Met je Lerarenkaart
Met de klas stilstaan in Openluchtmuseum Bokrijk
Haspengouw, 100 jaar geleden. “Dit is een echte boerderij”, vertelt onze gids. “Net als de huizen in Openluchtmuseum Bokrijk werd ze afgebroken en heropgebouwd.” De ‘schoolmeester’ begroet onze klas. Met zijn zwarte mantel en bolhoed torent hij boven ons uit. Hij luidt de schoolbel. De vijfdejaars van SBS Munster zijn klaar voor het leven zoals het was. Redacteur Klara volgt hun belevingstocht.
“Welke dieren waren er 100 jaar geleden?” vraagt onze gids Patrick. We leren dat de kippen, eenden en honden vrij rondliepen. “Op school hebben we ook dieren. De kinderen vinden het heerlijk om ze te verzorgen”, vertelt juf Phaedra. “Terwijl de klas van juf Birte de textielworkshop doet, volgen wij de gids langs ‘Beestig Bokrijk’. Straks wisselen we.”
Boer Fons en boerin Johanna
Patrick vertelt ons dat iedereen die op de boerderij woonde, zelfs de grootouders, meehielp. “Jullie mogen vandaag dus ook helpen!” Elke leerling krijgt van hem een sticker met een naam en rol. Zoé en Louise worden ‘boerin Johanna’ voor een dag. Ioanna wordt ‘Emiel de knecht’. En Trystan proest het uit als hij ontdekt dat hij oma Germaine is. ‘Boer Fons’ glundert als Patrick zegt: “Jij had misschien een koe, een tuin en een akker.”
Geen kleine scharrel
We stappen het dorpje Haspengouw binnen, langs het schooltje waar de meester in een klasje de 10 geboden drilt. Als we de koer van pachtboerderij Conzentwinning op wandelen, scharrelt een kip om het hoekje. “Waauw, die is groot!” Patrick vertelt: “Dat is de ‘Vale van Haspengouw’, een kippenras dat bijna uitgestorven is, en hier net als 100 jaar geleden rondloopt.”
Er ligt wat hooi en stro verspreid dat op de mesthoop geschept moet worden. Terwijl Patrick om gerief gaat, waarschuwt hij: “Zoek ondertussen al eens de waterput. Maar zorg dat je er niet in valt!”. Met hark en schop gaan 7 van de 15 leerlingen buiten aan de slag en op ontdekking. Wij volgen ondertussen gids Patrick naar binnen.
Wat niet weet, niet deert
“Een geweer, en een oven!” merkt Zahraa op. Rechts naast de keuken met de Leuvense stoof, sliep de kasteelheer als hij kwam jagen, leren we. Maar de frigo of de kraan, die vinden we niet. “Moesten ze zich wassen met water van de beek?” vraagt Maxine luidop. “Ocharme”, zuchten de kinderen. Maar Zoé merkt clever op: “Binnen 10 eeuwen zeggen ze dat misschien over ons.”
Nu breekt mijn klomp!
Achteraan ontdekken we de slaapkamers. Mathias zou hier niet graag slapen: “Zo eng en klein”. Nochtans was dit wel een grote boerderij voor die tijd. “Ze sliepen met opgetrokken knieën”, verklaart Patrick. “En de kinderen lagen vaak met 2 in bed, of sliepen op zolder.” De ‘gekke schoentjes’ die Zahraa ontdekt bij de bedstee, passen haar niet. Als Patrick vraagt naar de lichtknoppen, is Zoé hem te slim af. “Maar die zijn er niet!” De olielamp is stille getuige. We leren dat mensen leefden op het ritme van de natuur. Opstaan met de zon en gaan slapen met Janneke Maan.
2 emmertjes water halen
De groepen wisselen. We stappen het erf op. “Juf, misschien slaapt hier de knecht!” roept Ioanna, alias Emiel de knecht, als ze een bed ontdekt in de schuur. Louise en Zoé putten een emmertje water. Zahraa neust rond. De koe, konijnen, het toilet – “èèèk, da stinkt! – niets ontsnapt aan haar aandacht. “Ik heb de indruk dat de vorige groep hardere werkers waren”, lacht juf Phaedra.
Waarom er zoveel Jezusfiguren aan de muur hangen, en wat dat molentje is? De tweede groep heeft het snel in de smiezen. Kaylee herkent meteen de koffiemolen. En Manice begrijpt: om tegenspoed te voorkomen, werd er vroeger heel wat gebeden. Wie weet, doet hij straks ook nog een schietgebedje.
Kinderspel
“Touwtje trekken of met een bal spelen!” luidt Victors antwoord op de vraag welke spelletjes de kinderen vroeger speelden. Of “Big rijden” roept Maxine door het dolle heen. Op het grasveldje achter de school houden we halt bij een houten bok, de ‘Blinde Merrie’. Aan weerszijden hangt Patrick 2 petten die Maxine met de voeten van de grond, geblinddoekt op een stok tracht te steken. Hij wankelt, maar Kaylee weet behendig alle petten op te vissen!
Op de boerderij
Geen ‘Beestig Bokrijk’ zonder dieren. We passeren een herder die met zijn bordercollie de schapen hoedt, een weide met boerenpaarden, en volgen Patrick naar de grote schuur die dient als schapenstal. We leren hoe de boer zijn schapen merkt. We voelen en ruiken aan plukjes onbewerkte wol, en leren hoe de wol gewassen, gedraaid en door oma Germaine gesponnen werd tot garen.
Piepklein
We hebben geluk! 2 weken geleden werd er een kalfje geboren van een West-Vlaams rood-rund. Eén voor één schuiven we aan en muisstil mogen we getuigen zijn van dat wondertje. Het gepiep verderop in de geitenstal lokt de kinderen naar de tientallen kleine kuikentjes die er onder een warmtelamp zitten. En ze stropen de mouwen om vader bok en moeder geit te strelen. Die laten zich mak als lammetjes vertroetelen.
Uit een ambachtelijk gevlochten mand tovert Patrick ganzeneieren, eendeneieren, en eitjes van de kip. “En die hele kleintjes? Dat zijn duiveneitjes!” zegt hij. Boerin Johanna, Zoé dus, mag een ei uit de eendenren rapen. Bij de ganzen wagen we ons niet. “Dat zijn goede waakhonden! Die vallen aan als je een ei raapt.”
Ezeltje strek je
Alles wat het veld en de dieren voortbrachten, verkocht de boerin op de markt. Om de manden met graan, zuivel, eieren en fruit te vervoeren, schakelden ze ezels in. Bij de weide met de 2 kruisezels staan we een laatste keer stil om weg te dromen naar tijden van weleer. Oma Germaines kennis wordt getest. “Als je je kleindochter Maria naar de markt stuurt om ingrediënten voor pannenkoeken, wat moet ze dan meebrengen?” De hele zuivelafdeling passeert de revue. Deze kinderen hebben het plaatje gevat!
Hoe hun museumplaatje eruit zou zien, is Patricks laatste vraag. “Wat zouden jullie in een museum plaatsen over de tijd waarin jullie leven?” Manice kiest een Tesla: “Typisch voor deze tijd”, vindt hij. Een klasgenootje zegt eerder nog de benzineauto, “want die zullen ze straks niet meer kennen als iedereen elektrisch rijdt”. Louise denkt aan de smartphone. “Want later lopen we allemaal met zo’n Google-bril rond.” “Of een chip in ons hoofd!” vult Manice onheilspellend aan. Zouden we dan ook zeggen: “Ocharme”?
Als het kriebelt, moet je weven
“De kinderen vonden het geweldig!” aldus juf Phaedra die ons op de weg terug van het textielatelier enthousiast met haar klasje tegemoet komt. “We werken momenteel rond het thema grondstoffen en hoe die verwerkt worden tot afgewerkte producten. Onze les volgende week ‘van katoen tot textiel’ sluit naadloos aan op het textielatelier ‘Kriebelige Stoffen’!” legt ze uit.
Dadelijk is het aan de groep van juf Birte om hun eigen totebag te beschilderen. Dan ontdekken ze de werking van een weefgetouw, en hoe schapenwol gewassen, gesponnen en gekleurd wordt. Hopelijk mogen ze net als de andere groep ook proeven van de ambachtelijke broodjes die in het aansluitende atelier uit de oven rollen. Maar eerst vertraagt de bende nog even in deze oase van rust. Een picknick tussen de bomen, langs oude huizen en een molen. Zonnetje dabei, iedereen blij.
Over Openluchtmuseum Bokrijk – Genk
Met je klas naar Openluchtmuseum Bokrijk? Reserveer meteen je klasbezoek.
Wij trokken met de klas en een gids op interactieve belevingstocht ‘Beestig Bokrijk’ door het dorp Haspengouw langs de boerderij en stallen. De andere klas volgde de textielworkshop ‘Kriebelige Stoffen’. Daarin leerden ze hoe textiel gemaakt werd en kleur kreeg, en beschilderden de kinderen hun eigen totebag.
Openluchtmuseum Bokrijk – Bokrijklaan 1 – 3600 GENK
- Gratis met je Lerarenkaart in plaats van 17 euro.
- Openluchtmuseum Bokrijk heeft een treinstation ‘Bokrijk’.
- Reserveer gratis busvervoer voor je klas via dynamoOPWEG.
- Er zijn 2 betalende parkings, ‘Parking 1’ vlakbij de ingang van de speeltuin, en ‘Parking 2’ aan de hoofdingang van het museum.
- Er zijn toiletten aan elke ingang, bij de herberg in Haspengouw en bij de centraal gelegen brasserie.
- Het Openluchtmuseum is opgebouwd als een dorp met o.a. bakkerijwinkel, museumshop, herberg en brasserie met terras. Er zijn verschillende ateliers, picknickruimte, speelvelden en volksspelen.
- Voor scholen is er keuze tussen atelierroutes of belevingsroutes. Je kan de twee combineren tot een dagprogramma. Je kan ook kiezen voor een bezoek dat je zelf begeleidt.
- Langs het museumdomein vind je een grote speeltuin met picknickbanken, het arboretum en de visvijvers, waar aangeduide wandel- en fietsroutes je langs en doorheen leiden. Allemaal gratis toegankelijk.
Log in om te bewaren