Zo doen zij het
Moeilijke les? Boek een collega!
Wordt je les beter met twee? Wil je zonder druk op nascholing? Of uitzieken? In de Sint-Martinusscholen in Herk-de-Stad boeken leraren een collega. Gevolg van het goed draaiende assistentiesysteem: veel samenwerking en leerrendement, nauwelijks studies.
Vrijdagnamiddag. Leraar Amélie gidst haar leerlingen het klaslokaal binnen voor een les zinsontleding. Een collega volgt in haar voetsporen. Amélie: “Het verschil tussen de doen- en zijn-relatie? Dat is een zware dobber voor veel leerlingen. In die les wil je de touwtjes strak houden. De theorie opfrissen en samen met de klas op het bord krijgen, dat lukt in m’n eentje. Maar alle leerlingen opvolgen als ze individueel oefenen? Schouderklopjes uitdelen, fouten detecteren en prangende vragen beantwoorden? Dan volstaat 1 leraar niet altijd.”
“Onze school dokterde daarvoor een hulplijn uit: een ingenieus digitaal assistentiesysteem. Daar kan je de hulp van een collega inroepen en specifieer je waarom: co-teaching, klasmanagement, individuele begeleiding? Voor deze moeilijke les over zinsleer vroeg ik specifiek een vakcollega om mee te draaien. Die kent de klas nauwelijks, maar de leerstof tot in de puntjes. Dus kan die in mijn klas rondlopen en over de schouders turen: ‘Hier loopt iets mis.’”
Modernisering
Terwijl de leerlingen van leraar Amélie zich over stevige volzinnen krommen, licht directeur Cindy de ontstaansgeschiedenis van het assistentiesysteem toe. “In 2019 sloegen collega’s van Nederlands, Frans en wiskunde alarm: ‘Er komt zoveel op ons af: de modernisering, nieuwe leerplannen, differentiatie, leernoden en maatschappelijke uitdagingen. We willen goed onderwijs geven, maar klaren dat niet meer in ons eentje.’”
“Hun zorgen waren even groot als terecht. Meer samenwerking drong zich op. Dus schrapten we het vaste uur studietoezicht in hun lessenrooster. In ruil assisteren ze wekelijks 1 uur bij elkaar. Dat trok snel de aandacht van andere leraren. ‘Niet eerlijk, Cindy. Waarom kan ik voor wetenschappen of geschiedenis geen ondersteuning aanvragen’, vroegen ze tijdens wens- en functioneringsgesprekken.”
“Dus gooiden we de werking in 2020 open naar de volledige eerste graad. Deelnemen bleef vrijwillig. Niet iedereen beweegt even snel. Sommige collega’s speelden op safe en trokken liever met een stapel correctiewerk naar de studiezaal.”
Lastige gesprekken
“Elk jaar groeide de interesse voor het assistentiesysteem. Dus belandden we snel bij het kantelpunt. Als slechts een handvol leraren de boot nog afhoudt, dan moeten ze mee in zee. Die knoop moet je doorhakken als directeur. En we duiden waarom: door dit systeem gaan klasdeuren open, leren we van elkaar, verhogen we onze kwaliteit. Allemaal centrale pijlers in onze schoolvisie.”
“Natuurlijk volgden er een paar lastige gesprekken. Tegen de kerstvakantie hielpen 3 collega’s nog niet in een andere klas. Wat bleek? Eentje haperde op het digitale boekingssysteem, voor een andere leek het te belastend. Maar ze beseften: achterblijven kan niet. En eigenlijk wil ik dat niet.”
Maximale lestijd met assistentiesysteem
“Een collega in je klas werd een gewoonte. Dus kwamen ook de vervangingen in het vizier. Vandaag kan je een collega boeken die toezicht houdt, mee lesgeeft of een individuele leerling bijspijkert. Maar je kan ook een collega vragen om je klas over te nemen als je ziek bent, professionaliseert of met leerlingen op pad bent. Onderliggend idee: we tillen onderwijskwaliteit omhoog door samen te werken, maar ook door onze lestijd maximaal te benutten en te vermijden dat leerlingen in de studiezaal zitten.”
“Een leraar Nederlands die volgende week afwezig is, geeft dat digitaal in en vraagt wie overneemt. Ken je de klas? Dan kan je extra oefeningen laten maken voor je eigen vak. Sta je nooit in die klas maar geef je ook Nederlands? Dan krijg je de lesvoorbereiding en zorg je er mee voor dat die leerlingen hun doelen bereiken. Het leren stokt of stopt niet. En je collega kan uitzieken of op nascholing, zonder stress dat die het leerplan niet rond krijgt.”
“Om flexibel te assisteren of te vervangen verdwijnen de muren tussen leraren A-stroom én B-stroom. Iedereen kan – afhankelijk van de vraag of opdracht – overal komen. Daardoor neemt onze onderlinge solidariteit nóg toe. We kiezen al jaar en dag voor maximaal 24 leerlingen in een klas Latijn en 12 in de B-klassen. Niemand stelt die aantallen nog in vraag. En komt op klassenraden het signaal dat het moeilijk loopt in een klas? Dan reageren collega’s: stop die klas in het systeem, dan komen we helpen.’”
Mooie uurroosters
“Voor wat, hoort wat. Het assistentiesysteem vraagt zeker een inspanning van onze leraren, dus bieden we een gebruiksvriendelijk digitaal boekingsplatform, schrappen we het wekelijkse wacht- of studie-uur en compenseren we met mooie uurroosters. Wie voltijds werkt, mag rekenen op 2 lesvrije halve dagen. Die selecteert dan 1 halve dag waarop we nooit inbreken.”
“Als de nood hoog is, moet je de school tijdens die andere halve dag wél bijstaan. Maar waar en bij wie je inspringt, dat kies je zelf. En neem je liever een hele voormiddag over en de volgende weken niets? Perfect. Zolang je als leraar zonder plage-uren op jaarbasis minstens 1 keer en maximaal 2 keer per week assisteert.”
Lege studiezaal
“Het systeem draait intussen op kruissnelheid. Aanvragen die niet ingevuld raken, zijn zeldzaam. Daardoor staan in onze studiezaal 300 stoelen te wachten op leerlingen die bijna nooit komen. Ouders appreciëren dat ontzettend: lesweken zonder studies noemen ze altijd een van onze sterktes. En leerlingen klagen niet, ze vinden dat intussen doodgewoon. Alleen tijdens een gemene griepepidemie of net vóór de examens opent een secretariaatsmedewerker de deur van de studiezaal voor enkele klassen.”
“Nog mooi: aan 1 doordachte maatregel kleeft zoveel bijvangst. Vroeger moesten onze secretariaatsmedewerkers vaak de studiezaal bemannen. Nu niet meer. Daardoor hebben ze tijd om de volledige schoolorganisatie op te nemen. Dat ontlast onze beleidsmedewerkers en coördinatoren. Die kunnen met leraren inhoudelijk aan de slag. Aan het einde van de rit wordt iedereen daar beter van. Maar onze leerlingen nog het meest.”
Beetje controle
“Het assistentiesysteem is voor iedereen zichtbaar. Je ziet de aanvragen op het grote tv-scherm in de lerarenkamer. Ik check af en toe op mijn computer. 3 keer per jaar trek ik cijfers. Algemene vaststelling: als iedereen per week gemiddeld 1 tot 2 uur assisteert, dan komen we er altijd. Dat stelt mensen gerust: we worden niet overvraagd. Zo gaan wilde verhalen over woekerende werkdruk meteen weer liggen.”
“Maar die cijfers vertellen natuurlijk ook: wie springt vaak bij, wie verstopt zich wat en hoopt dat iemand anders de vraag invult? Daarover gaan we in gesprek. Net zoals wanneer een leraar voortdurend dezelfde leerling in het systeem zet om apart bij te werken. ‘Oké, dat meisje was ziek. Maar liggen er kansen om haar in de klas te houden? Kan je de les starten met een korte herhaling, dat is effectief voor iedereen.’ En vraagt een leraar heel vaak assistentie voor klasmanagement? Geen probleem, maar misschien lost de interne vorming rond dat thema ook veel op?’”
Momentum grijpen
“Wat ik veel vaker doe dan de cijfers verzamelen: blijven uitleggen waarom we dat doen, hoe het assistentiesysteem past in onze schoolvisie. En het speelveld blijven aangeven: dat verwachten we, die autonomie krijg je. Maar ook: moeten we correcties maken aan het speelveld? Alleen zo brokkelt het draagvlak niet af.”
“Verandering start altijd bij je leraren. 5 jaar geleden gaven ze aan dat ze vastliepen op de modernisering en een hoop maatschappelijke uitdagingen. Dat momentum hebben we gegrepen door samen een oplossing te zoeken. Voelen de voortrekkers dat die werkt, dan is de boot vertrokken. Die meert af en toe nog aan voor extra passagiers, maar keert niet meer om. Iedereen ziet de waarde: leraren leren van elkaar, gaan dezelfde sjablonen en termen gebruiken, denken nog meer in leerlijnen.”
“In de B-stroom – de kanarie in de koolmijn, daar zijn de noden het hoogst – gaan we dit jaar nog een stap verder. We plannen een vakvergadering in het lessenrooster in. Een testjaar. Maar wat die leraren onder begeleiding van leergroepcoaches al aan materiaal ontwikkeld hebben? Onwezenlijk mooi.”
Geen schaamte
In Amélies klas loopt de les intussen op z’n einde. De bel gaat, de leerlingen stappen op. Of ze binnenkort opnieuw een collega boekt? “Zeker. Tijdens mijn lesvoorbereidingen weeg ik af: wordt deze les effectiever als ik een collega boek? Is het antwoord ‘ja’, dan twijfel ik geen seconde. Assistentie aanvragen ziet niemand als een teken van zwakte. Iedereen sjiekt wel ergens op. Niemand denkt: kan die het niet alleen?”
“Aanvragen voor mijn vrije woensdagochtend hou ik scherp in de gaten. Af en toe trek ik naar school. Om mee een klas te managen of een groepje kort op te volgen, om een paar lessen over te nemen van een zieke collega. Of om in een klas waar ik zelf kom wat door te werken of leerstof te herhalen. Dat extra lesuur is soms mooi meegenomen. Net als de werkvormen die je leert kennen bij collega’s en de gesprekken over de les die je samen gaf, achteraf bij de koffie in de lerarenkamer.”
5 lessen en 1 vraag over het assistentiesysteem
- “Vernieuwing heeft de grootste slaagkans als je start vanuit een nood bij leraren. En als je ze meeneemt in je oplossingen. Ik speel open kaart: als directeur zie ik de richting, maar niet waar we exact uitkomen.”
- “Benut elke kans om draagvlak te creëren. Met veel gesprekken, met voldoende autonomie en door elke praktische sta-in-de-weg neer te halen.”
- “Voor wat hoort wat: het beleidsteam levert mooie lessenroosters met 2 lesvrije halve dagen.”
- “Voor wat hoort nog wat: de ICT-medewerkers zetten een gebruiksvriendelijk platform op poten. Enkele simpele invulvelden en je aanvraag is verzonden.”
- “Ken je context. Een grote middenschool is ideaal voor zo’n assistentiesysteem. In de bovenbouw kan het wellicht ook maar is de puzzel complexer. Het verschil tussen klassen, vakken en eindtermen neemt immers toe.”
- “Het label ‘assistentiesysteem’ dekt vandaag niet meer 100% de lading voor onze aanpak. We zoeken een beter alternatief. Suggesties, iemand?”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter