Neem je team mee in verandering: 5 bouwstenen van waarderend onderzoek
13 februari 2023
7 minuten
lezen
RHIZO Kortrijk stond voor een grote uitdaging: 2 scholen verhuizen naar een gloednieuw gebouw. Directeurs Nancy en Liselotte vertellen hoe ze via de 5 stappen van waarderend onderzoek of Appreciative Inquiry (AI) hun droomschool ontwerpen.
Liselotte Van Ooteghem:“Hoe moet ons nieuwe schoolgebouw eruit zien? Dat is geen beslissing waar je licht overgaat. Hoe speel je in op de noden en wensen van je administratieve medewerkers, leraren en leerlingen? Hoe bewaak je dat deze nieuwbouw future proof is? En hoe zorg je ervoor dat de architect die visie omzet in een echt gebouw? Zeker voor een nieuwbouwproject wil je niet met een groepje van 5 mensen de toekomst voor de komende 30 jaar bepalen.”
Nancy Dedeurwaarder:“Omdat we die ingrijpende keuzes als groep wilden maken, gingen we met een groot deel van het team aan de slag met Appreciative Inquiry of waarderend onderzoek. AI is een gespreksmethodiek die breed inzetbaar is. Voor uiteenlopende thema’s, van klasafspraken tot de herinrichting van de speelplaats. En voor elke doelgroep, van leerlingen tot collega‑directeurs. AI vraagt tijd. Maar op een halve dag kan je de 5 stappen doorlopen.”
E-book ‘Onderwijsinnovatie’
Je school is een bord spaghetti. Trek aan 1 sliert en alles komt in beweging. Lees eerlijke verhalen van schoolteams over de ups-and-downs van hun traject. En pluk 6 adviezen die jouw verandering vorm geven.
Liselotte Van Ooteghem: “Houden we onze onderzoeksvraagbeperkt en laten we leraren nadenken over hoe hun klaslokaal er in de toekomst uit moet zien? Of trekken we de vraag open en vragen we iedereen om mee te dromen over het hele schoolgebouw? Onze uiteindelijke onderzoeksvraag: ‘hoe ziet jouw ideale werk- en leerplek eruit om je goed te voelen op school?’.”
Samengevat
Baken af: wat is het onderwerp, wie willen we betrekken?
Formuleer je onderzoeksvraag open en herkenbaar. De juiste woordkeuze is cruciaal.
Stel als procesbegeleider een leidraad op: een heldere blik op de verschillende stappen en de tijd die voor elke fase nodig is.
Weerstand bij vernieuwing? Waarderend onderzoek is een kans om problemen anders te bekijken en toch vast te pakken. Er is ruimte om ook wat niet goed gaat te benoemen, een vertrekpunt hoe je het anders wil.
Fase 2: Discover. Ontdek rode draden in de persoonlijke (praktijk)verhalen
Liselotte Van Ooteghem:“‘Wat is jouw topmoment van de voorbije maand?’ Met die vraag gaan leraren per 2 in gesprek. Wanneer had je het gevoel dat je goed les kon geven, wanneer voelde je je goed op het werk? Spontaan komen dan verhalen van positieve ervaringen naar boven. In een eerste stap geef je 10 à 15 minuten per persoon de tijd om te vertellen én te luisteren.”
Nancy Dedeurwaerder:“Daarna vergroot je de groepen naar 4 of 8 personen. Samen gaan leraren op zoek naar wat hen raakt of opvalt in het verhaal van een collega. De voldoening om een leerling te zien groeien, blijven geloven in een leerling, een goede samenwerking met een collega. In de grotere groepen laat je leraren de rode draden op papier zetten. Zo kunnen die mee naar de volgende fase.”
Liselotte Van Ooteghem:“In deze fase creëer je verbondenheid rond een hoger doel. Iedereen heeft verschillende ideeën maar als je samen zoekt vind je zó veel gelijkenissen. Samen voor dat gemeenschappelijke doel gaan, brengt heel veel energie naar boven.”
Samengevat
Beperk je tot 3 gespreksvragen. Deel ze op papier uit als houvast. Formuleer de vragen positief en voldoende concreet.
Neem tijd om te verbinden: geef elke deelnemer 10 à 15 minuten om te vertellen én te luisteren. In deze fase leg je de basis voor een positieve mindset. Belangrijk voor de volgende stappen.
Samen verhalen ophalen en rode draden vinden werkt ook op andere momenten verbindend, los van de 5 stappen van waarderend onderzoek.
Fase 3: Dream. De toekomst zonder beperkingendromen
Nancy Dedeurwaerder:“In deze fase kijk je vooruit in de tijd. Voor ons is dat heel concreet 1 september 2023. Die dag starten onze lessen in de nieuwbouw. Maar je kan ook veel verder in de toekomst kijken. Wat als je vanavond gaat slapen en wakker wordt in 2030? Hoe ziet jouw leer- en werkomgeving eruit, hoe geven we in 2030 les? In onze droomfase wilden we een zwembad op het dak van de nieuwbouw. Cruciaal in deze fase is dat je geen rekening houdt met beperkingen. Alles kan en alles mag.”
Liselotte Van Ooteghem:“In eerste instantie dromen leraren over praktische zaken. Zoals een ondergrondse parkeergarage zodat ze ‘s ochtends hun auto makkelijk kwijt kunnen en zonder stress aan de schooldag beginnen. Anders dan de didactische noden waar jij als directeur misschien eerder aan dacht.”
Nancy Dedeurwaerder:“Er zit veel verbeeldingskracht en innovatie in mensen. Collega’s zijn zelf verrast dat ze zo snel in een flow raken. Anderen vinden het moeilijker om in de verbeelding mee te gaan. Maar ik heb niet het gevoel dat dit een belemmering is voor de anderen. Leraren met meer ervaring op de onderwijsteller reageren vaak aarzelend. Als collega’s hen aanspreken en vragen ‘hoe denk jij erover’, werkt het ontwapenend en krijg je ze wel mee.”
Liselotte Van Ooteghem: “Aan het einde van deze fase visualiseer je de dromen van elke groep. Leraren kiezen de creatieve vorm die het best bij hen past: een collage, een filmpje, moodboard … en zijn nieuwsgierig naar de dromen van de andere groepen.”
Samengevat
Trek het gesprek open naar je pedagogisch project of gemeenschappelijke doelen. Bij de start van de droomfase blijven deelnemers vaak dicht bij hun eigen leefwereld, noden of wensen.
Stel heterogene groepen samen. Zo betrek je ook meer passieve deelnemers bij de droom.
Loop als begeleider rond en kijk wie meedoet en wie een beetje afzijdig blijft. Vraag waarom het lastig is en wat ze nodig hebben om deel te nemen. Zolang die deelnemers het proces voor de anderen maar niet blokkeren.
Visualiseer de droom van de groep en deel de dromen met alle deelnemers. Laat elke groep zelf kiezen voor een presentatievorm waar ze zich comfortabel bij voelen.
Fase 4: Design. Terug naar de realiteit
Nancy Dedeurwaerder:“In deze fase keren we terug naar de realiteit. Wat nemen we uit de dromen mee? Onze concrete vraag: wat willen jullie herkennen in de plannen van de architect? Je bent leraar in een school voor verpleeg- en zorgkunde. Welke elementen uit de droom helpen ons project realiseren? Op dat moment gaat het idee van het zwembad eruit. Geef aan waarom je bepaalde elementen niet kan meenemen door te verwijzen naar pijlers uit het pedagogisch project.”
Liselotte Van Ooteghem:“De verschillende teams tekenden een plattegrond of knutselden een maquette van het gebouw, de verdiepingen, de klaslokalen en de leraarskamer. Zelfs over de vorm van het gebouw en de grootte van de klaslokalen dachten ze na.”
Nancy Dedeurwaerder:“Je moet als leidinggevende ook aanvaarden dat het resultaat anders kan eindigen dan je zelf in gedachten had. Dat is de consequentie van co-creatie. Zelf wou ik de bovenste verdieping als 1 groot lokaal inrichten. De teams dachten daar anders over en gaven goede argumenten die ik wil respecteren. Uiteindelijk zijn zij het die daar elke dag moeten werken.”
Samengevat
Betrek experten bij de realitycheck. Neem de ideeën kritisch onder de loep: bereiken we met deze actie ook het gewenste effect?
Als leidinggevende moet je aanvaarden dat het eindresultaat er anders uit kan zien dan je zelf voor ogen had.
Fase 5: Destiny. Uitvoeren en opvolgen
Liselotte Van Ooteghem:“Uit de verschillende teams brachten we de gemeenschappelijke ideeën in kaart. Al snel was het duidelijk dat leraren nood hebben aan 2 soorten werkruimtes: een stille werkplek en eentje waar je in dialoog kan gaan met je collega’s. Maar er was ook eensgezindheid over de nood aan licht en groen, een warm interieur met hout, lokalen die je polyvalent kan gebruiken, studenten livings en het simulatielab. Zo kwamen we tot een lijst met kernwoorden en één gemeenschappelijk plan voor de architecten.”
Nancy Dedeurwaerder:“De directeur infrastructuur volgt de bouw op. Als beleidsteam konden we de eerste plannen inkijken en input geven. Daarna lichtten de architecten de plannen toe aan het team. Er was ook ruimte voor een feedbackronde. Als iets niet haalbaar was, legden de architecten ook uit waarom dat zo was.”
“Op sociale media kan iedereen ons bouwverhaal volgen. In de weekinfo geven we een stand van zaken mee. Als de ruwbouw binnenkort klaar is, plannen we met alle collega’s een werfbezoek. Zo kan iedereen zich al een concreet beeld vormen.”
“In een volgende stap plannen we opnieuw een waarderend onderzoek rond de inrichting van het gebouw. Lokalen met tafels en stoelen, lokalen voor meer dynamische werkvormen. En we willen samen nadenken hoe we de centrale trappenhal kunnen gebruiken of hoe we met break-out rooms willen werken.”
Samengevat
In je actieplan neem je concrete to do’s op: in dit geval een lijst met gemeenschappelijke kernwoorden en een plan voor de architect.
Trek voldoende tijd uit voor de opvolging en blijf communiceren.
Laat een reactie achter