Zo doen zij het
“Leerlingen aan de deur zetten lost de problemen niet op”
Schooluitval piekt. En toch slaagt Sint-Guido in hartje Anderlecht erin om die trend te keren. Met begeleidingstrajecten op maat houdt het team leerlingen langer aan boord. Begeleider Katleen: “We proberen hun problemen op school aan te pakken vóór we de stekker eruit trekken.”
Katleen Vierendeels: “Ons leerlingenpubliek is zeer divers. Liefst 57 verschillende nationaliteiten kleuren onze klassen. Driekwart van onze leerlingen uit de B-stroom heeft verhoogde zorg nodig. Onder hen ook veel jongeren die kampen met leerachterstand, gedragsproblemen, schoolmoeheid … Kortom: een uitdagend doelpubliek. En dat leidt soms tot spanningen.”
Doorschuifleerlingen
Katleen Vierendeels: “Personeelsleden afdreigen, de les saboteren of een medeleerling fysiek aanvallen: ook op onze school zagen we het aantal tuchtprocedures, schorsingen en uitsluitingen jaar na jaar toenemen. Op de klassenraad werd dat soort probleemgedrag vaak onherroepelijk afgestraft. De consequentie was een ticket richting exit.”
“Alle begrip voor de terechte bezorgdheden van onze leraren: zij verdienen vaak een standbeeld. En uiteraard kunnen we zo’n gedrag niet tolereren op onze school. Maar leerlingen zonder pardon van school sturen… Hoe duurzaam is die oplossing? Vaak belanden ze dan in een andere school waar dezelfde gedragsproblemen zich gewoon herhalen.”
“Het worden ‘doorschuifleerlingen’. Op een paar jaar tijd hoppen ze makkelijk 3, 4 of zelfs 5 keer naar een andere omgeving. Ze komen met een stempel die aan hen blijft plakken. En iedere nieuwe afwijzing duwt hen wat meer richting ongekwalificeerde uitstroom. Hoeveel beter zou het zijn om hun problemen op school aan te pakken vóór we de stekker eruit trekken?”
Van time-out naar time-in
Katleen Vierendeels: “Meer begeleiding op school aanbieden, dat vraagt om meer ruimte. Gelukkig reikte de Vlaamse Gemeenschapscommissie 3 jaar geleden subsidies uit voor Brusselse proefprojecten tegen schooluitval.”
“Dankzij die extra middelen konden we meteen 2 voltijdse begeleiders aanwerven. Ik sprong meteen op de kar, mijn collega Femke volgde. Onze uitvalsbasis: een klascontainer in het midden van de speelplaats. Centraal en toegankelijk, voor leerlingen én collega’s.”
“Leraren merken de moeilijkheden op de klasvloer vaak als eerste op. Zij spelen een cruciale rol in onze procedure. Dreigt het ergens fout te lopen? Dan meldt de klassenraad een of meerdere leerlingen bij ons aan voor een begeleidingstraject. Eerst en vooral luisteren we naar de bezorgdheden van de leraren. Daarna observeren we in de klas om een scherper beeld van de situatie te krijgen. Vervolgens gaan we samen met leerling én voogd rond de tafel zitten. Is die moeilijk bereikbaar? Dan springen we op onze fiets voor een huisbezoek.”
“Een belangrijke regel tijdens dat intakegesprek: geen eenrichtingsverkeer. Wij stellen vooral veel vragen. Wat is er toen precies gebeurd? Hoe voelde je je? Wat deed het met anderen? Heb je daar vaker last van? Wat wil jij op termijn bereiken? En wat is er volgens jou nodig om daar te geraken?”
“Zo brengen we niet alleen ontbrekende vaardigheden, maar ook dromen en talenten in kaart. Op basis van dat gesprek én de feedback van de klassenraad kloppen we doelen af waaraan we samen willen werken.”
Wandelgesprekken
Katleen Vierendeels: “Elke leerling is anders. Wie in de sporthal op de vuist gaat, loopt best een ander parcours dan iemand die volledig dichtklapt uit faalangst. Met een leerling die spijbelt omdat die geld moet verdienen, praat je anders dan met iemand die tijdens de schooluren in de stad rondhangt. Femke en ik schoolden ons bij tot moderator en volgden opleidingen over herstelgericht werken, weerbaarheid, sociale competenties. Met die skills gaan we verder aan de slag.”
“Neem nu het opvliegende meisje dat enkel in imperatieven sprak. Een collega wist zich geen raad meer met die houding. Met haar werkten we rond impulscontrole, respectvol communiceren, feedback geven en ontvangen. Al moesten we 100 keer herhalen dat woorden als ‘dankuwel’ en ‘alstublieft’ een wereld van verschil kunnen maken: we gaven niet op. Uiteindelijk loonde het. Sinds ze de klik maakte, kunnen leraar en leerling weer door dezelfde deur.”
“Of de leerling met autisme die de Engelse les keer op keer op stelten zette. Daar gingen we wekelijks even mee wandelen. In beweging komen de lippen vaak sneller los. Zijn trigger? Te veel prikkels. Samen met de vakleraar bekeken we of hij in ons lokaal zelfstandig aan opdrachten kon werken.”
“Tijdelijk uit de klas dus, maar zonder de band met de school te verliezen. Én met het oog op re-integratie. Net zoals je remedieert voor taal of wiskunde, moet je leerlingen ook kansen geven om probleemgedrag bij te sturen.”
De navelstreng
Katleen Vierendeels: “Toegegeven, we kunnen lang niet alles zelf oplossen. Vaak zien wij slechts het topje van de ijsberg. Soms ook een glimp van wat daaronder schuilt: moeilijke thuissituaties, trauma’s, angst … Daarover praten vergt niet alleen vertrouwen maar ook extra expertise. Gelukkig hebben we sinds vorig jaar een eerstelijnspsycholoog op school. 2 keer per week is ze hier voor onze leerlingen. Haar nabijheid verlaagt de drempel aanzienlijk.”
“Wanneer de begeleiding op school niet volstaat, kijken we samen naar externe partners. Brusselse organisaties als KANS, Abrusco of Groep Intro bieden een waaier aan coaching op maat. Via muziek, sport, dieren of trektochten brengen ze jongeren tot zelfinzicht. Ook die projecten blijven erg waardevol. Al merkten we in het verleden dat leerlingen na zo’n zijtraject niet altijd even makkelijk terugkeren naar school.”
“Continuïteit in de zorg is essentieel. Daarom knippen we de navelstreng nooit door: we blijven onze gasten nauw opvolgen. En we evalueren samen elke stap. Wat leerde je over jezelf? Hoe kan je met die zelfkennis op school aan de slag? Welke omkadering is er verder nodig? Wanneer een volledige terugkeer naar school overweldigend lijkt, passen we het lessenrooster waar mogelijk aan zodat de leerling geleidelijk kan inpikken.”
Voorlopig rapport
Katleen Vierendeels: “Het effect van ons maatwerk? 3 jaar geleden telden we 49 definitieve uitsluitingen. Vorig schooljaar waren dat er nog 29. En dit jaar zitten we aan 14. Een flinke daling dus. Al is een begeleidingstraject op maat ook niet altijd een wonderoplossing. Wanneer het vertrouwen echt onherstelbaar aangetast is, moeten we sommige leerlingen alsnog noodgedwongen laten gaan. Maar wel met wat meer zelfkennis en een koffertje aan tools.”
“Uitsluiten doen we liefst pas aan het einde van het schooljaar. Op een trein moeten springen die allang vertrokken is, dat verkleint de kans op succes. Én we gidsen hen naar de juiste school. Door mee te gaan naar opendeurdagen of te zorgen voor een voorproevertje. Een leerling uit de richting Schilderen die droomt van de horeca? Die draait nu al even mee in een Brusselse keuken om te ontdekken of die job bij hem past.”
Grote en kleine daden
Katleen Vierendeels: “Die aanklampende aanpak vraagt veel geduld en puzzelwerk, ook van onze leraren. Gelukkig werkt hier een topteam. We beseffen allemaal dat we de toekomst van jonge mensen mee in handen hebben. Daar gaan we niet licht over. Zorg stellen we centraal. Starters dompelen we bij aanvang al onder in onze visie. En op personeelsvergaderingen tonen we dat onze inspanningen lonen.”
“Geen afstand nemen, herstelgericht werken, focussen op verbinding: het zijn misschien grote woorden, maar de kracht schuilt vaak in heel kleine dingen. Acties die al beginnen aan de schoolpoort. Een leerling die het moeilijk heeft, begroeten met ‘Blij dat je hier bent’. Of tijdens je toezicht oprecht even vragen hoe het gaat. Dat is zó sterk.”
“Laat leerlingen voelen dat ze gezien worden. Dat ze ertoe doen. Want hoe sterker de band met de school, hoe kleiner de kans dat ze afhaken. Daarvan zijn we rotsvast overtuigd.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter