Video
Wat na het buitengewoon lager onderwijs?
De overstap naar het secundair is voor leerlingen in het buitengewoon lager onderwijs extra groot. Meer pistes, meer onzekerheid. “Samen zetten we twijfels om in vertrouwen”, vertelt orthopedagoog Julie Boury. Kijk in de video hoe het team van De Klim-Op ouders én leerlingen naar de juiste plek begeleidt.
Lees het artikel verder onder de video.
Bekijk de video ‘Wat na het buitengewoon lager onderwijs?‘
In de gangen van De Klim-Op in Zwevegem hangt een lichte spanning. Ouders schuiven af en aan voor het oudercontact. Vanavond krijgen ze het studieadvies te horen voor hun zoon of dochter. De CLB-medewerker overloopt alle opties nog eens en legt het definitieve advies op tafel.
Naast het CLB en de klasleraar, schuift ook Julie Boury aan. Als orthopedagoog kent ze de leerlingen door en door. Die volgt ze hun hele schoolcarrière op. Ze kent hun achtergrond en noden, en evalueert hun situatie voortdurend met de klasleraar en het CLB.
Geen verrassing
Julie Boury, orthopedagoog De Klim-Op: “Het advies van het CLB komt zelden als een verrassing. Het is de optelsom van alle kennis die we doorheen de jaren hebben vergaard over die leerling. We nemen ouders en leerlingen voortdurend mee in dat verhaal. We staan open voor hun zorgen en bedenkingen en komen zo tot een gedragen besluit. Als ouders uit de lucht zouden vallen, is er onderweg iets fout gelopen.”
“Dat neemt niet weg dat het spannend is voor ouders. Soms liggen er nog enkele opties op tafel: wordt het A-stroom of B-stroom? Kan de leerling naar het reguliere onderwijs of heeft die baat bij de beschermende omgeving van het buitengewoon? Dat klaren we dan samen uit.”
Leerlingentypes in het buitengewoon onderwijs
Type basisaanbod: voor jongeren met specifieke onderwijsbehoeften voor wie het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is in een school voor gewoon onderwijs (vervangt sinds september 2015 geleidelijk het type 1 en 8)
Type 2: voor jongeren met een verstandelijke beperking
Type 3: voor jongeren met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder verstandelijke beperking
Type 4: voor jongeren met een motorische beperking
Type 5: voor jongeren in een ziekenhuis, een preventorium of een residentiële setting
Type 6: voor jongeren met een visuele beperking
Type 7: voor jongeren met een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis
Type 9: voor jongeren met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking (sinds september 2015)
Bron: Onderwijs Vlaanderen
“De pistes zijn talrijker dan voor leerlingen uit de gewone basisschool. Naast een terugkeer naar het reguliere onderwijs, kunnen leerlingen ook terecht in een buitengewone secundaire school van hun type (zie kader hierboven). Vervolgens kiezen ze 1 van de 4 opleidingsvormen (OV’s, zie kader hieronder), afhankelijk van de noden en mogelijkheden van de leerling.”
“Bij ons op school kunnen leerlingen terecht binnen het type basisaanbod en type 9. Zij stromen meestal door naar OV3 en OV4 of maken opnieuw de overstap naar het reguliere onderwijs. Afhankelijk van hun noden en zorgvragen herbekijken we ook hun type.”
“Eens het advies duidelijk is, wijkt de spanning voor opluchting. Eindelijk kunnen ze de overstap concreet voorbereiden. Vaak volgt dan een spervuur aan vragen: welke scholen komen in aanmerking? Hoe verloopt de aanmeldingsprocedure? Zal er wel plaats zijn? We nemen de tijd om die een voor een te beantwoorden.”
Opleidingsvormen in het buitengewoon secundair onderwijs
Elke opleidingsvorm streeft een bepaalde doelstelling na voor de leerlingen. Er kunnen leerlingen uit verschillende types terecht.
OPLEIDINGSVORM 1:
maatschappelijke participatie en eventueel arbeidsdeelname in een omgeving met ondersteuning
- Biedt een algemene en sociale vorming gericht op:
- maatschappelijk functioneren en participeren in een omgeving met ondersteuning, meestal in een instelling,
- voor zover mogelijk arbeidsdeelname in een omgeving met ondersteuning.
- Voor de types 2, 3, 4, 6, 7 en 9.
OPLEIDINGSVORM 2:
maatschappelijke participatie en tewerkstelling in een omgeving met ondersteuning
- Biedt een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining gericht op:
- maatschappelijk functioneren en participeren in een omgeving met ondersteuning zoals begeleid zelfstandig wonen,
- werken in een omgeving met ondersteuning zoals een maatwerkbedrijf.
- Voor de types 2, 3, 4, 6, 7 en 9.
OPLEIDINGSVORM 3:
maatschappelijke participatie en tewerkstelling in het gewone arbeidsmilieu
- Biedt een algemene, sociale en beroepsvorming gericht op:
- maatschappelijk functioneren en participeren,
- werken in een gewone werkomgeving.
- Voor de types basisaanbod, 3, 4, 6, 7 en 9.
- Je kan er kiezen tussen verschillende opleidingen.
OPLEIDINGSVORM 4:
algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs
- Is gericht op:
- maatschappelijk functioneren en participeren, eventueel in een omgeving met ondersteuning,
- vervolgonderwijs of werken in een gewone werkomgeving, eventueel met ondersteuning.
- Voor de types 3, 4, 5, 6, 7 en 9.
- Je kan er kiezen tussen verschillende studierichtingen die overeenkomen met de studierichtingen uit het gewoon secundair onderwijs.
Bron: Onderwijs Vlaanderen
Bouwen aan vertrouwen
Isabelle Dewaele loopt dat proces een schooljaar lang met haar leerlingen van het laatste jaar. “Om de juiste studiekeuze te maken, is het belangrijk dat je jezelf goed kent. In de klas hebben we het over onze talenten en benoemen we ook waarmee we het moeilijk hebben. We verkennen verschillende beroepen en vragen ons af welke talenten je daarvoor nodig hebt.”
“Sommige leerlingen vertellen mij dat ze graag dierenarts willen worden. Maar is dat realistisch als ze moeite hebben met rekenen en schrijven? Ja, ik heb al dromen moeten doorprikken. Dat kan hard zijn, maar dan gaan we samen op zoek naar wat wel haalbaar is: misschien is dierenverzorger een optie?”
“In het tweede semester plannen we regelmatig schoolbezoeken in de regio. Zo kunnen ze al eens proeven van verschillende vakken en ervaren ze hoe het er op de grote school aan toe gaat.”
“Sommigen kunnen niet wachten om eraan te beginnen, anderen kijken met een bang hartje de overstap tegemoet. Daarom staan de laatste weken in het teken van afscheid nemen en met vertrouwen een nieuwe start maken. Ik merk dat ouders het daar vaak moeilijker mee hebben dan de leerlingen zelf.”
In dialoog met ouders
Julie Boury: “Ouders hebben vaak al een heel traject afgelegd voor ze in De Klim-Op belanden. Na een lange zoektocht vinden ze rust in het buitengewoon onderwijs. Met de naderende overstap, rijzen nieuwe vragen en onzekerheden. Door hen stap voor stap te begeleiden, hopen we dat ze met vertrouwen richting de overgang bewegen.”
“Het CLB organiseert een eerste infoavond aan het begin van het schooljaar waarin ze ouders wegwijs maken in het scholenlandschap. De verschillende onderwijsvormen in het buitengewoon secundair passeren de revue, net als de mogelijkheid om over te stappen naar het reguliere onderwijs. Het CLB legt de ouders ook uit hoe ze tot hun advies komen en welke stappen nog volgen doorheen het schooljaar.”
“Op de klassenraad na de herfstvakantie geeft het CLB in overleg met de school een voorlopig advies. Het definitieve advies volgt op de klassenraad na de krokusvakantie. Telkens gaan we met de ouders in gesprek.”
“Het gebeurt dat ze aanvankelijk op een ander spoor zitten. Sommige ouders koesteren nog de hoop dat hun zoon of dochter opnieuw naar het reguliere onderwijs kan. Als dat toch niet mogelijk blijkt, moet die realiteit soms even inzinken. Maar naarmate we meer in gesprek gaan, groeien we bijna altijd naar elkaar toe.”
“Die dialoog onderhouden we ook in de jaren die daaraan vooraf gaan. Leerlingen kunnen in principe op elk moment de overstap maken naar het reguliere onderwijs of een ander onderwijstype, niet enkel na hun laatste jaar. We volgen onze leerlingen dus voortdurend op en wegen ook af of ze hier nog steeds op hun plaats zitten.”
Vlotte start
“Met het CLB-advies op zak, begint de zoektocht naar een vrije plek in een geschikte school. Sommige ouders zijn erg proactief en weten al precies welke school ze willen aanmelden en hoe de procedure verloopt. Anderen zien door de bomen het bos niet en hebben een duwtje nodig. We helpen hen bij de aanmelding en bellen soms met scholen om een plaatsje te verzekeren.”
“In de zomer, als iedereen een plekje heeft gevonden, zitten we samen met de nieuwe school voor de overdracht. Als de ouders akkoord gaan, delen we alle relevante informatie die we verzameld hebben met de nieuwe school: eventuele leerstoornissen, hulpmiddelen … Een goede overdracht is cruciaal voor een vlotte en veilige start.”
“Dat doen we natuurlijk ook voor leerlingen die naar het reguliere onderwijs overstappen. Wie nood heeft aan extra ondersteuning, kan er een beroep doen op een leerondersteuner. Die helpt leerling én leraar om vlotter mee te draaien op school, eventueel met een aangepast curriculum.”
“En of ze snel hun draai vinden. Dat merken we als ze ons een bezoekje brengen op een lesvrije dag en vol zelfvertrouwen vertellen over hun nieuwe school. Hoe spannend het traject ook was, ze komen op hun pootjes terecht.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter