Gesprekstips
Zo ga je het gesprek met ouders in kansarmoede aan
Op school verstopte Peter De Vos, papa van Bryan, dat ze thuis in armoede leefden. Tot de directeur hem vroeg of hij kon helpen. “Goed dat de school het eerste contact legt in zulke situaties”, bevestigt Peter. Vanuit zijn ervaringen geven Nicole Formesyn en Myriam Suetens van SAAMO tips voor zo’n delicaat gesprek.
Peter De Vos: “De leraar vertellen dat we thuis geen laarzen hadden, durfde ik niet. De schoolpoort stapte ik alleen binnen voor het schoolfeest, of als er iets met Bryan was. Mijn financiële situatie delen met Bryans leraar? Die kende ik nauwelijks. Omdat de schaamte gigantisch was en ik Bryan wou beschermen, hield ik hem voor zo’n materiële reden als ‘laarzen’ dan maar gewoon thuis.”
“Merk ouders op. Ook wie zich probeert te verstoppen.”
Nicole Formesyn – SAAMO
- Wanneer je ouders uitnodigt, vertel er dan altijd bij waarover je hen wil spreken.
- Zoek verbinding rond het kind: vertel dat je het beste voor hebt met hun kind en dat je ervan overtuigd bent dat dit ook voor hen geldt.
- Laat ouders weten dat ze iemand mogen meebrengen om het gesprek te ondersteunen of tolken. Heeft het gezin een beperkt netwerk? Overweeg om een tolk te boeken.
- Focus je niet op de grenzen van het probleem maar verken samen de mogelijke oplossingen. Constructiever dan “Ja, maar …” is de “Ja, en …”-reactie.
- Verspert de armoedesituatie de leergroei en het welbevinden van het kind niet? Dan hoef je het met ouders niet over hun moeilijke levensomstandigheden te hebben.
Peter De Vos: “Op een dag nodigde de directeur me uit om langs te komen op school. Nieuwe paniek in mijn hoofd. Welk probleem zou ik nu te horen krijgen? Was ik niet in orde met paperassen of de schoolfactuur? Elke oproep of mail tikt me aan met een financieel probleem. Vaak op een verwijtende toon. Daar ging ik ook nu van uit.”
“Op school wilden ze me vertellen dat het niet zo goed ging met Bryan, dat hij met zichzelf geen blijf wist en ambetant gedrag vertoonde in de klas. ‘Of we eens samen konden nadenken over een andere school?’ Gelukkig vond ik die dag de moed om in te gaan op hun uitnodiging want op zijn nieuwe school is Bryan helemaal opengebloeid.”
“Nodig ouders uit vanuit een zorg, niet vanuit een probleem.”
Myriam Suetens – SAAMO
- Bouw vanaf de start een goede relatie op met ouders. Heet hen een schooljaar lang welkom aan de schoolpoort, laat hen toe in je klas, spreek hen aan tijdens een schoolfeest, trakteer 1 keer per maand koffie … Zo leer je elkaar kennen en zullen ouders sneller met vragen en problemen tot bij jou komen.
- Wacht niet op een probleem om ouders aan te spreken. Vertel wat goed gaat, wat de talenten en interesses van hun kind zijn. Zo versterk je jullie verbinding.
- Luister actief. Vat jullie gesprek regelmatig samen in je eigen woorden. Zo check je tussendoor of je de ouders juist begrijpt.
Peter De Vos: “Toen de directeur me even apart riep in de gang om ons te wijzen op Bryans kapotte schoenen, zakte ik in de grond van schaamte. ‘Dit valt ook klasgenoten op. We willen niet dat hij gepest wordt. Is er iets waarmee we kunnen helpen?’, vroeg hij me. Dat andere ouders en kinderen mee konden luisteren, maakte het extra pijnlijk.”
“Iets later nam hij ons mee naar een magazijn waar Bryan zelf een paar schoenen kon kiezen. Hoe moeilijk ook, de schaamte overwinnen om tegen iemand op school te kunnen zeggen dat je krap bij kas zit, neemt tonnen stress weg. Want hoe langer ik mijn situatie probeerde te verstoppen, hoe moeilijker het werd om ermee naar buiten te komen op school. Eenmaal de school het wist, kon ik opnieuw denken in oplossingen, moest ik geen energie meer steken in die vreselijke leugens.”
“Van leraren wordt geen oplossing verwacht, wel begrip.”
Nicole Formesyn – SAAMO
- Ga na waar het gesprek rustig, veilig en ongestoord kan doorgaan: in je klas, op de speelplaats, al wandelend?
- Neem plaats naast elkaar en niet recht tegenover elkaar.
- Overweeg een huisbezoek en check of ook de ouders dat zien zitten. Dat jij de moeite neemt om hen thuis te bezoeken, appreciëren ouders heel vaak.
- Spreek vanuit de ik-vorm. Niet vanuit de we-vorm of “De directeur en ik …”
- Spreek vanuit je observatie:“Ik zie dat …”, “Ik maak me zorgen over …”. Zo spreek je nooit in vooroordelen.
Peter: “Niks zo erg als een kind dat niet mee op schoolreis kan. Ook al was de prijs onhaalbaar, Bryan moest koste wat kost mee. Toen ik de avond vooraf ontdekte dat er geen eten meer was voor in zijn brooddoos, zakte ik heel diep. Die nacht kon ik niet slapen. Op schoolreis zonder lunch of centen? Bryan zou opvallen. Met een verzonnen smoes over ‘kapotte wekker en geen tijd meer om naar de bakker te gaan’, belde ik bij de buren aan voor enkele sneetjes brood. Dat ik tot zulke leugens in staat was, kan ik nog steeds moeilijk plaatsen.”
“Dat je ouders die het moeilijk hebben ziet, waardig behandelt en naar hen luistert, maakt het verschil.”
Myriam Suetens – SAAMO
- Zoek je oplossing niet te ver. Die zit voor ouders vaak al in de verbinding die je met hen legt.
- Hoe hard ze die ook proberen te verstoppen, benoem de inspanningen die de ouders en het kind dagelijks doen om te vechten tegen hun armoedesituatie en ‘de norm’ te halen.
- Soms kan het interessant zijn om een collega bij het gesprek te betrekken die bijvoorbeeld de ouder(s) ondersteunt. Anderzijds is het belangrijk om (vanuit de school) het aantal deelnemers te beperken, om niet intimiderend over te komen.
Peter De Vos ploeterde zich uit kansarmoede en getuigt nu als ervaringsdeskundige voor Recht-Op vzw, een Antwerpse vereniging waar armen het woord nemen en die deel uitmaakt van het Netwerk tegen armoede. Via die organisaties kan je een ervaringsdeskundige in kansarmoede uitnodigen voor je team en/of leerlingen.
Log in om te bewaren
Dolores
7 december 2022Zo jammer... wat maakt dat kinderen het aandurven om een klasgenootje uit te lachen met kapotte schoenen... Een voorraad laarzen voer ik graag in op school. Zo hoeven houders er niet jaarlijks te kopen voor die ene klasuitstap.
Paddy
22 december 2022De kinderen horen vaak gesprekken tussen hun ouders waarvan sommigen geen kansarmoede begrijpen. De dag nadien gebruiken ze die taal onbewust tegen hun klasgenootjes. We zouden niet in zo'n wereld mogen leven maar het is nu eenmaal de realiteit. Er zijn altijd centjes over om hulp te bieden aan lagere scholen. Twintig euro per kind kan een groot verschil maken. Jammer genoeg staat niet elke directeur open om mee te gaan in mijn verhaal. Meestal moet alles gaan via storting op eenn of andere rekening. Ik doe het liever op mijn manier zodat ik zie wat met de centjes gebeurt.
Laat een reactie achter