Tips
Onderwijsspiegel 2024: 8 reflectievragen voor leraren en directeurs
Een beleid tot op de klasvloer en een goed uitgebouwde evaluatie: de belangrijkste werkpunten voor scholen. Dat besluit de Onderwijsinspectie in haar jaarverslag, de Onderwijsspiegel 2024. Jouw onderwijsbeleid en -praktijk verstevigen? Kijk als team in de spiegel met deze 8 reflectievragen.
In het basisonderwijs kregen 119 van de 218 (55%) doorgelichte scholen vorig schooljaar een ‘gunstig advies zonder meer’. Daarmee voldoen ze aan de verwachtingen van het referentiekader voor onderwijskwaliteit, het uitgangspunt van de Inspectie 2.0. In het secundair gaat het om 35 van 73 (48%) scholen. In het buitengewoon lager onderwijs om 4 van de 15 (27%) en in het buitengewoon secundair onderwijs om 1 van de 13 (8%).
Positief: heel wat scholen hebben een heldere visie. Maar die raakt slechts in wisselende mate tot op de klasvloer. Daar mist de meerderheid van de scholen nog doelgerichte maatregelen en afspraken op school-, deelteam- en individueel niveau. Ook planmatige en betrouwbare evaluatie van de onderwijskwaliteit is nog onvoldoende ingeburgerd in basis-, secundair én buitengewoon onderwijs.
Dat beïnvloedt de onderwijsleerpraktijk: die is in veel scholen nog niet kwalitatief genoeg. De verschillen tussen scholen zijn groot, maar algemene struikelblokken zijn onder andere faire evaluatie, effectieve feedback, een accuraat beeld van je leerlingen en begeleiding volgens het zorgcontinuüm.
Wie zich er al op begaf, weet: het pad van visie naar klasvloer is hobbelig. Klasse ging daarom op zoek naar de 8 grootste obstakels uit de Onderwijsspiegel 2024. Welke hinderen jullie onderwijskundig beleid, kwaliteitszorg en onderwijsleerpraktijk nog? Kijk als schoolteam in de spiegel en haal ze – obstakel per obstakel – weg met onderstaande tips.
4 vragen op klasniveau
Transparante evaluatie, motiverende feedback of een goed uitgewerkte brede basiszorg? Bepaal als schoolteam welke onderwijskundige schoentjes nog knellen door de klaspraktijk te evalueren met deze 4 reflectievragen.
1. Zijn je evaluaties kwalitatief?
Eerlijk evalueren? Belangrijk, maar niet zo simpel. Volgens expert Philipp Sonnleiter is niemand 100% objectief. “Maar wie zich bewust is van de valkuilen, heeft wel een streepje voor.” Expert Dries D’haese vult aan: “Goed evalueren gaat niet om losse prikjes, maar om een kuur. Het zit in elk facet van je les en is de aanjager van doordachte didactische keuzes en leerwinst.”
2. Heeft je feedback het gewenste effect?
Pak je feedback juist aan, dan is het een ontzettend krachtig leermiddel. Maar onduidelijke of demotiverende feedback kan leerlingen ook frustreren en blokkeren.
3. Heb je je klas- en leerlingbeeld helder?
Wat kunnen je leerlingen al? Waar worstelen ze nog mee? En heb je voldoende zicht op hun leer- en ontwikkelingsvorderingen? Een helder beeld maakt je lessen kwalitatiever, want een klas met minder taalfeeling is gebaat bij een andere aanpak dan een taalsterke klas. Een ‘spiekbriefje’ geeft faalangstige leerlingen tijdens toetsen de nodige gemoedsrust. En de motivatie van een cognitief sterk functionerende leerling hou je met extra uitdaging op peil.
4. Werk je ook aan motivatie, kritisch denken en metacognitie?
Autonomie, verbondenheid en competentie: dé basisingrediënten voor gemotiveerde leerlingen. Toe te voegen naar hartenlust: kritisch denken en metacognitie. Want leerlingen die niet effectief studeren of kritische zin mankeren, verliezen snel motivatie.
4 vragen op beleidsniveau
Knellende schoentjes gesitueerd? Werk met deze 4 reflectievragen en bijbehorende tips aan je onderwijskundig beleid en kwaliteitsevaluatie, en ondersteun zo de leraren in hun lespraktijk.
1. Evalueer je je beleid cyclisch?
Plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen: met duidelijke doelen en een cyclische en betrouwbare evaluatie geef je de kwaliteit van je beleid én onderwijsleerpraktijk een enorme boost.
2. Bruist je school al van het teamwerk?
Staat je to-dolijst of die van je beleidsteam propvol? Vervang hem door deze: 1) samenwerkingscultuur installeren, 2) alle andere to-do’s verdelen. Oké, zo simpel is het niet. Maar met cocreatief leiderschap werk je tegelijkertijd aan draagvlak, duurzame oplossingen én teamgeest.
3. Ken je de kwaliteiten van je korps?
Trek je visie op goed onderwijs ook door in je personeelsbeleid. Zie je knelpunten in vakgroepen? Voel je stress bij bepaalde collega’s? Hoor je misnoegde uitspraken tijdens de koffie? Of valt iemands talent je plots op? Hou formeel en informeel vinger aan de pols met wat – en wie – er in je team leeft.
4. Is je zorgbeleid helder voor iedereen?
Cognitief sterk functionerende leerlingen, leerlingen in kansarmoede, leerlingen met ADHD, dyslexie, faalangst, taalachterstand … Volg je ze voldoende planmatig op volgens het zorgcontinuüm? Is er ruimte voor iedereen in de brede basiszorg? En zijn de afspraken over verhoogde zorg duidelijk voor alle leraren?
Benieuwd naar meer of concretere cijfers? Het volledige verslag, bijhorende presentaties en infografieken vind je op de website van de onderwijsinspectie. Of bekijk deze visuele toelichting.
Log in om te bewaren
Katja Savelkoels
21 september 2024heb 3 kinderen in het secundair en ben zelf hoofdverpleegkundige. wat ik merk ik als ik merk dat 2 van die 3 al een paar jaar steeds zakken en ik meer met hen studeer dan zij is er iets mis. dan vraag je nu aan het begin start al met studieondersteuning of het loopt weer verkeerd af. Dat ik dan als antwoord krijg dat we hen eerst een infosessie gaan geven en dan gaan kijken tot in november???? wat haalt dit uit? mijn zoon had zelfs nog niet vermeld dat hij die sessie had gekregen. neen plan die in of desnoods stuur ons door naar iemand maar laat ons zo snel mogelijk deze problematiek aanpakken.
Laat een reactie achter