Zo doen zij het
Levensecht leren: leerlingen bouwen hun eigen STEM-school
Levensecht leren krijgt een nieuwe dimensie in het Provinciaal Instituut in Lommel. De leerlingen tso, (d)bso en buso stampen er hun eigen STEM-building uit de grond. Zo bouwt de school, samen met het bedrijfsleven en hoger onderwijs, aan de toekomst.
De STEM-building is een blikvanger tussen de bakstenen schoolblokken van Provil Lommel. Tijdens ons bezoek staat de moderne constructie van hout en glas nog in de steigers. Een kleine maand later openen directeurs Mark Vandeweyer en Dirk Fonteyn hier een bijna-energieneutraal schoolgebouw.
“We droomden al langer van een gemeenschappelijk bouwproject voor verschillende studierichtingen: bouw, hout, elektriciteit, schrijnwerkerij … Dankzij een projectsubsidie van het Departement Onderwijs en Vorming kwam dat idee in 2015 eindelijk van de grond. Het werd wel iets ambitieuzer dan het ‘tuinhuisje’ dat wij in gedachten hadden.”
“Met de subsidie van 5000 euro namen we een architect in de arm. Die ontwierp een ‘huis van de toekomst’ dat onze leerlingen zouden realiseren. Compleet met warmtepompen, koelplafonds en andere hoogtechnologische snufjes waar ze normaal niet mee in aanraking komen. Eén probleem: hoe kwamen we aan al dat peperdure materiaal?”
“Kom maar terug als je een businessplan hebt”
Via-via regelde de school een gesprek met de CEO van Viessmann, een producent van verwarmingsinstallaties. “Tof dat jullie ondernemend denken, maar kom eens terug als je een businessplan hebt”, zei die. Een jaar later sponsorde hij met 1 pennentrek 30.000 euro materiaal. En dat niet alleen: een 50-tal internationale bedrijven stapte mee in het project. Hoe kreeg de school dat voor elkaar?
“We stelden een adviesgroep samen met connecties uit de bouwwereld. Zij wezen ons op een belangrijk gat in ons verhaal. Onze leerlingen tso, (d)bso en buso leren uitvoeren, maar dit bouwproces vereist hogere technische kennis. Die vonden we bij stagiairs van de hogescholen Thomas More en PXL. Het hoger onderwijs was vragende partij: zelf beschikken ze niet over die innovatieve technologie.”
“Ook voor de bedrijven moest er een win zijn. Wat als we van onze STEM-building een showroom maken, waar bedrijven na de schooluren demonstraties en meetings organiseren? Dat komt ook ons onderwijs ten goede: via smart data ontdekken leerlingen hoeveel energie een warmtepomp verbruikt, hoe snel hij de ruimte verwarmt …”
Deadlines en fouten hebben meer impact
Hoe past de STEM-building binnen het onderwijsplan van de leerlingen tso, (d)bso en buso? “Onze laatstejaars doen hun gip in de STEM-building. De lassers maken bijvoorbeeld de trap, de leerlingen Centrale Verwarming installeren een warmtepomp. Ook een deel van de stages gaat hier door. Dan komt er vanuit een van onze bedrijfspartners een specialist die een leerling een week onder zijn hoede neemt.”
“Natuurlijk zijn er ook ‘saaie’ taken. Toen onze leerlingen Hout panelen aan de buitenkant van het gebouw moesten bevestigen, protesteerden ze wel even. ‘Meneer, wij gaan toch niet 6 weken schroefjes aandraaien?’ Dan hebben we de werklast wat verdeeld. De technische dienst neemt ook een deel op zich. Sommige leerlingen dbso assisteren hen daarbij.”
“Een bouwproces duurt met leerlingen 2 of 3 keer zo lang. Ze moeten de stiel nog leren. Bovendien zijn het pubers: als de leraar even weg is, hangen ze op de steiger. Maar omdat we samenwerken met bedrijven, moeten we toch deadlines halen. Ook als we tot 11 uur ‘s avonds moeten doorwerken. Maar dan trekken wij als directie ook onze overall aan.”
“Ook fouten hebben meer impact. Met derdehands materiaal van de school durven leerlingen al eens onvoorzichtig zijn. Maar toen ze een gesponsorde ruit van duizenden euro’s lieten vallen, kwam dat hard binnen. Gelukkig dekt onze verzekering dat, want fouten horen bij een leerproces.”
Levensecht leren verhoogt de betrokkenheid
“Onze leerlingen bouwen letterlijk hun eigen school. Straks gaan hier lessen door, er komen brainstormruimtes en een fietsatelier. Dat maakt hen enorm betrokken. Op Tweede Pinksterdag deed een expert een paar gespecialiseerde werken. De hele klas kwam opdagen! Dat hadden we nog nooit gezien.”
Dat leerlingen duurzaam bouwen, speelt daarbij zeker een rol. “In de richting Hout zaten een paar klimaatspijbelaars. Met hen gingen we in gesprek. ‘Waarom zouden jullie betogen, als wij op school elke dag werken aan oplossingen? Je mist de lessen waarin je leert hoe jij iets aan het klimaatprobleem kan doen!’ Het spijbelen was meteen gedaan.”
Het STEM-building project opent niet alleen ogen, maar ook deuren. “We gingen al op tweedaagse naar een fabriek in Duitsland en plannen een bezoek aan Italië. Bedrijven zien ons graag komen, want onze leerlingen zijn hun potentiële toekomstige klanten.”
Ruikt dat niet naar reclame? “Er zijn meerdere spelers op de markt. Dat verzwijgen we niet. Maar als we een cursus vormgeven, gebruiken we wel beeldmateriaal van onze sponsors.”
Leiderschap is essentieel
Waren er ook obstakels? “Voor onze leraren is dit project niet evident. Enkele enthousiastelingen grepen hun kans om nieuwe technieken te leren. Als de bedrijven een specialist stuurden, stonden zij praktisch te co-teachen. Er waren er ook die zich gekrenkt voelden. Zij trokken de expertise van de specialist in twijfel, waar de leerlingen bij stonden. Dan moet je als directie ingrijpen.”
“De leraren hebben zelf ook nieuwe technieken toegepast, bijvoorbeeld bij het leggen van de vloer. De klas begon te vloeren zoals ze dat altijd deden. Omdat het om grote tegels ging, verliep dat niet zo vlot. Dus veranderden ze hun aanpak. Het resultaat verbeterde, maar de eerste tegels konden ze niet meer verwijderen. Dat zou de dure technologie in de ondervloer kapot maken. Nu zijn er kleine hoogteverschillen in de vloer, maar dat vinden we niet erg. Zo zie je dat de STEM-building echt door leerlingen is gemaakt.”
Ook de samenwerking met de bedrijven was niet altijd peis en vree. “Een leverancier trok zijn sponsoring op het laatste moment in, waardoor de school voor 13.000 euro aan hout uit eigen budget moest voorzien.”
“We hadden ook 2 sponsors met een tegengestelde visie op koelen en verwarmen. Toen hebben we een compromis gesloten: degene die minder sponsort, toont in ons gebouw niet alle mogelijkheden van zijn toestel. Een STEM-building project coördineren, vraagt leiderschap. Anders moet je hier niet aan beginnen.”
Wat als de STEM-building af is?
Oorspronkelijk wilde Provil de hele STEM-building ontmantelen en weer opbouwen, zodat ook andere leerlingen de bouwtechnieken leerden. “Dat bleek te duur en tijdrovend, dus doen we het op kleinere schaal. Af en toe een nieuw model pomp installeren, bijvoorbeeld. En nu de provincie Limburg heeft gezien wat onze leerlingen kunnen, mogen ze zelf het gebouw van de conciërges renoveren.”
Provil stelt de STEM-building ook open voor andere scholen. “2 leraren werkten lesmateriaal uit dat onze bedrijfspartners aanbieden in scholen in heel Limburg. Op onze netwerkmomenten nodigen we andere scholen uit, zodat ook zij sponsors vinden. We willen geen muur optrekken rond onze school.”
“Zelf starten we een nieuw project in de richting Automechanica. Daar komt een testcentrum voor airco en koelvloeistoffen. Hetzelfde concept, andere partners. Levensecht leren met behulp van sponsors, kan in veel studierichtingen.”
Meer info via het Lerend Netwerk STEM-effect van AP Hogeschool Antwerpen kan je de inzichten en didactische instrumenten uit hun onderzoek ontdekken, informatie delen en vragen stellen.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter