Zo doen zij het
Kunnen we het maken? Nou én óf, in een fablab!
Makersonderwijs, da’s met wetenschap en techniek echte dingen maken en op die manier leren. In een fablab kan het. Ontwerpen van leerlingen worden er realiteit dankzij hoogtechnologische machines. Leraar Evert: “Hier kan zoveel meer dan op school!”
Het is 9.30 uur als ik het FabLab+ van het Stedelijk Onderwijs Antwerpen binnenkom. De 18 leerlingen van leraar Evert Taverniers uit het vijfde leerjaar van basisschool De Sterrenkijker uit Antwerpen zitten al ijverig te werken in groepjes achter laptops. Ze zetten met hulp van de begeleiders van FabLab+ hun in de klas gemaakte ontwerpen van gezelschapsspellen om naar digitale bestanden.
Die zijn nodig als input voor de 3D-printer, de lasersnijder, de freesmachine en de snij/printplotter – indrukwekkende en best prijzige machines – die hun creaties straks fysiek zullen produceren. De bedoeling? Op het einde van de dag met échte gezelschapsspellen naar huis gaan.
Onderzoekend leren stimuleren
Jorg Wintraecken, FabLab+ Manager: “We ondersteunen de leraar en zijn klas in het maken. Het voorbereidende werk – een probleem onderzoeken of een opdracht uitschrijven, een oplossing bedenken of een creatie uitwerken – gebeurt idealiter vooral in de klas. Evert en zijn leerlingen bedachten nieuwe gezelschapsspellen, werkten hun ideeën op papier uit en testten hun spellen ook al.”
“Ze zouden die in de klas bijeen kunnen knutselen met verschillende materialen en dat is natuurlijk boeiend en leerrijk. Maar het leuke aan FabLab+ is dat ze hun creaties hier tot leven zien komen met de nieuwste technologieën die een basisschool niet in huis heeft. Een dag hier brengt kinderen al spelenderwijs in contact met wetenschap en techniek.”
“Het stimuleert ook onderzoekend leren, want we geven de nodige technische uitleg, maar we helpen vooral in het zelf leren zoeken naar oplossingen. Trial and error hoort erbij. Mislukken mag, moet zelfs, daar leer je uit. We ondersteunen de leraren in de methodologie van ‘ontdekken, bedenken, ontwerpen, maken, gebruiken en evalueren’ die typisch is voor een fablab. Ze volgen voorafgaand aan hun klasbezoek een halve dag opleiding zodat ze goed voorbereid aan de slag gaan in de klas én hier. Onze medewerkers zijn hun coach.”
Kakjes uit de 3D-printer
Ondertussen krijgen de gezelschapsspellen steeds meer een digitale vorm. Het verrast me hoe snel de leerlingen de computerprogramma’s onder de knie hebben. En ik kan een glimlach niet onderdrukken als ik de naam van een van de spellen zie verschijnen op een scherm: ‘Oepsie, ik deed een poepsie’. Ravelin (10) is enthousiast: “Dit is leuker dan in de klas zitten. Hier mag je dingen doen. Onze pionnetjes zijn kakjes en je moet bij ons spel allerlei opdrachten uitvoeren om de finish te halen. Die pionnetjes willen we straks door de 3D-printer laten maken. Ik ben benieuwd of dat lukt!”.
Nouraicha (11) vult aan: “Wij ontwierpen een racespel met autootjes met de titel ‘RACEEE’. Dat bedenken is leuk, maar dat je het hier echt mag maken is nog leuker. Al wil ik toch liever tandarts worden later.” Lola (10) houdt dan weer van het samenwerken bij deze opdracht: “Je werkt in een team en iedereen helpt elkaar. Ik werk graag aan de laptop. Ons spel heet ‘De dodelijke piramide’ en je moet in de top van de piramide geraken om uit te spelen.”
Technische kennis niet vereist
Terwijl de leerlingen met de begeleiders richting de machines trekken, neem ik leraar Evert even apart: “Het is het derde jaar op rij dat ik met mijn klas naar hier kom en telkens weer merk ik dat leerlingen er veel van opsteken. Zij niet alleen trouwens. De voorbereidende opleiding voor de leraren rond onderzoekend leren helpt absoluut. Maar ook van hier rond te lopen, mee te doen met de leerlingen, leer ik heel wat bij. Ik ben zelf niet technisch onderlegd en moet hiervoor uit mijn comfortzone komen. Maar vind het belangrijk dat leerlingen op een onderbouwde manier kennismaken met techniek en wetenschap. Ik wil dat ze geprikkeld worden.”
“Het helpt hen om een doordachte keuze te maken als ze naar het secundair gaan. Zo’n dag in een fablab is dan ideaal, hier kan zoveel meer dan op school. En het is gratis, je betaalt alleen de gebruikte materialen. Wij maken er trouwens een heuse ‘wetenschap en techniek’-week van, we brengen ook nog een bezoek aan de Techno Trailer van de Provincie Antwerpen, een oplegger met daarin wetenschappelijke en technische proeven die de leerlingen kunnen doen.”
Windrozen en kermisattracties
Als de eerste plastic kakjes en autootjes uit de 3D-printer komen, de lasersnijder de spelborden nauwkeurig brandt uit houten platen en de printplotter kleurrijke figuurtjes tevoorschijn tovert, staan een aantal leerlingen gefascineerd toe te kijken. Hun fantasieën worden werkelijkheid en dat maakt indruk. Anderen zijn nog op de laptop bezig: ze ontwerpen een doos om hun spel in op te bergen of leggen de laatste hand aan spelregels van hun spel zodat ook die gelaserd kunnen worden op een houten plaat.
Jorg Wintraecken: “Reken maar dat ze trots zullen zijn als ze hier straks met hun speldozen vertrekken! Andere klassen maakten hier al windrozen, pluviometers, serres om plantjes in te kweken, kermisattracties … Het liefst hebben wij dat ze dat zoals de klas van Evert doen in een geïntegreerde opdracht, waarbij ze de volledige STEM onderzoeks- en ontwerpcyclus doorlopen rond een bepaald thema.”
“Maar soms doen we ook beperkter workshops van 2 uur, waarbij wij een concrete onderzoeksvraag ter plekke voorleggen en ze meteen aan de slag gaan. En af en toe komen klassen hier meerdere keren naartoe om een langdurige project uit te werken. We focussen vooral op de derde graad lager en eerste graad secundair, maar iedereen met een goed plan kan bij ons inschrijven. En dat doe je het best tijdig want de belangstelling van scholen is groot. Daar zijn wij blij om, want het vraagt toch een inspanning van leraren om dit voor te bereiden en op te volgen.”
“Ook op de dinsdagen de open-lab-dagen – als de werkruimte toegankelijk is voor externen – zit het hier vaak vol en is het aanschuiven aan de machines. Je vindt hier dan een mix van experimenterende gepensioneerden, studenten van de modeacademie, particulieren die hun geboortekaartjes komen maken … Het levert soms fijne kruisbestuivingen op. Op die dag is onze ondersteuning wel beperkter, we houden het dan bij een korte uitleg over de machines.”
We spelen een spel morgen!
De spelborden worden in elkaar gezet, de dobbelstenen afgewerkt, de opdrachtenkaartjes nog snel bijgeschuurd … De 3 gezelschapsspellen zijn bijna klaar. Ik zie blije gezichtjes bij de leerlingen en een tevreden leraar. Evert: “Die enthousiaste reacties, daar doe ik het voor. En nu komt morgen het allerleukste nog in de klas: spelen maar!”
Wat is een fablab?
Een fablab (fabrication laboratory) is een coöperatieve werkplaats waar uitvinders en ontwikkelaars op een laagdrempelige manier gebruik kunnen maken van een collectieve infrastructuur: computers, 3D-printers, lasersnijders, CNC-frezen … Zo kunnen ze hun creatieve, innovatieve ideeën omzetten naar fysieke producten. Vaak zijn fablabs verbonden aan scholen(groepen), hogescholen of universiteiten, maar er bestaan ook onafhankelijke fablabs.
Meer weten?
- Alle scholen (ongeacht het net) zijn welkom in FabLab+ Antwerpen op maandag, woensdag en vrijdag na inschrijving
- Vind een fablab in jouw buurt in dit overzicht
Log in om te bewaren
Eric Maertens
4 februari 2020Geachte
Wat verliest men uit het oog als men onderscheid moet maken tussen techniek en wetenschap?
"Scientists investigate that which already is. Engineers create that which has never been.
Wetenschappelijke activiteiten richten zich vooral op : waarnemen, verklaren, definiëren, beschrijven, veralgemenen, besluiten
Techniekactiviteiten focussen op het technisch proces: ontwerpen realiseren, controleren, herstellen, installeren, gebruiken, evalueren
Wetenschap en techniek hebben ieder hun eigenheid.
Het wetenschappelijk en technisch handelen en denken hebben raakvlakken maar zijn in essentie verschillend.
Men lijkt dit te verwaarlozen en te onderschatten.
Het is tevens risicovol als leerkrachten zonder wetenschappelijke en technische vorming ingezet worden om deze disciplines te onderwijzen .
Bij de start van het VSO voerde men het vak technologische opvoeding in.
Men had gedacht dat door enkele namiddag bijscholing ( vb het in elkaar timmeren van een nestkastje) niet technisch/wetenschappelijke gevormden zomaar die lessen succesvol zouden kunnen geven.
Niets was minder waar een hele generatie jongeren werd op het verkeerde been gezet en kregen een niet correct beeld van wat techniek is feite is en zou moeten zijn .
Er zijn drie basis componenten om aan techniek te doen nl : begrijpen, hanteren en duiden. Dit werd zeer goed geanalyseerd in het project TOS 21. (Techniek op school voor de 21ste eeuw )
Laat een reactie achter