Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

“Wie constant op de teentoppen loopt, krijgt kramp”

  • 30 september 2021
  • 4 minuten lezen

Dat hij zelf soms stress heeft, mogen zijn leerlingen weten. Dat je problemen kan oplossen ook. En dat je er sneller over durft praten als je daar elke maandag een half uurtje voor hebt. Leraar Robin De Palmenaer van de HEHA-school, Sint-Gillis-bij-Dendermonde, zet zelfs een magische stoel in: “Zonder ongezonde stress gaat de leerstof er beter in.”

Leraar Robin De Palmenaer
Robin De Palmenaer: “Grenzen geven leerlingen rust.”

“Tijdens mijn eerste jaar koerste ik door de lessen. Alle leerstof moest uitgebreid aan bod komen. De druk die ik mezelf oplegde, gaf ik soms door aan mijn klas. Ik stak meer tijd in de werkbladen dan in mijn leerlingen. Hun zorgen of stress? Ik zag ze wel, maar ging er niet op in. Tot ik op klasdate trok bij collega Elke: zij wandelt al eens met haar klas en last praatrondes in. Toch hinken haar leerlingen niet achterop. Wat meer tijd voor welbevinden gaat niet ten koste van kennis. Er verdwijnen geen leerdoelen onder de mat.”

Kramp in de tenen

“Sinds dat bezoek bij mijn collega, start ik de week met een korte praatronde. Ik kies niet voor de dooddoener: ‘Deed je in het weekend iets leuks’, maar vraag gewoon of ze iets willen vertellen. Heel vrijblijvend. In die ongedwongen sfeer delen leerlingen hun grote en kleine zorgen. Zo hoorde een jongen buurkindjes onder zijn raam over hem roddelen. ‘Ik vind hem stom’, klonk het luid. Dat bleef op school in zijn hoofd spoken. Sociale stress kan een gevoelig kind echt belemmeren om te leren. Dat even kunnen uitspreken, werkt heel bevrijdend.”

“Sommige leerlingen voelen de druk om perfect te zijn, zowel in hun schoolresultaten als hun gedrag. Ze durven niet antwoorden omdat ze niet in de fout willen gaan. Of ze nemen geen genoegen met ‘maar’ een 8. Als iets niet loopt zoals voorzien, voelen ze zich slecht. Maar als je voortdurend op de toppen van je tenen loopt, krijg je kramp. Daarom toon ik hen dat ik zelf ook niet perfect ben: ‘Ik heb ook al eens woorden met vrienden, maar daarna lossen we het gewoon samen op. En ik ben ook niet in alles goed, geef ik hen mee. Maar je best doen is nog belangrijker dan alle punten halen. Daarom feliciteer ik een kind ook met een ‘matig’ rapport als ik weet dat hij er hard voor werkt.”

Harry Potter-stoel

“De praatrondes zijn er voor alle leerlingen, net als mijn ‘magische Harry Potter-stoel’. Wie de les niet goed snapt of zich ergens slecht over voelt, komt naast mij op die stoel zitten voor wat extra uitleg of aandacht. Daarover maakten we duidelijke afspraken: je ploft niet voor de grap op de stoel. Als ik iets apart bespreek met een klasgenoot, werken de anderen verder met hun buddy. Iedereen heeft natuurlijk evenveel recht op mijn aandacht, al hebben sommige kinderen wat meer ‘magie’ nodig.”

Leraar Robin De Palmenaer over stress in de klas
Robin De Palmenaer: “Iedereen heeft recht op mijn aandacht, maar sommige kinderen hebben wat meer magie nodig.”

“Een hoogsensitieve leerling met ASS, bijvoorbeeld. Elke dag was voor hem een helse strijd. Hij was zo bang om te falen, dat hij niks invulde op zijn toets. De stress trok hem steeds dieper terug in zijn binnenwereld. Ik moedigde hem aan om op ‘de magische stoel’ te komen zitten. De eerste weken zat hij daar bij elke toets. Geduldig overliep ik de vragen met hem, maakte ze heel concreet. Het kostte ons een hoop zweet, maar na enkele weken ging hij van een 0 naar een 3 op 5. Na verloop van tijd plaatste ik een tweede magische stoel, zodat ook nog iemand anders hulp kon vragen.”

“In het begin sprak die jongen met ASS enkel met mij. Spreekoefeningen waren loodzwaar voor hem. Tot hij op maandagochtend plots zijn vinger opstak. ‘Ik ging snowboarden met mijn mama’, vertelde hij. Voor hem was dat een immense stap vooruit, voor mij het bewijs dat structurele praatrondes na een tijd vruchten afwerpen.”

Rekenen met een oorworm

“Doordat ik marge laat voor gesprekken, sta ik zelf ontspannen voor de klas. De leerdoelen halen, kan ook met wat gekkigheid. Over cijferend rekenen schreef ik een oorworm: ‘delen, maal en min en zak eens door.’ En als spreekoefening laat ik ze een mop vertellen: ze ondervinden hoe belangrijk de juiste woorden, intonatie en timing zijn. Tijdens de speeltijd voetbal of dans ik soms met mijn leerlingen, na de zwemles duw ik wat gel in de haren van de jongens of help ik meisjes een staartje knopen. Dat vinden ze fantastisch. Maar ik waak erover dat mijn klas geen ‘apenkot’ wordt. Ik vind het heel belangrijk dat we beleefd met elkaar omgaan. Die grenzen geven de leerlingen rust.”

“We sluiten elke dag af met de ‘Piet Huysentruyt-techniek’ die mijn docent Opvoedkunde (DHOS) me bijbracht. ‘Wat hebben we vandaag geleerd’, maar ook: ‘Waarom liep iets goed of slecht?’ Een kind dat meer op mislukkingen focust, vraag ik waarom de oefening lukte. Panikeren hoeft niet, want je leert uit je fouten. Ik hoop dat het leerlingen helpt om een stevige antistressmuur te bouwen voor later.”

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter