Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Gedeeld leiderschap: “Samen beslissen is dubbel genieten”

  • 14 juni 2024
  • 10 minuten lezen

Wat doe je wanneer verandering je team onder
spanning zet en élke moeilijke knoop op jouw
bureau landt? Het antwoord van directeur Evi: gedeeld leiderschap. “Soms wil je dat het sneller gaat. Soms zie je het liever anders. Maar de sterktes en talenten van ons team komen bovendrijven. En ik sta er niet meer alleen voor.”

Portret directeur Evi
Evi Bernaerts, directeur: “Kritiek op je aanpak staat niet gelijk aan kritiek op jou als mens. Pas als we dat geloven, kan feedback landen.”

“4 rapporten per jaar, geen 5. We veranderen niet meer.” Juf Petra van het zesde leerjaar klinkt beslist. Kleuterjuf Sabrina knikt nadrukkelijk. Directeur Evi sputtert nog even tegen: “Als het aan mij lag, waren het er 5. Vroeger had ik mijn been stijf gehouden.
Maar door ons traject rond gedeeld leiderschap weet ik: soms moet ik mijn ideeën bijstellen.” “Schrijf maar op: 4 rapporten, geen 5. En daar houden we het bij”, knipoogt zorgcoördinator Natascha.

Onder druk

GVBS Noordland is een gezellig schooltje in Zandvliet, tegen de Nederlandse grens. Een dorp waar de inwoners elkaar nog bij naam kennen. Met smalle straatjes, amper verkeer en op de achtergrond de bedrijvigheid van de Antwerpse haven. Een dorpsschool waar alles lange tijd bleef zoals het was. Tot de vorige directeur net voor corona vertrok en er veel veranderde.

Evi Bernaerts, directeur: “Voor ik aan het roer kwam, was de aanpak top-down. De directeur zette de lijnen uit, de leraren volgden. Toen ik startte, had het team nood aan een leidinggevende die begrip toonde, hen met de nodige zorg behandelde. Ik luisterde, hielp waar ik kon. Leraren apprecieerden dat. Tegelijk legden ze elk probleem op mijn bureau. En keken ze keer op keer naar mij om het op te lossen. Wat ik dan ook deed, omdat ik dacht dat het zo hoorde.”

“Ik prees me gelukkig dat ik Natascha als zorgco naast me aangesteld had: gemotiveerd en competent, met een hart voor de school en een heldere visie op onderwijs. Als kersvers directeur móest ik wel beslissingen nemen toen corona uitbrak. Je twijfels even voorleggen aan het team? Dat kon niet zomaar toen iedereen thuis zat en we vaart moesten maken. Dan merk je snel hoe eenzaam de job van directeur kan zijn. En hoeveel druk er op je schouders komt.”

Samen

Natascha Lins, zorgcoördinator: “Op deze manier blijf ik het niet trekken, vertrouwde Evi me toe. Toen de stad Antwerpen een traject rond gedeeld leiderschap aanbood, besloten we in te stappen. Eerste opdracht: een focus
kiezen. Want gedeeld leiderschap realiseer je niet onder een stolp. Dat doe je met je team, en rond concrete thema’s. Zodat iedereen de kans krijgt om een stukje verantwoordelijkheid op te nemen. Codewoord: samen.”

“We wilden eerst op socio-emotioneel vlak stappen zetten met ons team. Op 1 stond een open feedbackcultuur: de professionele relaties versterken zodat we kritiek leren aanvaarden, elkaar beter maken in onze job en elk talent aan de oppervlakte komt. We stelden een kernteam samen dat de vormingen volgde en de kar trok: Evi, mijn collega-zorgco, Sabrina, onze collega van de kleuterschool, en ikzelf.”

Evi Bernaerts: “Hoe coach ik een collega? Wie ben ik om feedback te geven aan de leraar naast me? Met die vragen gingen we aan de slag. Net als met de de principes van Deep Democracy. Hoe zorgen die ervoor dat élke stem aan bod komt? Ook de tegenstem, ook de stem van de collega die misschien niet altijd durft. Want net die is bijzonder waardevol.”

Portret Sabrina Santiago
Sabrina Santiago, kleuterjuf: “Soms kletterde het, over banale zaken. Terwijl we zo close zijn, konden we niet professioneel in discussie gaan.”

Hart op de tong

Sabrina Santiago, tweede kleuterklas: “Of ik in het kernteam wilde stappen? Die vraag verraste me. En ik voelde me vereerd, want Evi en ik hadden vaak een andere kijk. Ik ben erg rechtuit: ik zeg wat ik denk, heb het hart op de tong. Dus was ik meestal degene die benoemde wat volgens mijn collega’s van de kleuterschool en mezelf niet goed liep. Dat deed ik onder de
vorige directeur, en dat deed ik dus ook tegenover Evi.”

“Onze kleuterwerking was altijd al een eilandje binnen de school. Niet enkel omdat we op 5 minuten wandelen van de lagere school zitten. Ook omdat de cultuur zo verschilde: we draaien niet rond de pot, privé zijn we close, maar over ons werk hadden we het zelden. Wij tegen de rest, zo voelde het vaak. Dat knaagde aan onze eigenwaarde: alsof de kleuterschool bezigheidstherapie was in de aanloop naar het échte werk.”

“Gelukkig is Evi zelf kleuterleraar. Dat hielp ons geloven dat Evi ons wel waardeerde en snapte waar we mee bezig waren. Maar omdat ik vaak de spreekbuis van onze onvrede was, voelde ik me tegenover haar ook vaak de ‘ambetante’.”

Natascha Lins: “Toen Evi net aantrad, zat ik als zorgco vaak tussen 2 vuren: ik had begrip voor de grieven van het team, maar net zo goed voor de positie van Evi. Ik kon me vaak vinden in wat Sabrina zei, maar niet in de manier waarop ze haar boodschap bracht: zonder filter.”

Evi Bernaerts: “Tegelijk wisten we ook: uit die nee-stem moeten we leren als we vooruit willen. Mensen konden vaak moeilijk om met kritiek en dus zwegen ze, om elkaar te sparen en de onderlinge relatie niet te schaden. Tot de bom tóch barstte en ik moest bemiddelen om de boel te ontmijnen. Natuurlijk moeten we kritiek leren geven op een respectvolle manier, maar we moeten er ook mee leren omgaan. Dat deden we in ons traject via een omweg: complimenten.”

“Hoe we begonnen? Een lawine aan complimenten voor de collega’s, vanuit het kernteam. Daarna gaven de leraren elkaar pluimen. En dan de stap naar de klas: leraren die hun leerlingen complimenten gavenf, gevolgd door leerlingen die elkaar in de bloemetjes zetten.”

Portret Petra De Vre
Petra De Vre, zesde leerjaar: “Dat samen-gevoel, die ‘wij doen dat’: dat maak ik voor het eerst mee.”

Bloemetje

Petra De Vre, zesde leerjaar: “Op een maandagochtend doken overal complimenten aan het team op. Eerste reactie: ‘Wij doen toch gewoon onze job?’ Complimenten aanvaarden was niet onze sterkte. Zelfs als een collega iets zei over je nieuwe blouse, was de eerste reflex vaak om die pluim af te slaan: ‘Och, dat is maar een soldeke’.”

“Toen het kernteam ons de opdracht gaf om elk kind in onze
klas een gemeend compliment te bezorgen, twijfelde ik: staan die
beginnende pubers in mijn zesde leerjaar daar wel voor open? Voelt
dat niet erg geforceerd aan? Evi drong aan, en dus zat ik urenlang
mijn woorden te wikken en te wegen om een oprecht compliment
te formuleren voor elk van mijn leerlingen. Net voor het weekend
plakte ik die complimenten onder hun stoel.”

“Maandagochtend kreeg ik lauwe reacties. Een paar kinderen
bedankten, de rest zei niets. Teleurgesteld klopte ik bij Evi aan. Ze drong erop aan dat ik mijn leerlingen vertelde dat het me raakte:
had ik zo mijn best gedaan om dan die reactie te krijgen? Ik vond
het eerst lastig om dat aan mijn klas te zeggen, maar deed het
toch. Me kwetsbaar opstellen: die dag kregen mijn leerlingen een belangrijke les in open communicatie.”

“Toen ze in een volgende fase complimenten aan klasgenoten leerden geven, merkte ik hoe uitdrukkelijk ze elkaar bedankten. En toen ik van hen ook stiekeme complimenten kreeg – ‘een bloemetje voor jou omdat je zo’n geweldige juf bent’ – deed dat gigantisch deugd.”

Evi Bernaerts: “Complimenten op bestelling, wat heeft dat te maken met gedeeld leiderschap? Is dat niet wat vergezocht? Achterliggende idee: wie geen complimenten aanvaardt, kan ook niet om met kritiek. En daar wilden we verandering in brengen. Je kan pas van elkaar leren als het ook veilig voelt om elkaar te vertellen wat beter moet. En om die veiligheid te vinden, is positieve feedback een goed begin.”

Natascha Lins: “Volgende opdracht voor het team: elkaar werkpunten meegeven. Iedereen kreeg een maand de tijd. We hielden onze adem in. De collega die het papier in de printer nooit aanvulde, de juf die vaak te laat aan haar rij was: zelfs akkefietjes vonden we lastig om te benoemen, laat staan je aanpak in de klas.”

Open deur

Natascha Lins: “Wat hielp: ons gemeenschappelijke doel opnieuw helder stellen. Beseffen dat we samen streven naar sterk onderwijs voor elk kind. En dat we dat doel enkel halen als we van elkaar kunnen leren.”

Evi Bernaerts: “Collega’s waren bang om elkaar te kwetsen. Dus gaven we ze taal mee. Vind je het moeilijk om kritiek te geven uit angst dat je de goede band met je collega zal verliezen? Benoem dat dan eerst.
Kritiek op je aanpak staat niet gelijk aan kritiek op jou als mens. Pas als we dat geloven, kan feedback landen.”

“Ik zie hoe we allemaal stilaan beter worden in feedback geven én krijgen. Als een klasleraar ergens mee worstelt, stuurt Natascha als zorgco bij. Terwijl ze vroeger redeneerde: dat is de rol van Evi. Feedback is zoveel krachtiger als die niet telkens van de directeur komt.”

Natascha Lins: “Als ik in de klassen bijspring, voel ik meer openheid dan ervoor. Van ondersteuners hoor ik hetzelfde. En terwijl de pedagogische begeleiding vroeger amper tot aan de klasdeur raakte, nodigen collega’s die mensen vandaag op eigen initiatief uit.”

Evi Bernaerts: “Soms spreken ouders me aan over een probleem met hun kind. Zónder eerst met de klasleraar het gesprek aan te gaan. Dan steun ik hen om toch eerst naar de leraar van hun kind te stappen. Pas wanneer dat niet lukt, ga ik actief met hen op zoek naar een oplossing. Samen met de leraar, dat spreekt voor zich.”

Kinderen op de speelplaats

Het schap

Sabrina Santiago: “Hoe hecht ons kleuterteam op persoonlijk vlak ook was: professioneel leefden we vooral naast elkaar. Als starter kon ik met mijn vragen gelukkig terecht bij een collega met veel ervaring. Voor de rest keek ik goed en stal ik met mijn ogen. Toegeven dat je iets niet weet en benieuwd bent hoe de leraar naast je dat aanpakt? Dan geef je impliciet toe dat je fouten maakt, en dat voelde niet veilig.”

“We wisten te weinig waar collega’s mee bezig waren. Verschillende soorten fruit, de dieren op de boerderij: kansen om op elkaar voort te bouwen, lieten we te vaak liggen. En omdat we niet goed communiceerden, kletterde het soms. Over banale zaken, zoals
‘het schap’.”

“Elke kleuterjuf heeft een berg materiaal. En dus heb je een plek nodig waar je al die spullen opbergt. In ons geval: een schap in het berghok. Toen mijn voorganger vertrok, raakte het materiaal van de andere juffen ook over ‘mijn’ schap verspreid. En zat ik zonder bergruimte.”

“Uiteindelijk moest de toenmalige directeur tussenbeide komen. Onnodige spanningen, en tekenend voor ons onvermogen om op een professionele manier in discussie te gaan, terwijl we het op persoonlijk vlak zo goed kunnen vinden. Natuurlijk schuurt het vandaag soms nog. Maar dat soort conflicten behoort tot het
verleden. Complimenten én bezorgdheden komen op tijd boven. En onze deuren staan open voor elkaar.”

Kritiek

Evi Bernaerts: “Meer samenwerking, meer begrip voor elkaar en inzetten op talenten: dat is de rode draad door ons traject van de voorbije 2 jaar. Met dat doel werkte ik een voorstel uit waarbij elke kleuterjuf eens een andere klas zou draaien. Ze kregen een week de tijd om na te denken. Ging 1 persoon niet akkoord? Dan zouden we een nieuw voorstel uitwerken.”

“Op een week tijd veranderde de aanvankelijke onvrede in bereidheid om er samen voor te gaan. Een ervaren collega bij wie ik onbenutte talenten spotte, kreeg de vraag om de derde kleuterklas over te nemen. Vanuit de overtuiging dat zij de brug naar het eerste leerjaar kon versterken. Door die stoelendans ontdekten ze van elkaar wat ze presteerden en leerden ze elkaar ook op professioneel vlak waarderen.”

Water bij de wijn

Natascha Lins: “Ook via de werkgroepen stimuleren we samenwerking. Vroeger hadden we enkel praktische werkgroepen voor het schoolfeest, of voor Sinterklaas. Nu zit elke leraar ook in een inhoudelijke werkgroep zoals ‘sociale vaardigheden’ of ‘ouderparticipatie’. Hoe leraren die werkgroepen aanpakken, hoe vaak ze samenzitten en welke doelen ze stellen, kiezen ze zelf. Enige voorwaarde: elke werkgroep bestaat uit leraren kleuter én lager.”

Evi Bernaerts: “Die vrijheid gaat soms ten koste van snelheid. Maar mensen krijgen wel de ruimte om zelf tot inzicht te komen. Ze voelen wat werkt, en wat niet. En hoe het anders kan. Die conclusies leggen ze straks zelf wel op tafel, wanneer ze het traject van hun werkgroep evalueren. Ik zie trekkers opstaan, ik zie dat mensen hier met plezier komen werken en de job hun minder zwaar valt nu we beter samenwerken. Ook in de cijfers: het laatste anderhalf jaar zijn collega’s duidelijk minder vaak ziek.”

“Grijze zone: wanneer heeft het team het laatste woord? En wanneer beslis ik? Stevige sfeerkiller als ik mensen terugfluit die enthousiast een uitgewerkt idee op tafel leggen. Dus gaf het team me als feedback dat ik vooraf duidelijker moet communiceren wat het speelveld is, en wie de eindbeslissing neemt. Of dat ik soms water bij de wijn moet doen. Zoals instemmen met minder rapportmomenten, al ben ik zelf nog niet helemaal overtuigd.”

Petra kijkt even bedenkelijk. Dan lacht ze. “Nu niet terugkrabbelen, hé: 4 rapporten, geen 5. Nee, serieus: ik heb mijn job altijd met veel liefde gedaan. Mijn klas en ik, dat voelde altijd al juist. Maar dat samen-gevoel, die ‘wij doen dat’: dat maak ik voor het eerst mee. En dat is dubbel genieten.”

Welke verwachtingen er zijn over sterk schoolleiderschap? Lees er meer over in het kernprofiel voor directeurs.

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter