Zo doen zij het
“De voelsprieten van leraren helpen onze data interpreteren”
Schooluitval tegengaan door een gepast én kwaliteitsvol traject voor elke leerling. Dat doel pakken directeurs Rembert en Gert stevig vast in hun scholengemeenschap. Eerste stap: data van de 8 scholen samenbrengen. Een rijkdom voor beleid én leraren om de komende jaren een datageletterde scholengemeenschap en dito scholen uit te bouwen.
Hoe kwam datageletterdheid op jullie pad?
Rembert Henderix, Algemeen Directeur Scholengemeenschap Sint-Quintinus Hasselt: “Een datageletterde scholengemeenschap creëren doe je niet eventjes snel, en zeker niet alleen. We zijn er al enkele jaren mee bezig en laten ons ondersteunen door de pedagogische begeleidingsdienst. Het is een van de 3 grote pijlers binnen ons Masterplan 2024-2030, naast de pedagogische visie en het financiële aspect. Ons doel: alle beleidsbeslissingen maken op basis van – en aftoetsen aan – de data uit onze scholen. Want hoewel elke school erg verschillend is, is een globaal beeld nuttig voor visieontwikkeling en kwaliteitsbewaking.”
“Toen ik jaren geleden zelf nog directeur was, boeiden data mij al. Ik hield onze in- en uitstroom voortdurend bij en belde ouders een voor een op om te vragen waarom hun zoon of dochter naar een andere school ging. Allemaal heel primitief, natuurlijk. Nu heb je handige tools die dat efficiënter doen.”
Gert Van den Broeck, Directeur Kwaliteit en Zorg Scholengemeenschap Sint-Quintinus Hasselt: “We kijken als datageletterde scholengemeenschap nu verder. Niet enkel de in- en uitstroom, maar ook de doorstroomdata kennen is belangrijk als je ongekwalificeerde uitstroom wil tegengaan. Hoe gaan we daarmee aan de slag? En nog uitdagender: hoe bundelen we die data voor al onze scholen? En hoe maken we beslissingen op niveau van de scholengemeenschap die stroken met onze visie op het soort onderwijs dat we willen bieden? Dat zijn veel mooie woorden op papier, maar de data houden onze voeten op de grond: slagen we eigenlijk wel in om alle leerlingen optimaal te laten vorderen tijdens hun onderwijsloopbaan?”
Wat leerden jullie uit het samenbrengen van de data?
Rembert Henderix: “Onze ogen zijn opengegaan sinds we als scholengemeenschap inzetten op datageletterdheid. Eerst stelden we onderzoeksvragen op. We toetsten die af aan onze eigen file – met data uit Smartschool Analytics – en andere tools als Datawijzer en Dataloep. Bijvoorbeeld: in welke mate slagen leerlingen in het derde jaar na een eerste graad in een van onze scholen? We waren verbaasd, maar ook overtuigd. Want bepaalde zaken die we belangrijk vinden, vonden we niet altijd terug in de data. Zo zagen we dat te weinig leerlingen vlot doorstromen van de tweede naar de derde graad. Veel van studierichting wisselen willen we vermijden, maar dat lukt dus nog niet voldoende. Extra bevestiging dus van onze aanpak om met dat gegeven aan de slag te gaan. Want hoe zorgen we ervoor dat we in de toekomst geen beslissingen nemen die ingaan tegen onze visie?”
Gert Van den Broeck: “Klopt. We zagen wel wat werkpunten. Uit onze eigen dataset en de andere tools bleek bijvoorbeeld dat een behoorlijk aantal leerlingen onze scholengemeenschap verlaat na de eerste graad. We stellen ons direct de vraag: wat zijn hun noden? Maar ook dat in bepaalde studierichtingen opvallend meer B- en C-attesten worden uitgeschreven.”
“Nog interessant: we zagen duidelijker welk pad leerlingen bewandelen en hoe dat goed, maar soms ook moeilijk loopt. Bijvoorbeeld: een leerling die na een B-attest toch verdergaat in dezelfde richting en later uitstroomt. Wat zegt dat over onze advisering? Want het is één ding om te zeggen dat je ongekwalificeerde uitstroom wil terugdringen. Maar hoe doe je dat als je geen breder beeld hebt? Ook als het wel vlot loopt is zo’n breed beeld nuttig trouwens. Want een vlotte loopbaan met veel succeservaringen zorgt voor een hoger welbevinden bij leerlingen en personeel.”
Hoe betrekken jullie beleidsteams en leraren bij een datageletterde scholengemeenschap?
Rembert Henderix: “We hebben 1500 leraren die dagelijks voor onze leerlingen staan. Wat zij met hun voelsprieten waarnemen, is essentieel om de data te interpreteren. Dus proberen we hen mee te nemen in het proces. We weten dat onze leraren spontaan de kwaliteit bewaken in hun klas of vakgroep. Maar als je met data werkpunten op niveau van de scholengemeenschap of school – bijvoorbeeld een bepaalde vakgroep – kan aantonen, raakt dat ook hen in hun dagelijkse bezigheden. Je krijgt de neuzen sneller in dezelfde richting.”
Gert Van den Broeck: “We benoemen bovendien wat wel goed loopt, want ook dat haal je uit zo’n uitgebreide dataset. Zo zien we studierichtingen met weinig B- en C-attesten, waar leerlingen vaak in dezelfde richting blijven én later vlot doorstromen naar de arbeidsmarkt of hoger onderwijs. Wat kunnen we leren uit zulke sterke trajecten?
Dat proberen we ook naar onze andere scholen te verspreiden. Zo ontstaan er bijvoorbeeld gesprekken over de scholen heen. Een mooi voorbeeld van verbinding dankzij data.”
Rembert Henderix: “Natuurlijk zijn er leraren die zich minder aangesproken voelen door cijfers en datasets. Niet iedereen komt bijvoorbeeld vanuit intrinsieke motivatie naar een datageletterdheidsdag waar we informeren en leraren – in gemengde teams – aan het reflecteren zetten. Voor wie minder ruimte heeft of zich onzeker voelt, rekenen we op onze eigen communicatie en het olievlekprincipe vanuit leraren die wel mee op de kar sprongen. En we zijn transparant naar alle betrokken partijen: onze informatie staat op een digitaal platform waar elke geïnteresseerde zich kan inlezen. Want onze uitdaging is duidelijk: data op zich zijn niet voldoende. De reflectie errond op gang zetten is wat telt.”
Gert Van den Broeck: “Klopt. Wat stel je vast? Wat zijn je hypotheses? En welke acties kunnen we ondernemen? Met zulke vragen maak je leraren deel van het proces. Bijvoorbeeld: Hoe pakken wij onze deliberaties aan? En hoe komt het dat we in bepaalde studierichtingen relatief veel B- en C-attesten uitschrijven? Hoe komt een goed advies tot stand? Kunnen we leren van elkaar?”
Hoe verzamelen jullie data en bewaken jullie de kwaliteit?
Gert Van den Broeck: “We gebruiken Smartschool Analytics om de data uit al onze scholen samen te brengen. De interne data dus. De info uit de DataWijzer van de Onderwijsinspectie biedt ons dan weer inzichten over de positionering van onze scholen ten opzichte van elkaar en vergelijkbare scholen in Vlaanderen. Beide vinden we belangrijk om een eenzijdige blik te vermijden.”
Rembert Henderix: “Aanvullend gebruiken we de interactieve toepassing Dataloep, met statistieken over inschrijvingen, mobiliteit en aantrekkingskracht, leerlingenkenmerken … Dat vinden we vooral interessant om ons rekruteringsgebied goed in te schatten. Welk percentage van onze leerlingen komt uit welke stad of gemeente, en zien we veranderingen doorheen de tijd?
Gert Van den Broeck: “We zijn niet naïef als datageletterde scholengemeenschap. Ook al hebben we ondertussen veel ervaring, onze data zelf kunnen nog kwalitatiever. Op vlak van studieadvies bijvoorbeeld. Willen we daar nuttige vergelijkingen maken, dan moet elke school dat advies op dezelfde manier noteren. Wat maakt vervolgens dat de keuze van een leerling volgens of tegen het advies van de klassenraad is? We investeren bewust ruimte en middelen om dit helder te krijgen. Maar het blijft een leerproces, in functie van ons uiteindelijke doel: dat al onze scholen – met hun eigen, unieke insteek – een kwalitatieve en succesvolle schoolloopbaan bieden aan leerlingen en ouders.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter