Zo doen zij het
Haal als directeur meer uit gesprekken met je teamleden
Formele functioneringsgesprekken met elk personeelslid zijn niet langer verplicht. Maar directeurs Bart Jonckers en Pieter Vyncke blijven in hun agenda uren blokkeren voor onderwijsgesprekken. Want beide partijen steken daar veel van op. Eerste ingreep: een andere naam.
Plannen jullie nog altijd gesprekken met alle leraren in? En hoe vaak?
Pieter Vyncke, directeur Bernarduscollege Oudenaarde: “Functioneringsgesprekken voeren we alleen nog als het bij een collega niet loopt. Maar dat gebeurt zelden. En ik wil ook als het goed gaat tijd nemen voor een gesprek met mijn mensen. Daarom houden we met ieder teamlid ‘groeigesprekken’. De insteek: waar zitten jouw groeimogelijkheden, maar evengoed die van de school? Belangrijk is dat het voor collega’s als een écht en warm gesprek aanvoelt. Daarom vinden ze plaats in een aparte ruimte met comfortabele zetels. Ze zijn dus informeler dan functioneringsgesprekken. We vragen de leraar achteraf wel om een verslag te maken, maar verplichten het niet.”
“We hebben een groot team: 180 personeelsleden. Iedereen komt om de 3 jaar op groeigesprek. Zelf begeleid ik – los van hun aanvangsbegeleiding – de starters, het ondersteunend personeel, de mentoren, de graad-, zorg- en interculturaliseringscoördinatoren. Leraren die al langer aan boord zijn, gaan in gesprek met hun graaddirecteur. We dromen ervan iedereen jaarlijks een groeigesprek te geven, maar voorlopig is dat onhaalbaar. Het is gelukkig niet de enige kans tot gesprek. We hebben een opendeurpolitiek, ik eet geregeld in de lerarenkamer en sta open voor een babbel. Maar tijdens groeigesprekken gaan we expliciet verdiepen en verbreden, en laten we de dagelijkse beslommeringen even los.”
Bart Jonckers, directeur Basisschool Leopold III Berchem: “Een kopie van onze werking! Alleen kiezen wij voor ‘welzijns- en feedbackgesprekken’. Als directeur wil ik het beste voor de leerlingen. De weg daarnaartoe? De leraren. Daarom spreek ik zo veel mogelijk met hen over hun metier, onderwijs en hun cruciale rol daarin. Of nu hun professionele groei of welzijn centraal staat, ik zoek altijd naar een warme toon zonder feiten uit de weg te gaan. De frequentie verschilt per persoon en situatie, maar ik streef ernaar om 3 keer per schooljaar met elke collega samen te zitten. Ons team telt 50 collega’s; een beleidsondersteuner en aanvangsbegeleider nemen ook gesprekken voor hun rekening.”
Hoe bereiden jullie die gesprekken voor? Waar verzamel je info?
Bart Jonckers: “Ik combineer resultaten uit data en bevragingen met subtiele signalen die ik zelf opmerk tijdens mijn wekelijkse flitsbezoeken of geluiden die we opvangen via ouders, leerlingen en collega’s. Ter voorbereiding van een feedbackgesprek kom ik aangekondigd op klasbezoek. Leraren kiezen de concrete invulling: ik draai een lesuur mee als co-teacher, doe een documentenstudie of betrokkenheidsscan. En ik praat vooraf met 5 leerlingen: een enorm rijke infobron. Niet zelden zijn leraren geëmotioneerd als ze horen hoe de kinderen hen ervaren. En de leraar vult zelf ook een voorbereiding in. Daarvoor hebben we op school enkele sjablonen beschikbaar.”
Pieter Vyncke: “Wij kiezen als directieteam een thema: dat is de basis van een groeigesprek. Zo krijgen de prioriteiten op schoolniveau voldoende aandacht. In deze cyclus: passende begeleiding. Bijvoorbeeld: hoe ga je als taalleraar om met leerlingen met dyslexie? De leraar kiest aansluitend 2 thema’s die die wil aanraken en vult vooraf een vragenlijst in. Al beperken we ons niet tot die vragen: het is belangrijk om daar ook van los te komen.”
“Een lesbezoek, uitgezonderd starters, is niet verplicht. Maar je kan het als leraar wel aanvragen. Elk groeigesprek start bovendien met dezelfde vraag: ‘wat zijn jouw 3 energiegevers en -nemers?’ Een garantie op rijke antwoorden die heel wat vertellen over werkdruk en welbevinden. Tot slot doen we aan datamanagement. Ook dat biedt nuttige input. Denk aan de evolutie in resultaten van leerlingen.”
Hoe volgen jullie de gemaakte afspraken op?
Bart Jonckers: “Dat is maatwerk. Focussen op wat nog niet goed loopt, is een menselijke reflex. Maar waarom scherpen we niet vaker een interesse of sterkte aan? Beide drijfveren kunnen de basis zijn voor een ontwikkeldoel. Hoe je dat doel concreet invult? Die autonomie leg ik bij de leraar: een webinar volgen, een boek lezen … We spreken af: over 3 maanden zien we elkaar en voeren we opnieuw een onderwijskundig gesprek.”
