Zo doen zij het
Kleuters ontdekken speelleerboxen
Leraar Kristel Vandebroek maakt 12 keer per jaar tijd voor zelfgemaakte speelleerboxen. Kleuters kennen het systeem en doorlopen een reeks oefeningen. Zo werken ze aan hun executieve functies.
Donderdagmiddag, 3e kleuterklas De Kleurdoos in Zonhoven. 25 kleuters zitten rond een grote, lege doos. De gevulde tafels in de klas geven het thema van de speelleerbox al prijs: de Sint. Benen wiebelen en ogen stralen. Ze weten wat ze moeten doen. Leraar Kristel duidt de taken per tafel en overloopt de iconen op een grote stempelkaart. Elke kleuter krijgt een kleine versie en loopt beslist de klas in. De 8 keuzetafels zijn snel gevuld.
“De eerste box in september vraagt wat meer uitleg, maar daarna groeit de routine. Het concept is telkens hetzelfde: in rondes van 10 minuten voeren ze opdrachten uit. Wat er altijd in de box zit: oefeningen op schrijfpatronen, fijne motoriek, programmeren, letters en wiskunde. Vandaag vormen ze woorden met letterkoekjes en inventariseren ze pakjes.”
Keuzevrijheid
De kinderen nemen alle hoekjes van de klas in. Een kleuter trekt een letterkoekje uit een zak en legt het op de kaart. Sommige kinderen werken met drukletters, andere met herkenbaardere koekjesletters. Een groepje legt wat verder het traject van de Bee-Bot. Hilariteit wanneer de bij net niet van de tafel knalt. Het hoofd van Kristel verschijnt snel boven de kast. ‘Ga eerst even met je vinger over de lijnen’, stuurt ze bij.
“Het basisprincipe van de speelleerbox is dat alle kleuters van elk onderdeel proeven. Daarom stempelen ze hun kaart nog vóór ze de taak starten. De kaart is geen controle-instrument, maar een boodschappenlijstje. Niet klaar na 10 minuten? Geen probleem. Al speellerend werken ze aan hun executieve functies, zoals plannen en focus houden.”
Bijenkolonie
Dan klinkt er muziek: ‘Aan de kant, Sinterklaas is in het land’. Tijd om te verhuizen. De kleuters reageren snel. Een jongen schuift zijn stoel onder tafel. Een meisje volgt de instructie van de juf en vouwt haar tekening op. Als een bijenkolonie zwerven ze uit naar een volgende opdracht. Eén kind verdwaalt toch even. Nog voor de juf kan reageren, polst een klasgenoot: ‘Deed je de letters al?’ Hij knikt. Een meisje wuift: ‘Juf, hier is nog plaats.’
“Mijn kleuters leren nadenken voor ze iets doen en samenwerken. Wat zijn de regels bij deze opdracht? En in welke richting voeren we dat spel uit? Ze focussen daarna 10 minuten lang en leren dat tijdsblokje steeds beter inschatten. Sneller klaar? Dan herhaal ik onze afspraak: ‘Neem een andere opdrachtkaart. De 10 minuten maken we vol.’”
“Ook de executieve functies ‘impulscontrole’ en ‘emotieregulatie’ worden getriggerd. Sommige kleuters haasten zich om hun plekje aan een volgende tafel te verzekeren. Maar ze mogen niet vertrekken voor de vorige opgeruimd is. Andere kleuters willen verderwerken omdat de taak niet helemaal af is. Die stel ik gerust: ‘Knap hoor. De box blijft in de klas staan. Je mag later nog eens proberen.’”
Rol van de leraar
De stempelkaarten raken vol. Het ontbrekende plekje vinden, wordt moeilijker. Een jongen vergat een stempel te zetten en merkt op dat er iets niet klopt. “Oh, je ontdekte wat er fout liep met je stempels. Goed zo!”, prijst Kristel die het tempo erin houdt. De laatste 10 minuten gaan in. Daagt een kind zichzelf extra uit of speelt het lang op veilig? En hoe helpen ze elkaar? “Ik krijg ontzettend veel info over mijn kleuters, maar maak mezelf zeker niet overbodig. Als een opdracht stokt, kom ik even tussen.”
Kristel opent 12 speelleerboxen per schooljaar. “Die korte prikjes doorbreken mijn gewone klaswerking en focussen op executieve functies. Mijn kleuters groeien gaandeweg. Ik plant nu een eerste zaadje. In het lager en secundair onderwijs groeit het hopelijk verder uit als ze taken maken, plannen en studeren.”
Sneeuwbal
“Tijdens een pedagogische studiedag introduceerde ik de speelleerboxen bij mijn collega’s. Wat later boekten scholen uit de buurt een inspiratiebezoek. Vaak schrikken leraren: ‘Hoe vlot en zelfstandig pakken je kleuters de boxen aan!’ Het systeem drijft op routine en visuele ondersteuning. Dat helpt iedereen, ook de leerlingen met taalachterstand.”
De muziek weerklinkt een laatste keer. Een kleuter instrueert een klasgenoot: “Weet je hoe je die tekening in je kastje steekt? Je vouwt haar zo op.” Een paar kleuters zijn even het noorden kwijt. “4 keer 10 minuten gefocust doorwerken, vraagt best veel”, lacht Kristel. “Maar als ik over een paar weken een nieuwe speelleerbox bovenhaal, vliegen ze er weer in. Als bezige bijtjes: even enthousiast, maar wel een stapje sterker in hun executieve functies.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter