Want telkens als je van activiteit wisselt, moeten leerlingen hun aandacht losmaken, verplaatsen en binden aan een nieuwe bron. Die 3 processen zijn voor elke leerling een uitdaging.
Elke dag maak ik tabula rasa en is elke leerling opnieuw welkom in mijn klas.” Grenzen stellen uit zorg “Vaak zien leraar en leerlingen elkaar - ten onrechte - als vijanden.
Maar je kan wel op een taak 3 opties aanbieden zodat een leerling zijn sterktes of interesses kan uitspelen. Ik geloof dat veel leraren hun leerlingen goed kennen en bij het evalueren al op hun talenten inspelen.
De door te lopen fasen zijn: eerst legt de leraar het expliciet uit (en doet het voor), daarna oefenen de leerlingen gezamenlijk, en dan oefent de leerling zelfstandig. De door te lopen fasen zijn: eerst legt de leraar het expliciet uit en doet het voor, daarna oefenen de leerlingen gezamenlijk, en dan oefent de leerling zelfstandigWim Van den Broeckprofessor ontwikkelingsen onderwijspsychologie aan de VUB Hierbij is er veel aandacht voor oefenen en automatiseren, zodat alle leerlingen de stof gaan beheersen.
Jongens scoren laag, meertaligen scoren hoog Jongens en kansarme leerlingen scoren slechter voor Frans. Leerlingen die thuis noch Nederlands, noch Frans spreken, doen het wel beter dan leerlingen die thuis enkel Nederlands spreken.
Of je werkt met je leerlingen rond wereldeconomie en consumptie (2). Daarin leren je leerlingen dat onze welvaart afhankelijk is van complexe globale systemen die we kunnen beïnvloeden door beleidskeuzes, maar ook door gedragskeuzes.”