“Kleinere doelen noteer ik in mijn agenda. Een leraar die wil werken aan getalbegrip, spreek ik enkele weken later opnieuw aan. Of ik verbind collega’s met elkaar. Een starter met een leraar met 10 jaar ervaring, bijvoorbeeld. Ik vraag hen dan om 3 keer bij elkaar op lesbezoek te gaan. Wat ze meenemen, sturen ze me in een (spraak)bericht of video. Laagdrempelig en informeel, maar wel heel leerrijk.”
Pieter Vyncke: “Ook wij zien onze leraren als professionals. Na een groeigesprek stelt de leraar het verslag op. De tijd en vrijheid tussen groeigesprekken betekenen niet dat we hen loslaten. Afhankelijk van de uitkomst van het gesprek is er een waaier aan scenario’s. Bijvoorbeeld: ik kijk extra alert naar een relevante bijscholing en speel die door. Of kwam er bij het bespreken van energievreters naar boven dat iemand wat vastloopt? Dan pols ik regelmatig of het beter gaat, of we iets kunnen doen. Eist een hulpvraag sterke opvolging, dan nodig ik de leraar na een afgesproken periode opnieuw uit.”
Wat vinden jullie zelf nog moeilijk?
Bart Jonckers: “Alleen als ik niet te veel welzijns- of feedbackgesprekken op dezelfde dag plan, kan ik mijn leraren de aandacht geven die ze verdienen. Ook voor mezelf werkt dat beter. Verder heeft het privéleven van leraren soms impact op hun lesgeven. Maar als directeur ben je geen hulpverlener. Bots ik daar op mijn grenzen, dan zoeken we samen naar gepaste ondersteuning. Wat ik ook opmerk: in de waan van de dag ben je soms vooral met praktische zaken bezig. Een moeilijk evenwicht om zelfs dan dicht bij je leraren te blijven.”
Pieter Vyncke: “Heel herkenbaar. Op overlegmomenten met graaddirecteurs proberen we de vinger aan de pols te houden. Waar ik zelf soms nog op sjiek: hoe bespreek ik zaken die niet goed lopen? Als beginnend directeur nam dat wat uren nachtrust weg, maar gaandeweg ben ik daarin gegroeid.”
Bart Jonckers: “Elke directeur heeft zijn eigen stijl. Ik volg de regels van een slechtnieuwsgesprek en leg de kern meteen op tafel: hier zitten we mee. Vertel je even wat jij denkt? Hoe pakken we dat verder aan? Wie in het team kan je daarbij helpen? Heel belangrijk: laat een gesprek nooit onduidelijk eindigen. Werk altijd naar concrete stappen.”
Hebben jullie nog een tip voor directeurs?
Pieter Vyncke: “We willen als directeur soms eerst een volledig masterplan uitwerken voor we in actie schieten. Maar door gewoon te starten, leer je het meest. Kader de verwachtingen wel duidelijk naar je team: uit de groeigesprekken leren we allebei. Niet alleen jij wordt er sterker van, ook het beleidsteam en de school.”
“Een andere tip: probeer je voldoende te verplaatsen in je leraren en hun context. Zo plan ik liever geen klasbezoeken in tijdens de laatste les van een semester. Of als de leraar amper aan het woord komt omdat de leerlingen debatteren. Dat vond ik zelf als leraar niet aangenaam, dus toets ik het lesonderwerp en de timing vooraf steeds even af.”
Bart Jonckers: “Directeurs mogen nog vaker beseffen dat ze een verschil maken tot op de klasvloer. Jij bent de poortwachter die de prioriteiten bewaakt. Geregeld met je leraren stilstaan en vertragen, komt de kwaliteit van je onderwijs ten goede. En daar doe je het uiteindelijk voor: samen groeien als school.”
Starten met onderwijsgesprekken:
10 vragen zetten je op weg
- Kan je in deze school de leraar zijn die je wil zijn? In welke zin wel (slechts ten dele)?
- Is het voor jou duidelijk wat er in deze school verwacht wordt om van goed leraarschap te kunnen spreken?
- Hoe zou je je eigen prestaties beoordelen? Waar ben je tevreden over en waar zie je mogelijkheden voor verbetering?
- Hoe denk je dat je collega’s jouw bijdrage aan het team ervaren? Wat leer je daaruit?
- Hoe denk je dat jouw leerlingen jou als leraar zien? Wat leer je daaruit?
- Rond welke thema’s kunnen collega’s van jou leren? Op welke realisaties ben je trots?
- Wat geeft je (de meeste) arbeidsvreugde? Welke energievreters zou je graag aangepakt zien? Wie heeft daar welke rol in te spelen?
- Wat zijn je ambities binnen je huidige functie? Welke doelen wil je bereiken en hoe kunnen anderen op school je daarin ondersteunen?
- Zijn er competenties die je verder wil ontwikkelen? Wat heb je nodig om deze groei te realiseren?
- Wat zou je veranderd willen zien in onze school? Wat kan mijn en jouw aandeel daarin zijn?
Deze vragen kwamen tot stand in samenwerking met Jan Vanhoof, Universiteit Antwerpen.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter