Vlaanderen
Klasse.be
Klas bij oude ruïnes in Abdijmuseum Ten Duinen

Met je Lerarenkaart

Op klasuitstap naar Abdijmuseum Ten Duinen 

  • 26 juni 2024
  • 6 minuten lezen

“Moeten we ons aan ‘de regel van de stilte’ houden?” Gelukkig niet meer, weet gids Marc. In Abdijmuseum Ten Duinen in Koksijde mag hij de zesdejaars van Kouterschool Malderen honderduit vertellen over het monnikenleven in Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen.

“Zagen jullie aan de ingang die grote monnik?” Marc wijst buiten naar een felrood beeld. “900 jaar geleden begon het met 1 man. De volgelingen van kluizenaar Ligerius trokken hier de Duinenabdij op en bleven 400 jaar als monniken actief.”

Sienna rekent mee met Marc: “Wat dan in duizendvijfhonderd…?” “In 1566 beukten de Beeldenstormers de poorten in. De monniken vluchtten naar het veilig ommuurde Brugge.” De vernielde abdij werd een speelbal van zand, wind en opstijgend water. “Daarom zijn er alleen nog ruïnes over”, begrijpt Miles. 

Dit is wat archeologen verstaan onder ’tanden poetsen’.

Zand erover

Een kasseiweg leidt ons naar de restanten van de cisterciënzerabdij. Op de plek waar ooit het 30 meter hoge kerkgebouw stond, schakelt Marc ons in als archeologen. Graven, borstelen, opmeten en tekenen: de taken en het gereedschap worden verdeeld. Net als bij de eerste opgravingen in 1949.

De originele abdijvloer ligt 1,5 meter onder onze voeten. De artefacten in de grote zandbak zijn gelukkig niet zo diep verstopt. Flo, Nora en Maya spitten een gouden kandelaarvoet, drinkbeker en kruisbeeldje boven. “Hoe krijg ik die vouwmeter open?”, worstelt Dylan. Louise wacht op de afmetingen om haar tekening van de schoongeborstelde beker te vervolledigen.

“Mijn schopje verdwijnt al bijna helemaal in de kuil.” Klara twijfelt of ze nog wel iets zal bovenhalen. “Hoe dieper je graaft, hoe ouder de overblijfselen”, moedigt Marc haar aan. Ze stoot op een gebit. “Archeologen hebben hier veel gezonde gebitten teruggevonden”, vertelt hij. “De abdijkeuken voorzag de monniken dus van goed voedsel.”

Na hun dood werden monniken naamloos en zonder kist begraven op het kerkhof. Soms in de kerk, zo dicht mogelijk bij het altaar. “Hier zijn ongeveer 1300 skeletten opgegraven”, schat Marc. Maar de grond bewaart nog geheimen: “In de grafkelder van de kapittelzaal rusten tientallen abten voor eeuwig in het zand.” 

Marc, de monnik-makelaar

Marc neemt ons mee naar de monnikenvleugel. Of wat ervan over blijft. Zoals een immomakelaar in elke bouwval potentieel ziet, brengt onze gids ook deze ruïne tot leven. “Hier beneden had je 3 zalen: de kapittelzaal om te vergaderen, de schrijfzaal en de zaal voor de novicen”, beschrijft hij. De stapels stenen groeien in onze verbeelding tot kamers en gewelven. “De slaapzaal was boven. Heel primitief, want monniken sliepen op een strozak.”

“En de lekenbroeders?”, vraagt Maya. Zij deden vooral handenarbeid: dieren slachten, voorraden beheren in de kelders, naar de markt gaan of eten bereiden. Maar soms ook boeken schrijven of de pachthoven leiden. Marc gidst ons tussen de overblijfselen van hun terrein: de keuken, de voorraadkamers, de tuin en de kloosterboerderijen.

Lekenbroeders leefden gescheiden van de monniken. “Monniken aten 1 keer per dag,” illustreert Marc, “maar niet samen met de lekenbroeders. Die schoven de maaltijden door een smal luik van de keuken naar de refter. Verder was er nauwelijks contact.”

Boven deze restanten trekt de abdij zich in onze verbeelding weer op.

De regel

Eens een praatje slaan met een monnik? Vergeet dat maar. Monniken mochten slechts 1 uur per dag spreken, want in de abdij gold ‘de regel’. Vergelijk het met een schoolreglement, maar veel strenger. “Gebruikten ze dan gebarentaal?”, wil Miles weten. Marc verklapt dat ze wel 60 gebaren hadden om met elkaar te communiceren.

“Sluit je ogen, breng je rechterwijsvinger naar je rechteroog en open dat dan.” Alexander voert Marcs instructies perfect uit. “Kijk, je hebt me zonet een goeiemorgen gewenst!”

“En de abt dan?”, vraagt Kheiredine. Die was solidair met zijn monniken. Maar wie wou praten, had maar beter zijn toestemming. “Monniken die de regel van de stilte overtraden, kregen soms 5 dagen enkel water en brood”, stelt Marc. Monden vallen open van verontwaardiging.

“Proberen we die regel van de stilte eens?”, daagt Marc ons uit. Juf Lien duidt Mats en Nayla aan als klasabt en -abdis. Zij lopen in het midden van de pandgang voorop, de andere leerlingen volgen muisstil in 2 rijen aan de zijkant. Als voorbeeldige novicen, de handen plechtig gevouwen, wandelen ze terug richting het museum.

De abdij van Noirlac, kopieer en plak

De pijen hangen al klaar. “We lijken wel kabouters”, giechelt Nora. We trekken de kap tot ver over onze oren. Je weet maar nooit of Marc een cirkeltje op onze kruin wegscheert.

Wat we ons op de archeologische site enkel konden inbeelden, maakt het Abdijmuseum tastbaar en visueel. Een spannende film, opgenomen in de Franse abdij van Noirlac, flitst ons terug naar het leven in de Duinenabdij anno 1339.

Iets authentieker is Pieter Pourbus’ schilderij van de abdij in 1580. Die gedetailleerde plattegrond krijgt nog een derde dimensie in de LEGO®-maquette van het abdijcomplex. “Dat wil ik ook bouwen”, droomt Enes. Marc laat elk gebouw apart oplichten. We zoeken naar de verdwenen ziekenzaal, de warmkamer en de bibliotheek. “De abtswoning had de mooiste en duurste vloeren”, vertelt hij nog. “En in de waterput werden alle sleutels en waardevolle voorwerpen gedumpt voor de vlucht.”

Marc helpt ons met de schaal: “Wie voetbalt graag?” 6 jongens steken enthousiast hun hand op. “De grote kerk had de oppervlakte van een voetbalveld.” Maar een balletje trappen of 7 uur per dag bidden? Hun keuze lijkt snel gemaakt.

Gelijke monniken, gelijke kappen.

Wat een monnikenwerk 

Ora et labora: de dagtaak bestond hier uit bidden, studeren en werken. “Hoe werden boeken gemaakt vóór de uitvinding van de boekdrukkunst?”, vraagt Marc. “Door ze over te schrijven”, weet Milan.

“Monniken kwamen soms uit rijke families en hadden het voorrecht te kunnen lezen en schrijven”, legt Marc uit. “In de schrijfzaal kopieerden ze boeken letter per letter, met een ganzenveer en zelfgemaakte inkt uit galappels op eikenbomen.” Een animatievideo toont hoe je van gladgeschuurde geitenvellen perkament maakt. Jeff zucht: “Daarvoor moet je nogal geduld hebben.”

Een boek overschrijven duurde soms jaren. “Er stonden maar beter geen fouten in”, grijnst Marc. Op enkele opengeslagen bladzijden speuren we nog naar weggekrabde letters of toegevoegde woorden in de kantlijn.

Ook ons verhaal in Abdijmuseum Ten Duinen is geschreven. Enkele levensechte poppen wuiven ons uit. We herkennen een novice, de keldermeester, de prior en de abt. Klasabt Mats groet die laatste in stilzwijgen: hij beweegt zacht 2 vingers naar zijn voorhoofd. Geheel volgens ‘de regel’, abten onder elkaar.

Ingang abdijmuseum Ter Duinen

Over Abdijmuseum Ten Duinen

In Abdijmuseum Ten Duinen verken je de overblijfselen van de middeleeuwse Duinenabdij en leer je over het leven en de gewoonten binnen en buiten de abdijmuren. Je waant je er zelfs even archeoloog.

  • Abdijmuseum Ten Duinen – A. Verbouwelaan 15 – 8670 Koksijde
  • Gratis met je Lerarenkaart in plaats van 7 euro.
  • Ontdek het educatief aanbod voor kleuter-, lager en secundair onderwijs. Een groepsbezoek kan zowel met of zonder gids.

Vera Verdoodt

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter