“Onze leerlingen bedachten
OKAN-buddykaartjes”
Jimmy De Smet, leraar burgerschap en aardrijkskunde bij K.A. Beveren
Zo doen zij het
Reguliere en OKAN-leerlingen zitten vaak in verschillende vestigingen, vleugels of verdiepingen. Hoe smeed je toch een band tussen die leeftijdsgenoten? 3 leraren delen concrete acties voor sociale samenhang in én buiten de school.
Jimmy De Smet, leraar burgerschap en aardrijkskunde bij K.A. Beveren
Jimmy De Smet: “Onze school telt een 60-tal OKAN-leerlingen. En eerlijk: ja, ze vertoefden precies op een eiland. Zowel leerlingen als leraren uit beide afdelingen legden weinig contact met elkaar. Alleen in de levensbeschouwelijke vakken werden de leerlingen een beetje gemengd. Nu er door de modernisering een vak burgerschap is, sluiten de OKAN-leerlingen af en toe aan bij onze tweedejaars.”
“Dat OKAN-leerlingen alleen staan op de speelplaats, vonden we niet fijn. Hoe doen we beter? De vraag stellen volstond om onze leerlingen naar de hoogste versnelling te laten schakelen. Zo ontstond ons buddysysteem waarbij we leerlingen aan elkaar koppelen.”
Jimmy De Smet: “1 van de ideeën van onze leerlingen: de OKAN-buddykaartjes. Is er een leraar afwezig, zonder zinvolle opdracht als alternatief voor de les? Dan mag je je buddykaart aan de toezichthoudende leraar tonen om naar de OKAN-klas te gaan. Eerder kwam de OKAN-leraar soms wat leerlingen uit de studiezaal halen. Maar nu willen we het engagement vanuit de leerlingen laten komen.”
“Een OKAN-buddy ondersteunt nieuwkomers bijvoorbeeld om te lezen: een leesjongere in plaats van leesouder. Maar we framen het bewust niet als ‘hulp bieden’. Het is een kruisbestuiving. Je blik verruimen. Vreemde talen durven spreken. Jezelf openstellen.”
Jimmy De Smet: “Veel OKAN-leerlingen volgen al vakken in de klassen van het reguliere onderwijs. Maar dankzij het enthousiasme van de leerlingen vinden wij leraren elkaar nóg beter. Onze lijnen zijn directer geworden: ‘Deze OKAN-leerling kan nog geen Nederlands, maar zie je het toch zitten dat die Engels volgt bij jou?”’
“We hopen dat het buddysysteem in alle lessen en activiteiten kan wortelen. Zo bekijken we vanaf nu bij elke uitstap – sportdag, projectdag, schoolreis – of de OKAN-leerlingen kunnen aansluiten.”
“Het effect? De ‘OKAN-banken’ op de speelplaats zijn nu ‘gewone banken’. Vroeger zaten leerlingen te wachten tot er hopelijk eens iemand een praatje kwam slaan. Nu zien we nu meer gemengde groepjes, met Google Translate als handige hamer om de taalbarrière te doorbreken.”
Charlotte Delacourt, leraar maatschappelijke vorming in het 7de jaar in MIA-Brugge
Charlotte Delacourt: “‘Waar hebben jullie nood aan in jullie vrije tijd?’ Die vraag stellen onze zevendejaars aan de OKAN-leerlingen van Maricolen Brugge. Hun interesses proberen we te matchen met het vrijetijdsnetwerk van de stad Brugge. Meteen 2 vliegen in 1 klap: leerlingen ontmoeten elkaar én leren een bevraging opstellen en afnemen. Bovendien merken we dat ze anders naar elkaar leren kijken, weg van de vooroordelen.”
“We betrekken verschillende organisaties uit de stad in ons project. En we kiezen bewust voor betaalbare hobby’s in het proefaanbod. Zoals skaten, rappen, dans, jeugdbewegingen, of sportclubs. Onze leerlingen leggen de contacten met de verschillende verenigingen en stadsdiensten. Met de input uit de bevraging schetsen ze de verwachtingen van de OKAN-leerlingen.”
Charlotte Delacourt: “De kennismaking met het lokale vrijetijdsaanbod op school verkleint de stap naar een hobby met nieuwe sociale relaties. Die eerste drempel valt weg: want er is al minstens 1 bekend gezicht.”
“Het resultaat: als de onderlinge band van de leerlingen buiten de school sterker wordt, dan kopieert zich dat binnen de schoolmuren. Maar we merken ook dat die drempelverlaging is niet alleen nodig voor de OKAN-leerlingen. Ook het publiek op onze school mist vaak zinvolle vrijetijdsbesteding.”
Katrien Broeckx, leraar godsdienst en artistieke vorming in Sancta Maria in Kasterlee
Katrien Broeckx: “We werken namiddagen uit met de OKAN-afdeling van Sint-Jozef in Geel. Ooit zijn we begonnen met een groot stadsspel, maar dat was het toch niet. Te schools. Te gestuurd. Nu laten we de ontmoeting via simpele activiteiten als koningsbal, Chinese vlag of Dikke Bertha gewoon gebeuren. Wel tijdens de normale lesuren, niet als extra op een woensdagnamiddag.”
“Het eerste spel is altijd Jenga. Met op elk blokje een vraag als: wat is je favoriete frituursnack? Je lievelingsmuziek? Je grootste ergernis? Dan volgt de speeddate en zitten de leerlingen 3 minuten tegenover elkaar, telkens met andere vragen. Altijd een succes: in het dagelijkse leven spreken die jongeren elkaar door de andere taal of cultuur niet snel aan. Maar nu sneuvelen de vooroordelen snel.”
“Het fysieke element in een spel helpt hen om in dialoog te gaan. Want een bal gooien en vangen lukt niet zonder goed naar elkaar te kijken. Zo ontstaat voorzichtig de connectie. De reacties langs beide kanten? “Dat zijn keitoffe jongeren!” Na elke ontmoetingsnamiddag vinden ze elkaar op sociale media en worden ze zelfs vrienden.”
Katrien Broeckx: “Onze leerlingen schrijven de uitnodiging voor de ontmoetingsnamiddag. Dankzij de zelfgemaakte kaarten voelen de OKAN-leerlingen het warme welkom. Ook op de spelletjesnamiddag nemen onze leerlingen het woord. Wij houden eigenlijk alleen een oogje in het zeil.”
“In het begin krijgt iedereen een naamsticker. Een OKAN-leerling zei mij: ‘Het is de eerste keer dat wij zoveel aandacht krijgen. Dat onze naam ook belangrijk is. Anders staan wij meestal alleen.’ Een andere leerling had op het einde van de dag ieders sticker gevraagd en die over zijn hele lichaam geplakt. Want hij was zo blij dat hij ons had leren kennen.”
“OKAN-leerlingen bloeien open en nemen op die namiddagen ook zelf initiatief. De laatste keer ontstond er tijdens een pauze een bijna filmisch moment. In de gietende regen begonnen enkele leerlingen met Afrikaanse roots te dansen. En iedereen deed mee. Wij forceren niks, dat gaat echt vanzelf.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter