soms pas op maandag dat ik 2 dagen later naar Pakistan vloog.”
“Geef mee dat onderwijs niet het rijk der vrijheid is: deur dicht en je doet volledig je eigen zin. Het is nu veel meer een teamsport dan in mijn kindertijd. Als je lesstijl verschilt van die van je collega, doe je bij gezamenlijke projecten wat water bij de wijn. Een kans om je lessen te verrijken met andere insteken.”
“Geef een zij-instromer credits voor zijn overstap. Vooral ouders vroegen zich af waarom ik leraar was geworden. Maar overschat technische kennis ook niet. Collega’s vroegen in het begin of ik ook de verwarming kon herstellen. Ondertussen zien ze me meer als leraar dan als ingenieur.”
Leraar Evelyne
“Als veertiger lijk je geen starter, maar je bent het wel”
Waar ik veel aan gehad heb:
“2 mentoren die voortdurend aanspreekbaar zijn, workshops organiseren en een maandelijkse nieuwsbrief voor starters en zij–instromers opstellen. Ze customizen in mijn school de aanvangsbegeleiding: je schrijft in voor sessies waar jij het meeste nood aan hebt. Uit de workshop klasmanagement pas ik nu deze tip toe: ik geef leerlingen een paar lessen lang vaste plaatsen om hun namen te memoriseren en oefen thuis met een fotolijst. En ik heb het nummer van mijn pedagogisch begeleider, die mag ik altijd contacteren voor inhoudelijke zaken.”
“Nog een meevaller: onze directeur houdt rekening met mijn draagkracht als starter. Dit jaar geeft ze me 3 parallelklassen in het tweede, waarvoor ik al lessen uitwerkte. Ik besloot zelf om 4 lesuren minder te geven, om deze job nog te kunnen combineren met de administratie voor het bedrijf van mijn man. Dat ik al na 1 jaar mijn onverhoopte TADD-statuut bemachtigde, is een mooie bekroning na een ‘ploeterjaartje’.”
Mijn advies voor aanvangsbegeleiding:
“Door hun leeftijd lijken zij-instromers niet altijd starter, maar ze zijn het wel. Ga er niet van uit dat ze alles al kunnen. Maak werkpunten bespreekbaar. Als mama had ik al wat kaas gegeten van opvoeden, maar het vele verbeterwerk groeide me het eerste jaar even boven het hoofd. Ik liet de leerlingen filmpjes maken en wou die allemaal quoteren. Daar moest ik nog een evenwicht in zoeken: wat evalueer je en hoe grondig doe je dat voor elke taak?”
“Lesgeven is een realitycheck. Het niveau en de motivatie voor Frans zijn vaak laag bij leerlingen die niet in een taalrichting zitten. Steun zij-instromers zodat ze zich niet laten ontmoedigen. Bedenk samen zinvolle remediëringsactiviteiten of inslijpoefeningen. Tussen de middag organiseer ik bijles met het broodje bij de hand. De bedankingsmailtjes die ik daarover van ouders krijg, hou ik bij.”
Leraar Kenny
“Het respect voor mijn werkervaring geeft me vleugels”
Waar ik veel aan gehad heb:
“Het respect van mijn leerlingen. De klik kwam heel snel. Laatstejaars zitten vaak al met hun hoofd half in het werkveld. En dat ken ik op mijn duimpje. Die ervaring kan ik voortdurend uitspelen. De vragen waar ik vooraf mee liep, kregen snel een antwoord. Ja, het lukt me om leerlingen mee te nemen. Zien dat jongeren samen een opdracht uitvoeren en dat ze op het einde van het jaar gegroeid zijn, geeft veel voldoening.”
“Natuurlijk lukt de overstap van de privé naar de klas niet zonder de begeleiding van mijn directeur, technisch adviseur en collega’s. Hun gerichte, praktische tips over didactiek of grenzen bewaken, zijn goud waard. Net als samen lesmateriaal ontwerpen en digitaliseren.”
Mijn advies voor aanvangsbegeleiding:
“Inschatten hoe uitdagend de leerstof mag zijn, is lastig als zij-instromer. Mijn cursus was in het begin te moeilijk. Die schaafde ik intussen bij. Dat het zesde en zevende jaar lassen veel praktijkgerichter zijn dan toen ik op de schoolbanken zat, daar schrok ik ook een beetje van.”
“Nog een tip: spreek met je zij-instromers over hun contract. Schenk zo snel mogelijk klare wijn. Dat mijn aanstelling eind juni afloopt en ik pas bij het begin van een nieuw schooljaar een nieuwe krijg heb, knaagt een beetje. De werkzekerheid die ik als lasser had, mis ik als leraar. Als er een vastbenoemde leraar uit een verlofstelsel terugkeert naar de school, mag ik vertrekken. En dat terwijl ik nog geen enkele dag tegen mijn zin naar school vertrok.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter