Actueel
Nieuwe onderwijsambassadeur: “Leraren mogen fier zijn op hun job”
Leraar Evi Geysels van Sint-Norbertus Antwerpen wordt de onderwijsambassadeur, een nieuwe functie. “Ik wil het samenhorigheidsgevoel in en rond onderwijs versterken. Want scholen zitten eigenlijk vol ambassadeurs.”
Vanwaar jouw drang om onderwijsambassadeur te worden?
Evi Geysels: “Nieuwsberichten belichten te vaak de schaduwzijde van ons beroep. Ik wil weer positiviteit brengen, de mensen in de schijnwerpers zetten die onze kinderen vormen. Ik stuurde een brief naar het kabinet met mijn ideeën en de minister nodigde me uit op de koffie. Maar ik wil graag zonder politieke kleur over legislaturen heen het leraarschap promoten, net zoals de zorgambassadeur dat al sinds 2010 doet.”
“Mensen moeten weer warm lopen om leraar te worden. Niet alleen jongeren, ook werknemers uit andere sectoren. Die kunnen als duale leraar lesuren opnemen zonder de bedrijfswereld helemaal vaarwel te zeggen. Als je de spirit en de ‘goesting’ hebt om les te geven, mag niets je tegenhouden. Daarom steun ik initiatieven om werknemers een dag in het spoor van een leraar te laten lopen, om te ontdekken of de job iets voor hen is.”
“Mijn nieuwe rol kluistert me niet vast aan een bureau in Brussel. Ik zal eens een dag meevolgen bij starters, zij-instromers en ervaren leraren, maar ook bijvoorbeeld in de lerarenopleiding. En tijdens mijn tour langs Vlaamse scholen luister ik naar noden en inspirerende verhalen van leraren. Want het onderwijs zit vol ambassadeurs. Hun mooie, eerlijke verhalen deel ik dan in mijn nieuwsbrief op sociale media.”
Hoe wil je die positieve sfeer over onderwijs creëren?
Evi Geysels: “Aan de samenleving en ouders wil ik vragen om wat meer supporter te zijn, want een team zonder fans speelt zonder plezier. Verlies dragen wordt moeilijk dan. De meeste leraren geloven zo hard in hun leerlingen, maar de uitdagingen zijn groot: schermpjes zorgen voor afleiding, ouders worstelen met de combinatie werk-gezin, oudere kinderen moeten soms jongere broers en zusjes opvangen, gezonde maaltijden ontbreken thuis …”
“Net als veel leraren, voel ik me vaak de mama van leerlingen. Maar de betrokkenheid en zorg van een ouder kunnen we niet vervangen. Als er te veel op je schouders terecht komt, boet je kerntaak erbij in: lesgeven en kinderen hun doel helpen realiseren door bevlogen je vak over te brengen. Of ze daarna ingenieur of loodgieter worden, maakt niet uit, als je maar met volle overtuiging een puzzelstukje van hun traject helpt te leggen.”
“Niet alleen ouders zijn noodzakelijke supporters. Iedereen die begaan is met onze welvaart, moet onderwijs steunen. Het is onze grondstof, de leerlingen van nu zijn de bouwstenen van onze toekomst. Het respect voor sociale beroepen zakt onderuit, mensen spuien ongeremd kritiek op sociale media. Leraren zouden te veel vakantie hebben, te veel verdienen. Hou die oprispingen voor jezelf. Er zijn voldoende leraren die zich uit de naad werken, ook ‘s avonds, in weekends en tijdens schoolvakanties. Daar verdienen ze bakken respect voor.”
Ligt er ook een taak voor leraren en directeurs?
Evi Geysels: “Ja. Wees fier op wat je elke dag doet en durf dat ook zeggen. Leraar zijn is intens, vervelende voorvallen blijven vaker aan je plakken dan successen. Maar voor je op een familiefeest begint te ventileren, bedenk dan even welk beeld je van onderwijs schept bij je neefjes en nichtjes. Willen zij straks nog in je voetsporen treden? Lucht zeker je hart, maar benadruk ook de fijne kanten van je job.”
“Nog belangrijk voor de samenhorigheid: spelers hebben naast supporters ook ploegmaten en een coach nodig. Op school is je team je eerste opvangnet, je directeur je coach. Het is heel belangrijk dat je er als leraar niet alleen voor staat, dat je voldoende nabijheid ervaart en begeleiding krijgt. In dat klimaat van openheid, vertrouwen en samenwerking kan je floreren als leraar. En word je een team waarin je de vrijheid krijgt om je eigen ding te doen.”
“In mijn bijberoep als radiopresentator bij JOE zie ik hoe bedrijven targets vieren met een klein feestje. We zijn er samen blij omdat we iets realiseerden of (weliswaar commerciële) doelen bereikten. Waarom zou dat niet op school kunnen? Het begint bij een compliment van een collega, bij een directeur die je vraagt hoe het met je gaat of zegt dat je goed bezig bent.”
“Nog een stap verder: misschien kan je als directeur je team belonen als het aantal laatkomers bij je leerlingen daalt? Werk naar mooie doelen toe. Elke school kan daarbij kleine mijlpalen uitzetten, of het nu gaat om afval verminderen of een leerlijn uitwerken. Samen aanschuiven aan een taartenbuffet of een gratis broodjeslunch als je een ‘target’ behaalt, schept een band. Het houdt het vuur levend om ervoor te blijven gaan.”
Waarom ben je zelf leraar geworden?
Evi Geysels: “Ik hield als kind al van leraren die me met hart en ziel meenemen in hun lessen, in het middelbaar groeide mijn bewondering nog. Veel leraren geven degelijk en boeiend les én staan dicht bij de leerlingen. Maar ik had ook een leraar die de kloof tussen haar kennisniveau en dat van de leerlingen niet kon dichten. Ik verloor mijn interesse in haar vak. Dat wil ik later beter doen, dacht ik.”
“Ik ben een mensen-mens. Ik hou ervan om voor een publiek te spreken, van het sociaal contact. Ondanks mijn dyslexie, zette ik door en behaalde ik mijn lerarendiploma handel, bureautica en informatica. Dat inspanningen je ergens brengen, dat geloof wil ik doorgeven aan jongeren.”
Zag je in 20 jaar voor de klas veel veranderen? En ben je als leraar geëvolueerd?
Evi Geysels: “Leraar zijn is een constante zoektocht, zeker in je beginjaren. Eerlijk: het eerste jaar dat ik les gaf, dacht ik in december al aan stoppen. Als 23-jarige in het zesde middelbaar lesgeven is niet evident. Je klas ziet je onzekerheid en test je. Toch gaf ik niet op, mijn passie voor mijn vak en voor jongeren is te groot.”
“Leerlingen zijn mondiger geworden en de diversiteit is groter. Vroeger haalden opmerkingen van leerlingen, zoals over mijn geaardheid, me soms helemaal uit mijn balans. Je toont respect, verdedigt en steunt ze, en dan slingeren er een paar een heel persoonlijk verwijt terug. Daardoor voelde ik me een tijd machteloos. Ik leerde hen daar kordater op aanspreken, mijn emotie verwoorden zonder uit te barsten, leerlingen apart nemen en rustig buiten de groep aanspreken. En als leerlingen echt de sfeer verzieken voor de hele klas, is de steun van het team en de directie cruciaal. Een klaswissel of een uitsluiting van de leerling mag dan geen taboe zijn.”
“Gaandeweg bouw je je status op binnen de school, je wordt matuurder. Je leert hoe je omgaat met leerlingen, wat werkt in de klas. Je loopt al eens een teleurstelling op, maar je kan elk schooljaar van nul beginnen. En je voelt hoe je groeit in een complexe job. Dat is een mooie verwezenlijking.”
Je stapte ooit een trimester uit onderwijs uit zelfzorg en spreekt daarover. Maakt die kwetsbaarheid jou een betere ambassadeur?
Evi Geysels: “Op het juiste moment even een stap terug zetten om te herbronnen, mag geen taboe zijn. Beter op tijd energie tanken dan in een maandenlange burn-out belanden. Als het verhaal over mijn break bijdraagt tot die mentaliteitsverandering, vertel ik het graag. Schoolbesturen kunnen in samenspraak met leraren voor ademruimte zorgen. Sommige leraren wisselen graag een drukke en een vrije dag af, andere spreiden hun rooster liever over de hele week of krijgen energie van een lesvrije woensdag waarop ze een bijberoep kunnen uitoefenen.”
Kunnen leraren straks met hun klachten of wensen bij jou terecht? Ben je een brug naar het beleid?
Evi Geysels: “Ik wil constructief meedenken en veel gehoorde verwachtingen of verzuchtingen terugkoppelen. Denk aan planlast of te veel taken die je als leraar op je bord krijgt. Maar ik kan niet elk individueel probleem oplossen. Ik kom ook geen spelregels opleggen, want ik heb de waarheid niet in pacht. Het is net mooi dat scholen en leraren vrijheid hebben om te zoeken wat ze zelf willen. Mijn hoofdtaak is die bevlogenheid voor onze job verspreiden. Spreken straks meer mensen met bewondering over ons onderwijs, dan is mijn taak geslaagd.”
Log in om te bewaren
Dickens Hilda
30 oktober 2022hallo,
ik ben een gepensioneerde leerkracht en hoorde vrijdag van een vriendin,wiens kleindochter dit jaar begonnen is als leerkracht Nederlands. haar kleindochter, ooit gepest geweest, overweegt te stoppen o.w.v. opnieuw pestgedrag van haar parallel collega leerkracht Nederlands.
Heeeeelp! ik weet zeker dat het zelfvertrouwen van de betreffende leerkracht onder nul zit. zij zal zelf ook wel fouten maken. Ik heb haar verwezen naar de vertrouwensleerkracht. Ik veronderstel dat er nog meer zal nodig zijn om haar niet te verliezen als leerkracht. Hoe kan dit verder?
mvg
hilda
Laat een reactie achter