Verhaal
Dominique Van Malder: “Laten we kwetsbaarheid toe op school?”
Dominique Van Malder over schaamte, slecht in je vel zitten en de zoektocht naar jezelf: “Leraren die écht luisteren, maken een enorm verschil.”
Dominique Van Malder: “‘Sorry’: mijn eerste woord toen ik als jongetje van 12 de Latijnse binnenstapte. En nog steeds het eerste wat ik zei toen ik na 6 jaar Latijn-Grieks aan het RITCS begon. Ik kwam uit een arbeidersgezin, thuis hadden we niet veel. Schaamte is tijdverspilling, weet ik nu. Maar het duurde een eeuwigheid voor ik ophield me te verantwoorden voor waar ik vandaan kwam.”
“Mijn beide ouders werkten veel te hard voor veel te weinig geld. Mijn broer had talent voor wiskunde, besloot om nooit voor een hongerloon te werken en stapte in de financiële wereld. Ik hield van talen, peperde mezelf in dat ik nooit tegen mijn zin de kost zou verdienen en trok naar het theater.”
Welke leraar zag een acteur in jou?
Dominique Van Malder: “Op school zei niemand tegen me: ‘Van Malder, het theater: dat is iets voor u’. Ik werd wel gestimuleerd om te lezen. En door die fascinatie voor verhalen wilde ik ze zelf kunnen vertellen. Mijn liefde voor boeken werd gek genoeg gezaaid door de strenge meester van het vijfde leerjaar. Hij verplichtte ons voortdurend om boeken te lezen. En vroeg in de klas telkens iemand om erover te vertellen.”
“Of jij aan de beurt kwam, wist je nooit vooraf. Dus dekte ik me in, bladerde ik door het zoveelste boek en prentte ik de achterflap in mijn hoofd. Tot ik op een verhaal botste – ik herinner me zelfs de titel niet meer – dat me triggerde. Ik begon te lezen en hield er nooit meer mee op.”
“Boeken hebben me gered. Thuis hadden we geen geld om op reis te gaan. Een dagje naar Melipark of de kust, verder kwam ik niet. Maar in de verhalen die ik las, bevoer ik de 7 zeeën en ontdekte ik de hele wereld. Zo ontsnapte ik dankzij boeken aan de realiteit. Net zoals theater later de geknipte manier bleek om mezelf te ontlopen: telkens weer een andere rol om niet mezelf te moeten zijn.”
In welke rol kroop je op school?
Dominique Van Malder: “In de klas speelde ik het vrolijke dikkerdje. Nog voor iemand de mop kon bedenken, had ik ze zelf al gemaakt. Ik had veel vrienden, was best populair. Maar wel ten koste van mezelf. Eten was een verdoving die ervoor zorgde dat de wereld minder hard binnenkwam: een olifantenvel om mijn kwetsbaarheid te verbergen.”
“Sommige leraren maakten zich daar vrolijk over. Onzekere figuren die de klas niet onder controle hadden en op mijn kap konden scoren. Ik liet het nooit merken, verhief elke mop tot de tweede macht. Maar dat deed verdomd pijn.”
“Ik speelde ontelbare rolletjes voor ik mezelf werd. Stilaan leerde ik me kwetsbaar opstellen. En niet meer te hervallen in die ‘sorry’ van vroeger. Vrienden merken op dat ik sinds mijn maagverkleining meer op de achtergrond blijf. Ik hoef me minder te bewijzen en geloof vaker dat ik goed genoeg ben. Ook zonder steeds weer die grapjes.”
“Als acteur moet je die aandacht wel opzoeken. En toch vinden de meeste van mijn collega’s het lastig om zichzelf op het scherm te zien. Hoe is dat dan voor tieners, die bij elke Snap en op elke Reel de confrontatie met zichzelf moeten aangaan? Ik wil smartphones en social media niet verketteren: ik zie ook hoe de digitale evolutie de wereld van mijn kinderen groter maakt. Maar dat eetstoornissen hand over hand toenemen, verbaast me niet.”
Moeten we op school meer tijd maken om te luisteren?
Dominique Van Malder: “Mensen spreken me nog vaak aan over Radio Gaga, het programma waarin Joris Hessels en ik voorbijgangers plaatjes liet kiezen, met altijd de gemeende vraag: hoe is ‘t? Die vraag is in veel gesprekken uitgehold tot een vriendelijk bedoelde gewoonte. Ça va? Ça va. Maar als we het antwoord op de vraag al denken te kennen of geen tijd willen nemen om ernaar te luisteren, waarom stellen we ze dan?”
“Voor mij is luisteren: naast iemand gaan staan. Niet erboven, niet op een afstand. Zonder oordeel of oplossing in de aanslag. Leraren die dát kunnen, hebben een enorme impact. Want opgroeien is niet makkelijk. En niet elk kind kan bij iemand terecht. Ik liet op school nooit toe dat iemand me oprecht vroeg hoe het was. Ik stak me weg achter mijn grapjes.”
Omdat je je niet kwetsbaar durfde op te stellen?
Dominique Van Malder: “Net na mijn opleiding aan het RITCS kreeg ik de vraag om een theaterstuk te maken met patiënten van een psychiatrische instelling. Ik stelde 1 voorwaarde: dat iedereen kon meedoen. Ook de vrouw aan de koffiebar, ook het verplegend personeel. ‘Die Don Quichot heeft ze duidelijk niet op een rijtje’, zei iemand me na de voorstelling. Grappig als net het afdelingshoofd die rol blijkt te spelen. Wie denkt dat je met het blote oog het verschil ziet tussen patiënt en personeel, heeft het mis.”
“Dat kunst de wereld kan redden, dat je niet kan leven zonder theater? Ik schuw de grote woorden. Maar toen, voor die mensen, was kunst echt een levenslijn: zonder onderscheid tussen verzorger en patiënt een stuk op de planken brengen, kwetsbaarheid tonen en samen het applaus in ontvangst nemen.”
“Maken we op school wel genoeg plaats voor kwetsbaarheid, voor menselijkheid? Voortdurend opletten, de regels volgen, presteren op toetsen en examens: we vragen zoveel van jonge mensen, net op een leeftijd waarop ze worstelen met zichzelf. Als ze dan enkel een leraar te zien krijgen die onverstoorbaar kennis doorgeeft, slaat de twijfel toe. Want wie denkt niet mee te kunnen, voelt zich anders, en alleen. Dan kan het zoveel betekenen als je af en toe uit die rol van leraar stapt en toont: ‘Wij zijn allebei mensen, wat jij voelt, is niet vreemd. Sterker nog: ik voel dat ook.’”
Lukt dat in de drukte van een schooldag?
Dominique Van Malder: “Elke klas waar je binnenwandelt, is een stortvloed aan indrukken. Wie zit klaar om mee te werken? Wie is vanochtend met ruzie thuis vertrokken? Wie snapt de leerstof niet? Je kan onmogelijk meteen tijd maken voor elk individu. Een leerling die geen interesse toont, de les stoort, de flauwe plezante uithangt of zich net apathisch opstelt: begrijpelijk dat je negatief gedrag interpreteert als onwil of desinteresse. Vaak is er niets aan de hand. Maar vertellen je voelsprieten iets anders, detecteren ze een probleem? Negeer dat dan niet.”
“Ik liep bij klasgenootjes de deur plat, maar niemand keek ooit binnen in mijn kamer. Bij dure excursies was ik toevallig net ziek. Kinderen die in armoede opgroeien, kunnen dat meesterlijk verbergen. Maar als je het in je eentje moeten redden, stijgt de kans dat je uit de boot valt. Alerte leraren kunnen de afloop van dat verhaal keren.”
Wie was de leraar die voor jou het verschil maakte?
Dominique Van Malder: “In het tweede en derde leerjaar zat ik bij meester Luc. Een droom van een leraar die onmogelijk in een vakje te passen viel. Zijn tamme kauw vloog door de klas. Thuis had hij een halve dierentuin waar we altijd welkom waren. En ik zie nog voor me hoe hij de kerstboom na de vakantie zonder omwegen door het venster naar buiten zwierde. Meester Luc was gene gewone. En net daarom precies wat ik als kind nodig had om me op school thuis te voelen.”
“Mijn zoon is dit schooljaar plots enthousiast over aardrijkskunde. Oorzaak? De connectie met zijn leraar: hoe die met de klas omgaat, hoe hij vertelt. Dat ik zelf vrij vlot 6 jaar Latijn-Grieks binnenlepelde, ligt aan mijn fantastische leraar Grieks. De band met de leraar motiveert leerlingen vaak meer dan de vakinhoud. De leraren die mij bijblijven, hadden het hele pakketje: ze hadden oog voor me, waren zot van hun vak en brachten het op een uitdagende manier tot leven.”
Niet elke leerling ligt wakker van je vak. Hoe komt je leerstof wél aan?
Dominique Van Malder: “Via verhalen. Enkele jaren geleden nam Rudi Vranckx me mee naar Mosul, in Irak. Ik ontmoette een vader en zijn kind, allebei getekend door de oorlog. Het besef kwam hard binnen: dat ik zoals die vader was, en mijn zoon zoals dat kind. Gek genoeg verhindert iets ons om in te zien dat de ellende in de wereld ook over ons gaat. Afweergeschut dat de realiteit op een afstand houdt. Pas door dat verhaal van mens tot mens besef je dat ten volle.”
“Uit het theater weet ik dat je een verhaal nodig hebt om een boodschap bij je publiek te laten doordringen. In de klas is dat net hetzelfde, denk ik. Goede leraren zijn verhalenvertellers. Van vraagstukken bij fysica tot de geschiedenisles: leerstof blijft abstract. Tot je leerlingen toont dat het over hen gaat. Tot ze zien hoe je les ingrijpt op hun leefwereld. En ze zelf de vragen beginnen te stellen die jij voor hen in gedachten had.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter