Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Vlaamse toetsen in aantocht: 4 lessen uit Luxemburg

  • 27 april 2023
  • 7 minuten lezen

In het Groothertogdom Luxemburg zijn centrale toetsen al sinds 2010 vaste prik. Vanaf schooljaar ’23‑’24 start ook ons onderwijs met ‘Vlaamse toetsen’. Schulleiter Christophe Dahm en toetsontwikkelaar Philipp Sonnleitner vertellen welke lessen wij uit de ervaring van onze buren kunnen trekken.  

Student vult een toets in
Directeur Christophe: “Ik merk dat mijn leraren zich vaak onzeker voelen over de kwaliteit van hun toetsen.”

Christophe Dahm, directeur scholengemeenschap Lallange: “Elk jaar nemen we de ÉpStan-toetsen af, net als elke andere school in Luxemburg. ÉpStan staat voor ‘Epreuves Standardisées’: een centrale toets die bij het begin van een nieuwe graad nagaat of leerlingen klaar zijn voor het 1e, het 3e, het 5e leerjaar. Ook in het secundair onderwijs doet elke leerling mee aan ÉpStan. Op het menu in de lagere school: luister- en schrijfvaardigheid Duits en wiskunde.”

Philipp Sonnleitner, toetsontwikkelaar ÉpStan: “Sinds 2014 monitort ÉpStan de onderwijskwaliteit in ons land. We bekijken wie de lat haalt voor basiscompetenties – ‘niveau socle’ – en wie ‘niveau avancée’ bereikt. Een hele onderneming: elke school ontvangt per leerling en per competentie invulblaadjes en uitgebreide instructies voor de leraar. Niet digitaal, en elke leerling dezelfde toets. Pas in het secundair kiezen we voor digitaal en differentiëren we volgens finaliteit.” 

“Alles samen nemen de toetsen ongeveer 4 lesuren in beslag. De leraar verbetert zelf en voert de resultaten digitaal in, wij bezorgen feedback op school-, klas- en leerlingniveau. Het uiteindelijke doel: sterk onderwijs dat elke leerling in staat stelt om het ‘niveau socle’ te bereiken.”

Christophe Dahm: “De resultaten hebben geen invloed op de slaagkansen van leerlingen. En cijfers van scholen worden niet openbaar gemaakt, waardoor er geen gevaar is op een publieke afrekening of een ranking van scholen. Belangrijke gelijkenissen met de Vlaamse toetsen die bij jullie in aantocht zijn.”


Les 1:

In de spiegel kijken vraagt moed

Christophe Dahm:  “Toetsen leveren enkel data op, maar die data kunnen leiden tot veel emotie. Een evaluatie van je leerlingen voelt aan als een evaluatie van jezelf. ‘Die centrale toetsen bevatten onzinnige vragen’, ‘ons publiek is nu eenmaal zwakker’, ‘die toets duurt een uurtje, ik zie mijn leerlingen een heel jaar’: zeker als de resultaten tegenvallen, bots je op weerstand.”

Philipp Sonnleitner: “De oorzaak buiten jezelf leggen is een erg menselijke reactie. Logisch, als een gestandaardiseerde toets plots een beeld schetst dat botst met je harde werk en de aanpak die je al jaren met hart en ziel verdedigt. ÉpStan heeft de waarheid zeker niet in pacht. En de toetsomstandigheden – denk maar aan een conflict op de speelplaats net voor de toets – zijn voldoende om de resultaten van de halve klas te kelderen.”

“Weerstand is normaal. Maar als je eroverheen stapt, heb je een schat aan informatie in handen. Sterke leraren durven zichzelf in vraag stellen. Scholen die goed scoren op ÉpStan, zijn niet toevallig net de scholen die al kritisch naar zichzelf kijken. We hopen dat die kritische reflex in onderwijs stilaan vanzelfsprekend wordt.”

Weerstand is normaal. Maar als je eroverheen stapt, heb je een schat aan informatie in handen

Philipp Sonnleitner
toetsontwikkelaar ÉpStan

Christophe Dahm: “Vóór ÉpStan kon je als leraar in veel scholen nog lesgeven op je eilandje. Nu moet je plots samen met je collega’s die resultaten interpreteren en je aanpak in vraag stellen. Toegegeven, in mijn school was die omslag best een schok. Extra gevoelig en verre van ideaal: we toetsen in november en krijgen de uitslag in januari. Terwijl ÉpStan competenties evalueert die leerlingen al in juni van het voorbije schooljaar moesten bereiken.”

“Voor leraren houdt die timing dus in dat ze enkel te zien krijgen welk competentieniveau hun collega met die leerlingen bereikte. ‘In de eerste graad leggen ze de lat te laag’, ‘verbaast me niks als je ziet hoe die collega lesgeeft’: voor je het weet krijg je een rondje zwartepieten. Terwijl tegenvallende resultaten nooit de fout van een individuele leraar zijn. En de oplossing altijd in samenwerking ligt.”

Philipp Sonnleitner: “Een ideaal moment is er niet voor onze toetsen. In juni plant de school zelf evaluaties, in september is het te druk en kamp je met zomerverlies … Dat je pas zo laat weet of leerlingen het jaar voordien de lat haalden, is niet optimaal. Maar de ÉpStan-toetsen hebben ook niet als doel om individuele leraren af te rekenen. Wel om samen met scholen te achterhalen of de koers die ze varen, de juiste is.”

“Net zoals leerlingen vaak dat ene slechte cijfer op hun rapport onthouden, dreig je ook enkel te focussen op wat slecht gaat. Terwijl het minstens zo belangrijk is om te borgen wat goed is en je af te vragen hoe je die sterke punten nog meer kan uitspelen.”


Les 2:

Cijfers blijven cijfers. Tot je er samen naar kijkt

Christophe Dahm: “Wanneer de resultaten binnenkomen, heb je als directeur een sleutelrol. De feedback is heel bevattelijk uitgewerkt, maar een gezonde dosis datageletterdheid is handig. Toch zou het weinig uithalen als ik de resultaten in mijn eentje uitspit. Cijfers zijn niet meer dan cijfers. Pas als je ze interpreteert, veranderen die cijfers in waardevolle informatie.”

Elk perspectief telt. En dus denken we als team na over die cijfers, plan ik bewust momenten in om over onze feedback te discussiëren. Zo krijgen we een scherper beeld van waar we staan én waar we naartoe willen. En trigger ik hopelijk ook collega’s die meer terughoudend zijn.”

Philipp Sonnleitner: “ÉpStan is een momentopname die slechts een deel van de competenties toetst. Leraren hoeven hun eigen evaluatie dus niet onder de mat te vegen. Maar je krijgt dankzij de toetsen wel een unieke kans om jouw kijk op de progressie van je leerlingen in een ruimer perspectief te plaatsen. Zo zie je in de feedback waar je leerlingen staan ten opzichte van andere leerlingen met dezelfde socio-economische achtergrond. Geen appelen met peren maar een faire vergelijking.”

Leraren werken zich te pletter, maar vragen zich te weinig af of het anders moet of efficiënter kan

Christophe Dahm
directeur scholengemeenschap Lallange

Christophe Dahm:  “Niet elke leraar vindt het zijn taak om in die cijfers te duiken. Begrijpelijk, want je hebt al zoveel op je bord. Maar die onderzoekende rol kan je als leraar echt niet lossen: goed onderwijs bieden betekent kritisch naar jezelf kijken. En de data van centrale toetsen dus aangrijpen als een leerkans.”

“Die kritische blik loont ook voor jezelf. Leraren werken zich te pletter, maar vragen zich te weinig af of het anders moet of efficiënter kan. Ik ben ervan overtuigd dat we heel wat burn-outs kunnen vermijden als leraren de tijd nemen om samen met collega’s hun aanpak in vraag te stellen en indien nodig bij te sturen. Of niet halsstarrig vast te houden aan wat vroeger werkte tot het lijntje breekt.”


Les 3:

Goed toetsen is aartsmoeilijk

Christophe Dahm: “Sinds kort ben ik ook betrokken bij de ontwikkeling van het ÉpStan-toetsmateriaal. Als je ziet hoeveel denkwerk dat inhoudt, besef je pas hoe complex het is om een valide toets op te stellen. Ik herinner me de toetsen die ik in mijn eerste jaren als leraar uitwerkte: nooit was ik echt tevreden. Ik merk dat mijn leraren zich ook vaak onzeker voelen over de kwaliteit van hun toetsen.”

Philipp Sonnleitner: “Goed evalueren vergt véél tijd en inzicht. Leraren stoppen er enorm veel energie in. Toch is toetsen opstellen en verbeteren zowat hun minst favoriete bezigheid.”

Christophe Dahm: “ÉpStan opende onze ogen. Je ziet hoe je slimmer kan evalueren, en dat heeft een positieve invloed op de kwaliteit van onze eigen toetsen. Tegelijk stoppen we in onze school nog altijd te veel tijd in toetsen opstellen, afnemen en verbeteren. Een toets is echt niet de enige manier om te weten waar je leerlingen staan.


Les 4:

Je leert het meest uit je fouten. Ook als je leraar bent

Christophe Dahm: “Schoolrapport of ÉpStan-resultaten: de meeste ouders vertrouwen op de leraar om hen te vertellen wat de betekenis is. Sommige leraren nemen hun tijd om ook de ÉpStan-resultaten grondig te bespreken, anderen vermelden die slechts terloops. Jammer, want zo ontzeggen ze ouders belangrijke info en laten ze de kans liggen om hun gesprekken met ouders beter te onderbouwen.”

Philipp Sonnleitner: “Geen enkele directeur heeft centrale toetsen nodig om te weten hoe leraar X of Y presteert. Dat is ook allesbehalve het doel van ÉpStan. Wij willen de onderwijskwaliteit waarborgen. Al krijg je als school ook info op leerling- en klasniveau: de schoolfeedback is voor ons het allerbelangrijkst.”

Elke dag vertellen we onze leerlingen dat je het meest leert uit fouten. Waarom vinden we het dan zelf zo lastig?

Christophe Dahm
directeur scholengemeenschap Lallange

Christophe Dahm: “In de beginjaren werd ÉpStan op argwaan onthaald. Zonde dat leraren verkrampt reageerden op feedback die zo waardevol was. Nochtans is de school de plek waar alles om leren draait. Elke dag vertellen we onze leerlingen dat je het meest leert door fouten te maken. Waarom vinden we het dan zo lastig om te aanvaarden dat we zelf ook nog kunnen bijleren?”

“Stilaan verandert die mindset en staan we meer open voor die broodnodige zelfreflectie. Een lang proces waarvan we nu de vruchten beginnen te plukken. Maar hoe sneller je die klik maakt, hoe beter dat lukt. En dat komt jou en je leerlingen alleen maar ten goede.”

En in Vlaanderen?

Heel wat landen maken, elk op hun manier, gebruik van centrale toetsen. Dit praktijkvoorbeeld zoomt in op Luxemburg omdat er heel wat gelijkenissen zijn tussen ÉpStan en de Vlaamse toetsen

Zo is het voornaamste doel niet om leerlingen te evalueren, wel om de onderwijskwaliteit te versterken. Daarom krijg je als school feedback op school-, klas- en leerlingniveau, rekening houdend met achtergrondkenmerken van de leerlingen. Bovendien worden resultaten zowel in Vlaanderen als in Luxemburg niet publiek gemaakt om een ranking tussen scholen te vermijden. 

In Luxemburg spelen de resultaten op ÉpStan niet mee in de evaluatie van de klassenraad. In Vlaanderen kan de klassenraad ervoor kiezen om de resultaten op de Vlaamse toetsen te betrekken in de beoordeling naast de eigen evaluaties.  

Tot slot enkele organisatorische en praktische verschillen in vergelijking met Luxemburg: de timing (april/mei), de doelgroep (4e en 6e leerjaar basisonderwijs, 2e en 6e jaar secundair onderwijs), de inhoud (wiskunde en begrijpend lezen en schrijfvaardigheid Nederlands) en de vorm (altijd digitaal, ook in het basisonderwijs). Meer info vind je op vlaamsetoetsen.be.

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter