Specialist
Leerlingen motiveren: vragen aan expert Maarten Vansteenkiste
Werken beloningsstickers? En is intrinsieke motivatie altijd beter? Maarten Vansteenkiste, professor aan de vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie (UGent), beantwoordt 8 vragen waar leraren, directeurs, CLB-medewerkers … mee rondlopen.
1. Moet elke leerling voor elk vak gemotiveerd zijn?
Maarten Vansteenkiste: “Nee, dat hoeft niet. Maar ook leerlingen die niet meteen enthousiast of intrinsiek gemotiveerd zijn voor je vak, kan je toch proberen te motiveren. Door de relevantie, nutswaarde en persoonlijke betekenis van de leerstof zo groot mogelijk te maken.”
“Koppel daarom je les aan de leefwereld van de kinderen. Geef niet zelf de theorie over fairtrade of economie, maar haal een lokale boer voor de klas die vertelt hoe hij appels teelt of een fietsenmaker uit de buurt die uitlegt hoe hij zijn zaak runt. Probeer een thema te concretiseren en waardevol te maken voor de leerlingen, bijvoorbeeld door te vertrekken van een probleem dat de ze zelf ook ervaren.”
2. Waarop kan ik inzetten om leerlingen te motiveren?
Maarten Vansteenkiste: “Je kan inzetten op hun basisbehoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie. Ik geloof sterk dat zoiets beter lukt als 4 à 5 leraren een jaar lang een groep leerlingen begeleiden en de verschillende vakken verzorgen. Want een leraar aardrijkskunde met 10 tot 12 klassen kan zijn leerlingen nooit allemaal echt kennen.”
“Sluit met je lessen aan bij de actualiteit en gebruik spelelementen, bijvoorbeeld bij het remediëren. Laat leerlingen zelf op zoek gaan naar de meest gemaakte fouten op een schrijftaak. Dan trekken ze op ontdekkingstocht, spelen ze zelf leraar en staan ze aan het roer van hun leerproces. Dat motiveert en helpt ze om inzicht te krijgen in welk type fouten ze maken.”
“Deze spelelementen dienen het leerproces. Het gaat dus niet om het ‘opleuken’ of ‘pimpen’ van lesmateriaal. Het hoofd van leerlingen raakt dan gevuld met triviale details waardoor er minder aandacht overblijft voor de essentie. De kern van de zaak is om de interesses van je leerlingen in rekening te brengen én te verruimen.”
3. “Ik overweeg beloningsstickers. Is dat een goede methodiek om extra te motiveren?”
Maarten Vansteenkiste: “Ik heb mijn twijfels. Zolang je met stickers strooit, zal je gewenst gedrag krijgen. Maar zodra je stopt, kan dat meteen wegvallen. En cours de route fnuik je ook het plezier en de interesse die een kind mogelijk had voor je lesinhoud.”
“Met beloningsstickers verleg je de focus op de beloning. Vaak gaat zo’n sticker ook samen met positieve feedback: ‘Je deed het echt goed, Mila, en daarom verdien je een sticker’, maar een verbale schouderklop heeft hetzelfde competentieversterkende effect zonder de nadelen van de sticker. Zet dan niet alleen het resultaat in de verf, maar ook de vooruitgang die een leerling maakt.”
“Als een vader voetbaltickets belooft als zijn zoon 3 keer goede cijfers voor wiskunde haalt, hebben leraren toch sterke twijfels bij die manier van motiveren? Dat geldt eigenlijk ook voor beloningsstickers. We riskeren zelfs dat zo’n kind cijfers of kleuren uitgomt of vervalst om de tickets binnen te halen. Of spiekt. Hoeveel leerrendement heb je dan gehaald?”
4. “Welk effect hebben punten op motivatie?”
Maarten Vansteenkiste: “Een cijfer is een observeerbare weergave van een product. Maar evalueren betekent ook procesgerichte feedback geven: je waardeert de oplossingsstrategie of de inspanning. Maar het gaat niet enkel om vertellen wat goed was, maar ook om benoemen wat beter kon. En hoe je er iets aan kan doen. Zwakke cijfers zonder behulpzame feedback kunnen de motivatie van leerlingen onderuithalen – je zal maar veel moeite moeten doen voor een 7. Zo leer je er niets uit. Een toets is dus een nuttig leermoment. Niet enkel voor een leerling, ook voor een leraar. Misschien loont het om sommige zaken nog eens uit te leggen.”
“Scholen zitten soms in een doorgeslagen testcultuur. Ik hoorde dat leerlingen secundair soms tot 300 toetsen per jaar maken. Dat zorgt voor veel stress. De Vlaamse Scholierenkoepel klaagde dat ooit terecht aan. Stel dat je volwassen werknemers 300 keer evalueert op hun job. Hoe graag kom je dan nog werken? Dan smeek je je baas toch om je met rust te laten zodat je gewoon je job kan doen.”
5. “Kan mijn feedback nefast zijn voor motivatie?”
Maarten Vansteenkiste: “Ja. Zeker als je uitsluitend focust op het product. Of op je eigen ontgoocheling: ‘Maar een 6? Ik had beter verwacht.’ Om te motiveren moet je feedback ook inzetten op verbondenheid. Ik pleit daarom voor kindgesprekken, los van rapporten of cijfers. Waar je leerlingen een aantal topics meegeeft waaruit ze mogen kiezen (wat loopt goed, wat vind je lastig, wat verwacht je van leraren, wat wil je bereiken …).”
“Geef ze tijd om 2 vragen voor te bereiden en zit dan samen voor een goed gesprek. Inzetten op de persoonsgebonden ontwikkeling van het kind is een fundamenteel onderdeel van lesgeven. Als je met die gesprekken ook echt iets doet, win je die ‘verloren’ tijd ruim terug aan verhoogd leerrendement.”
6. “Is intrinsieke motivatie altijd beter?”
Maarten Vansteenkiste: “Intrinsieke motivatie is wenselijk, maar niet altijd haalbaar. Iets ruimer gaat ‘autonome motivatie’. Leerlingen zijn dan niet per se geboeid door de leerstof, maar snappen wat ze met de leerstof zijn. Duaal leren of werkplekleren speelt daarop in. Leerlingen leren in bedrijven en daar snappen ze meteen hoe ze de leerstof later in hun beroepsleven kunnen toepassen.”
7. “Is motivatie besmettelijk? Thema’s die mij enthousiast maken, motiveren die mijn kleuters meer?”
Maarten Vansteenkiste: “Ja. Onderzoek bevestigt dat. Zelfs non-verbaal gedrag straalt af op je leerlingen. Je stem en intonatie worden opgepikt door de leerlingen en dat werkt aanstekelijk. Maar ook als je zelf positief spreekt over een opdracht, les of thema nemen ze dat over. Ben je enthousiast vogelspotter? Maak er een eventueel thema van in je kleuterklas. Als je zelf gepassioneerd bent door een thema, zal je voorbereiding grondiger en creatiever zijn.”
8. “Hoe maak ik mijn klaslokaal motiverend?”
Maarten Vansteenkiste: “Visualiseer zaken en activiteiten. Leraren in kleuteronderwijs en buitengewoon onderwijs slagen daar heel goed in. Ze vinden aansluiting bij de kinderen. Door werkjes uit te hangen, maar ook omdat kinderen eigen materiaal mogen meenemen naar de klas. Een les ruimtevaart? Gegarandeerd neemt een van de kleuters een boekje van Kaatje mee waarin Kamiel naar de maan wil. En daar lezen ze dan uit voor.”
“Vanaf het eerste leerjaar wijzen leraren sneller naar het leerplan: ‘We hebben geen tijd voor extra’s’. Terwijl er veel kansen onbenut blijven. Misschien meer dan ooit met de culturele rijkdom in je klas.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter