Vlaanderen
Klasse.be

Tips

Wat een toets (niet) is: 7 misverstanden over evalueren

  • 14 januari 2025
  • 6 minuten lezen

Sterk evalueren: wat is een goede toets? En wat zeker niet? Expert Dominique Sluijsmans rekent af met 7 hardnekkige misverstanden over toetsing.

1. Een toets is geen stok

Dominique Sluijsmans, onderwijskundige en lector Hogeschool Rotterdam: “Leerlingen die net voor de toets even zweten maar meteen de leerstof weer vergeten? Erg frustrerend voor leraren. Het goeie nieuws: daar kan je wat aan doen. In de eerste plaats door toetsing als effectieve leerstrategie in te zetten tijdens je les. Zodat je leerlingen de leerstof niet enkel de avond voor de toets verwerken.” 

“Als de toets een drukmiddel wordt om te leren, laten leerlingen het helaas afweten zodra die stok achter de deur wegvalt. En spannen ze zich enkel in als er punten te verdienen vallen. Benut toetsing daarom tijdens elke les, van begin tot einde. Zo leren je leerlingen om kritisch naar hun eigen leerproces te kijken en om zichzelf – ook zonder jouw toets – bij te sturen.”

“Leraren merken hoe de concentratie tijdens een toets plots stijgt. Omdat die op punten staat, zetten leerlingen zich beter in en keert de rust in de klas terug. Toch is het geen goed idee om met een toets je klas onder controle te houden. Een rustige werkmodus wil je in elke les installeren. Voor je het weet, zijn je leerlingen daar enkel nog toe in staat wanneer een oefening op punten staat.” 

2. Een toets is geen verrassing 

Dominique Sluijsmans: “Voor je toetst, moeten je verwachtingen helder zijn. Hoe ziet kwaliteit eruit, hoe bewijst een leerling dat die de leerstof beheerst? Laat je leerlingen meedenken over die vraag en toon voorbeelden van wat je verwacht. Zodat ze weten waar de lat ligt en ze zich goed kunnen voorbereiden op de toets.”

“Maak je toets dus voorspelbaar, bouw voldoende oefenkansen in tijdens je les. Beloon de inspanningen van leerlingen met de kans om een goed resultaat te halen. Hard werken en dan het deksel op je neus krijgen omdat je het raden had naar de manier waarop je geëvalueerd zou worden? Dat is een motivatiekiller.” 

“Een voorspelbare toets is niet hetzelfde als een makkelijke toets. Net omdat je leerlingen goed weten wat je van hen verwacht, mag de toets best lastig zijn en je leerlingen aan het denken zetten. Als ze dan vlot een mooi resultaat behalen, toont dat enkel dat je aanpak goed zit. Een onvoorspelbare toets, met strikvragen of leerstof die je in de klas maar vluchtig behandelde, is lastig. Maar of je zo nagaat of je leerlingen de leerstof effectief beheersen, is helaas wat anders.” 

3. Een toets is geen soloslim

Dominique Sluijsmans: “Een goede toets opstellen is allesbehalve eenvoudig. Zijn de vragen eenduidig of kan je ze ook verkeerd interpreteren? Zit de moeilijkheidsgraad goed? Gebruikte je geschikte vraagtypes? Zelfs voor professionele toetsontwikkelaars blijft dat een zoektocht. Net daarom werken ze in team. Laat je toets dus nalezen door een kritische collega. Of beter nog: stel toetsen samen op en probeer ze uit bij leerlingen.”

“De discussies die je dan krijgt, raken aan de kern van je job: wat willen wij met onze leerlingen bereiken en waarom vinden we dat belangrijk? Wat beschouwen wij als kwaliteit, wanneer vinden wij iets goed genoeg? Het antwoord op die vragen biedt je een schooljaar lang houvast om over de studievoortgang van leerlingen te beslissen. En je voelt je een pak zekerder wanneer er discussie ontstaat.” 

“Die duidelijkheid heeft ook een impact op de motivatie van je leerlingen. Want waarom zouden ze zich dubbel plooien als de waardering die ze voor die inspanning krijgen, gebaseerd lijkt op willekeur of oneerlijk aanvoelt?” 

Portret Dominique Sluijsmans
Dominique Sluijsmans: “We toetsen niet om te rapporteren. We geven een rapport mee om te vertellen wat we dankzij de toets te weten kwamen over het leerproces van die leerling.”

4. Een toets is geen stresstest

Dominique Sluijsmans: “Met een toets wil je in de eerste plaats nagaan of je leerlingen de leerstof snappen, en niet hoe ze presteren onder druk. Bouw tijdens je lessen dus voldoende oefenmomenten in die voorbereiden op de toets. Zodat leerlingen je toets niet als dat ene allesbepalende moment ervaren, maar als een van de vele momenten waarop jij nagaat of iedereen mee is. Niet als een oordeel dat losstaat van je les, maar als een oefening die deel uitmaakt van je didactiek.”

“Tegelijk wil je leerlingen leren omgaan met die druk, zodat ze straks ook buiten de schoolmuren kunnen tonen wat ze in hun mars hebben wanneer het spannend wordt. Want je rijbewijs halen, solliciteren voor een nieuwe job of een presentatie op het werk: prestatiedruk hoort er soms bij in de ‘echte’ wereld. En gezonde stress stelt ons in staat om net dat tikkeltje beter te presteren op het moment van de waarheid.”

“De school is niet de echte wereld, wel de oefenplek die jonge mensen erop voorbereidt om in die wereld op een gezonde manier te functioneren. Een veilige omgeving waar leerlingen oefenkansen krijgen en stap voor stap leren omgaan met stress en prestatiedruk. Een toets mág voor wat druk zorgen. Maar die druk bouw je behoedzaam op. Zodat de toets je iets vertelt over hoe je leerlingen leren. En niet louter over hoe ze onder druk presteren.”

5. Een toets is geen wedstrijd

Dominique Sluijsmans: “Met een toets wil je nagaan wie de leerstof al beheerst, en wie nog niet. Soms denken we dat een toets pas goed is als die een duidelijk onderscheid maakt tussen leerlingen. En naast sterke en gemiddelde resultaten ook tekorten oplevert. Maar die brede variatie is niet in elke klas aanwezig is. Een betere graadmeter: vergelijk de resultaten met klassen van collega’s. Of met klassen van voorbije jaren.”

“Als de hele klas slaagt, kan de gedachte je bekruipen dat de toets te makkelijk was. Maar misschien is dat resultaat gewoon een dikke pluim voor jou en heb jij je leerlingen goed voorbereid. Ook wanneer de hele klas slecht scoort, hoef je niet meteen de moeilijkheidsgraad van je toets of de inzet van je leerlingen in twijfel te trekken. Kijk zeker ook naar hoe je de leerstof aanbracht. Analyseer welke denkfouten vaker opduiken. En vraag je af wat je kan doen om die die fouten bij een volgende gelegenheid al tijdens je les aan te pakken.” 

6. Een toets is geen verplicht nummer

Dominique Sluijsmans: “Net voor de rapportperiode piekt het aantal toetsen vaak. Want op dat rapport willen we graag nuttige informatie meegeven. Maar dat is de wereld op zijn kop: we toetsen niet om te rapporteren. We geven een rapport mee om te vertellen wat we dankzij de toets te weten kwamen over het leerproces van die leerling.”

“Ik begrijp dat leraren zich willen verantwoorden. Voor ouders zijn toetsresultaten vaak het meest zichtbare element van je werk. Stel daarom op schoolniveau de verwachtingen voor rapportering helder. Waak erover dat cijfers relevante informatie geven over het leerproces van je leerlingen. En durf ook vertrouwen op je observaties tijdens de les: geen harde cijfers, maar waardevol om te weten waar je leerlingen staan.”  

“Leraren toetsen ook vaak ‘om in orde te zijn’. Om te bewijzen – aan inspectie, collega’s, het schoolbestuur – dat ze een doel geëvalueerd hebben. En zich indien nodig te kunnen verantwoorden of vrij te pleiten. Ook daarvoor geldt dat je samen sterker staat. Maak als team duidelijke keuzes in het curriculum, waak erover dat je geen dubbel werk doet en hetzelfde doel nodeloos vaak evalueert in andere vakken. Kies voor een duidelijke focus en diepgaand begrip. Want dat je een berg leerstof behandelt en toetst, betekent nog niet dat je leerlingen al die leerstof effectief beheersen.”

7. Een toets is geen eindpunt

Dominique Sluijsmans: “Een toets sluit het leerproces niet af, maar zet net aan tot leren. Maak dat aan je leerlingen duidelijk door elke toets als leerkans te benutten. Of dat betekent dat je bij elke fout uitgebreide feedback moet schrijven? Kijk kritisch naar wat dat oplevert. Duidelijk maken waar de gaten in de kennis van de leerling zitten en actiegerichte feedback geven – ‘je kent de vervoeging van de verleden tijd nog te oppervlakkig, herhaal die tegen volgende week’ – is belangrijker dan commentaar op maat bij elke fout.” 

“Laat leerlingen hun toetsen ook steeds verbeteren als daar een leerkans zit. Thuis of in de klas. Als ze actief met die fouten aan de slag gaan, daalt de kans sterk dat ze die fouten bij een volgende toets of op het examen opnieuw maken. Ze krijgen inzicht in hun fouten: lag het aan onoplettendheid, las ik de vraag niet goed of snap ik de leerstof nog niet? En je verlegt hun focus van het cijfer naar de leerstof. Van ‘hoeveel heb ik?’ naar ‘kan ik het al?’”     

▶︎ Lees het volledige interview met Dominique Sluijsmans.

Seppe Goossens, Vera Verdoodt

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter