Zo doen zij het
“Cognitief sterk functionerende leerlingen stimuleren is niet elitair”
Basisschool De Klimtoren in Jabbeke werkt in de kangoeroewerking met leergroepen voor cognitief sterk functionerende leerlingen. Toch heeft de school ook nog jaarklassen. “Zo maken we élk kind sterker op zijn eigen tempo en geniet iedereen van leren”, vertelt directeur Rebekka Buyse.
“Kinderen extra stimuleren, dat deden we al lang: wie sneller klaar was, kreeg uitdagende taken. Mooi bij plichtsbewuste leerlingen, maar sommigen zagen weinig ‘voordeel’ in extra wiskunde-oefeningen. Dus gingen ze trager werken of bewust fouten maken. We zaten vast, en wilden vooral meer doen in een kangoeroewerking voor cognitief sterk functionerende leerlingen bij wie het niet ‘vanzelf’ gaat. Die een grote leerhonger hebben, of net gedemotiveerd, faalangstig of perfectionistisch zijn.”
Geen extra werk, maar ander werk
“Een nieuwe leerling zorgde voor de ommekeer. Hij was na de derde kleuterklas doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs, maar wij lieten hem starten in het eerste leerjaar. Hij sprak onduidelijk, wist alles over de Eiffeltoren, maar kon geen appel tekenen en vertoonde storend gedrag. Na een test bleek dat hij een IQ van 140 had. Kort daarna stapten we als pionier in het Exentra-traject van specialist Tessa Kieboom, een opleiding over hoogbegaafde leerlingen met een zorgnood.”
“We leerden met z’n allen door een andere bril naar CSF-leerlingen kijken. Wisselende teams van 5 volgden de sessies rond wiskunde, taal, kleuter … Iemand van het zorgteam en ikzelf volgden alles. Telkens koppelden we terug aan de hele groep. Het zorgteam kreeg ruimte om materiaal te maken voor de kangoeroewerking. Ze schrapten basisleerstof en ontwikkelden zogenaamd ‘ander werk’ in de plaats, dus geen ‘extra werk’. Na enkele weken zagen we het effect al: leerlingen voelden zich beter, waren plots geïnteresseerd en vonden het leuk om eens door te bijten.”
Van in de klas naar kangoeroeklas
“Tegelijk trokken we 2,5 lestijden per week uit voor de kangoeroewerking voor cognitief sterk functionerende leerlingen: elke vrijdagvoormiddag gingen de cognitief sterk functionerende leerlingen van het derde tot het zesde leerjaar daar samen naartoe.”
“Na een tijd hadden we al 3 kangoeroeklassen. Met onze groeiende expertise detecteerden we zulke kinderen steeds meer en vroeger. En er speelde ook een aanzuigeffect van buitenaf, al was dat nooit de bedoeling. We wilden met ons brede zorgaanbod immers élke leerling laten groeien. Zo ontwikkelde het zorgteam inmiddels ook ‘ander werk’ voor kinderen met leermoeilijkheden, zodat zij ook successen ervaren.”
De halve klas hoogbegaafd
“Het evenwicht raakte helemaal zoek. In het vijfde leerjaar zaten intussen 12 sterke leerlingen op een klas van 25, waar ook leerlingen met ASS, ADHD en leermoeilijkheden zaten. En we kregen ook steeds meer kinderen met een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs. Die kregen een individuele leerlijn, en soms ook ‘practica’: een half uurtje helpen in de eetzaal, bij de klusjesman, in de kleuterklas. Op een bepaald moment zei een juf me: ‘Ik voel me net een octopus’.”
“We gingen nadenken hoe we ons anders konden organiseren. Ik botste telkens op de aantallen in de jaarklassen en wilde – ondanks de stijgende instroom – geen klas extra creëren, want dan moest ik knabbelen aan mijn zorgteam. We richtten een Denktank Beleid op met het zorgteam en een collega van het derde leerjaar die ik vrijmaakte via korte vervangingen. Van dan af ging het razendsnel.”
“We maakten in de volledige lagere school meteen 2 soorten leergroepen: reguliere graadklassen en graadklassen voor sterke leerlingen met ‘een zorg’. Die aparte tweede groep gaf leraren in de reguliere graadklassen meer tijd voor leerlingen zonder zorgnoden en met zorg ‘naar beneden’. De kangoeroeklas verdween. Daarnaast behielden we van elk leerjaar een ‘zuivere’ jaarklas. Zo kon het zorgteam de graadklassen meer ondersteunen, onder andere via co-teaching. En de leraren die nog niet aan het nieuwe systeem toe waren, zouden daar eerst terechtkunnen.”
De slimme en de zwakke apart?
“Na het fiat van het schoolbestuur trokken we naar het team. Ik verklaarde elke functie ‘vacant’, al had ik in mijn hoofd iedereen al een plekje toegewezen. Meteen begon de weerstand: dat ze dat niet gingen kunnen, dat het te ambitieus was, te snel, niet goed voor de kinderen. Uren heb ik gepraat en vooral geluisterd. Zelf twijfelde ik ook, maar toen ik de top-drietjes binnenkreeg, matchten die bijna volledig met mijn voorspelling.”
“De ouders spraken we toe op een infoavond. ‘We komen, maar we gaan niet akkoord’, hoorden we regelmatig. De misvatting dat we ‘altijd alles voor die CSF-leerlingen deden’ leefde al langer, maar nu was de commotie nog groter. Ouders vreesden dat we niveaugroepen en een aparte groep voor de ‘zwakkere’ leerlingen wilden.”
“Ook leerlingen reageerden onrustig, en de toetsenperiode kwam eraan. Daarom deed ik mijn verhaal in elke klas. De kinderen gingen er geweldig mee om. Sommigen kwamen zelfs bespreken welke groep voor hen het beste zou werken. Naar de infoavond kwamen uiteindelijk 300 ouders. Ik vertelde hoe het gebrek aan vertrouwen ons raakte, maakte duidelijk dat we dit voor de leerlingen deden. Een aantal ouders bracht die avond spontaan een getuigenis over de groei bij hun kind omwille van onze aanpak. Hartverwarmend, maar het was geen makkelijke periode. Ik probeerde vooral – met een klein hartje – een buffer voor de leraren te zijn.”
Durven bijsturen
“Bij de start voorzag ik meteen een paar feedbackmomenten met leerlingen, ouders, leraren, pedagogische begeleiding, CLB, zorgteam … En we haalden Tessa opnieuw naar school om de leraren van de leergroepen te coachen. We wilden van de groep cognitief sterk functionerende kinderen met extra noden geen einzelgängers maken. Daarom voorzagen we 2 keer per week voor elke graad een muzische carrousel. Leerlingen van de leergroepen werkten samen op basis van hun interesse of talent.”
“De leraren van de jaarklassen voelden zich eerst buitengesloten omdat we zoveel inzetten op de graadklassen. Maar voerden spontaan wel ander werk en contractwerk in. Anderzijds hadden ze schrik om zelf in het graadklassensysteem te moeten stappen. Het plan was immers om de jaarklassen op termijn te laten verdwijnen, maar daar kwamen we – na enkele schooljaren – van terug. Doorgedreven differentiatie voor 2 leerjaren verzorgen, bleek niet evident. Zulke signalen van het team neem ik ernstig. Uiteindelijk schrapten we de graadklassen en behielden we de specifieke leergroepen. Gevolg: weer moeten goochelen met middelen. En ook: meer leerlingen die een jaar overslaan. Al blijft dat altijd onze laatste optie.”
Geld en andere succesfactoren
“Zonder ons uitgebreide zorgteam was dit nooit gelukt. Maar ook dat was een keuze, jaren geleden al: we opteerden voor grotere klassen en roosterden 4 mensen voltijds vrij voor het zorgteam, met daarbij ook de zorgcoördinator.”
“Ik verwacht van mijn leraren ook op administratief vlak niet veel. Ze hoeven geen agenda bij te houden, enkel een weekplan. Ik vind het belangrijker dat ze samenwerken als een hecht en positief ingesteld team. Daarom werkt ons systeem zo goed. Overleg laat ik zo veel mogelijk tijdens de uren gebeuren; iemand van het zorgteam of een ouder valt dan wel even in.
“Ook zonder degelijke nascholing lukt het niet. Naast de 2000 euro van de overheid gooit het schoolbestuur daar jaarlijks nog eens 5000 euro tegenaan. Nee, ik kan dus voorlopig niet pronken met een hippe renovatie. Maar ik ga liever om de 2 jaar eens over het muurtje kijken in het buitenland om nieuwe ‘zaadjes te planten’ in mijn team. Zo haalden we de mosterd voor een deel van onze missie – genieten van het leren – in Wales: hoe moeilijk het leren ook gaat, onze kinderen kunnen tevreden vertellen over hun traject. Doordat we ze niet vergelijken met elkaar, maar kijken naar hun eigen groeicurve.”
Niet elitair
“Zorg ‘naar beneden’ vindt iedereen logisch, maar als je ook iets voor de sterken doet, word je bestempeld als elitair. Ook zij hebben recht op onderwijs op maat, want ook zij hebben zorgnoden. We merken dat de aanpassing van onze leeromgeving en didactiek aan de sterke leerlingen, ons brede zorgaanbod voor álle leerlingen beter maakt. Wie dus verkondigt dat ons onderwijs de lat te laag legt in functie van de zwakkeren, nodig ik graag uit. Wij maken tegelijk de sterke én de zwakkere kinderen sterker.”
“Tegelijk is het ook jammer dat we nu een magneet zijn voor CSF-leerlingen. Terwijl ik helemaal de concurrentie niet wil aangaan. Ik hoop net dat andere scholen ook meer aandacht krijgen voor sterke leerlingen. Niet per se met een systeem als het onze, maar op zijn minst met binnenklasdifferentiatie.”
Het volledige wettelijk kader voor ondersteuning en begeleiding voor leerlingen die sneller leren kan je nalezen op de website van Onderwijs Vlaanderen.
Log in om te bewaren
Raf Feys
2 oktober 2018"Het plan was immers om de jaarklassen op termijn te laten verdwijnen, maar daar kwamen we van terug. Vooral voor kinderen met ASS, ADHD …. bleek een zuivere jaarklas soms beter geschikt. Daarom behouden we die toch.”
Het gezond verstand heeft het blijkbaar ook in Jabbeke gehaald.
Overal ter wereld wordt gewerkt met het superieure jaarklassensysteem en de ermee verbonden leerplannen, methodes e.d. als basisstructuur. De invoering ervan in het 'lager onderwijs' voor gewone volkskinderen liet al te lang op zich wachten omwille van geldgebrek.
Het jaarklassensysteem en de ermee verbonden leerplannen, methodes en klasleraar zorgde voor een sterke toename van de kwaliteit van het lager onderwijs en voor een afname van de plan- en werklast.
Dit systeem heeft de voorbije 175 jaar de vele kritiek van reformpedagogen als Freinet, nieuwlichters en tal van onderwijskundigen met glans doorstaan.
De directeur-generaal basisonderwijs en andere beleidsmakers voorspelden dat met de schrapping van het jaarklassensysteem in de wet van 1997 dit systeem nu al vlug verlaten zou worden. Ik ging een weddingschap aan en stel na 20 jaar met tevredenheid vast dat ik die gewonnen heb.
Toch propageerden beleidsverantwoordelijken de voorbije jaren en maanden eens te meer het verlaten van het volgens hen nefaste jaarklassenprincipe dat verantwoordelijk zou zijn voor de meest uiteenlopende kwalen.
Laat een reactie achter