Vlaanderen
Klasse.be

Actueel

Hoe praat je in de klas over de oorlog in Oekraïne?

  • 4 maart 2022
  • 6 minuten lezen

‘Is Wereldoorlog III echt begonnen?’ of ‘Gaat Rusland ook Brussel bombarderen?’ Heel wat leerlingen zitten met vragen en angsten over het conflict tussen Rusland en Oekraïne. Hoe pak je dat gesprek als leraar goed aan?

Portret Caroline Dejonghe

“Je kan deze oorlog niet negeren in de klas”

Caroline Dejonghe, coördinator van de vakgroep ‘School en Pedagogische Psychologie’ aan Thomas More.

Moet je de oorlog eigenlijk wel bespreken op school?
Caroline Dejonghe:
“Als leerlingen met vragen komen, kan je daar best ruimte voor maken. En zelfs als er geen vragen komen, kan het zinvol zijn om het onderwerp aan te snijden in lagere en middelbare scholen. Want ook stille leerlingen kunnen in hun hoofd al doemscenario’s gevormd hebben.”

“Het conflict is voor veel jongeren een zeer ingrijpende gebeurtenis. Ze kunnen er ook niet omheen. Overal vangen ze dingen op: in gesprekken tussen ouders, op sociale media, via radio en tv. Het topic is zo aanwezig in de maatschappij dat het bijna onmogelijk is om het binnen de muren van de klas te negeren.”

“Kleuters kan je daarentegen best wél afschermen, omdat zij in een andere ontwikkelingsfase zitten.”

Wat begrijpt een leerling van oorlog?

2-4 jaar

Deze kinderen kunnen moeilijk een onderscheid maken tussen feiten en fictie. Je schermt hen best nog zo veel mogelijk af.

4-6 jaar

Dit zijn de tweede en derde kleuterklassen. Alles wat er gebeurt in de wereld betrekken ze op zichzelf. Als ze horen dat er in Oekraïne gevechten zijn met geweren, dan gaan ze ervan uit dat dit ook bij hen zal gebeuren. Probeer deze kinderen zoveel mogelijk af te schermen. Als ze zelf info vragen: bevraag wat ze weten, corrigeer en stel gerust.

6-10 jaar

Deze kinderen worden dikwijls wel al blootgesteld aan het nieuws, dat kan je moeilijk tegenhouden. Hun wereld wordt sterk bepaald door hun omgeving dus als school heb je hier een belangrijke rol. Licht achtergronden toe, nuanceer en stel gerust.

10-12 jaar

Zij stellen de meeste vragen vanuit hun behoefte aan informatie. Geef de info duidelijk en to the point. Stel ook hier gerust om hun gevoel van veiligheid te bevestigen en herstellen. 

12-16 jaar

Pubers kunnen heel verschillend reageren. Emotionele instabiliteit kan hen angstig maken. Geef hen de ruimte om hun gevoelens te uiten, luister en maak duidelijk dat je ook in moeilijke tijden beschikbaar bent.

Oorlog: Wat vertel je wanneer?

Wil dat zeggen dat iedere leraar ermee aan de slag moet in zijn of haar les?

Caroline Dejonghe: “Het is zeker niet alleen aan de leraar geschiedenis om die rol op zich te nemen. Maar ook niet iedereen zal zich voldoende competent voelen om dieper op het thema in te gaan. Stel jezelf de vraag: ‘Heb ik voldoende feitelijke kennis over de situatie?’ of ‘Kan ik een veilig klasklimaat bewaren waarin leerlingen angsten en zorgen kunnen uiten?’ Dat is een stukje zelfreflectie. Als je daaraan twijfelt, pols je in het team wie beter geplaatst is. Een vakleraar, maar evengoed iemand uit het zorgteam. Of een combinatie.”

“Wacht bovendien niet te lang. Communiceer duidelijk naar de leerlingen wie het aanspreekpunt is en wanneer er voldoende tijd is om er dieper op in te gaan. Oorlog is een delicaat thema. Zorg er dus voor dat je het niet tussen de soep en de patatten bespreekt. Het zou zonde zijn dat de schoolbel gaat wanneer het gesprek net goed op gang gekomen is.”

Hoe begin je aan zo’n gesprek?

Caroline Dejonghe: “In de eerste plaats is het goed om vooral vragen te stellen. Laat kinderen en jongeren zelf vertellen wat ze al gezien, gehoord en gelezen hebben. Hoe voelen ze zich daarbij? Op die manier krijg je een beter beeld van hun noden. Maak ook gebruik van de woorden die ze zelf in de mond nemen.”

“Willen ze toch meer informatie, dan blijf je als leraar beter bij de feiten en grote lijnen. Haal geen gruwelijke details boven, want dat kan de angst alleen maar aanwakkeren. Laat bijvoorbeeld zelf geen foto’s van slachtoffers met bebloede hoofden zien. Als een leerling daar toch over begint, kan je polsen naar hoe hij of zij zich daarbij voelt. Wees als leraar neutraal en nuanceer uitspraken waar nodig. Extreme bewoordingen als ‘alle Russen zijn slecht’ moet je niet laten passeren. Dat zorgt alleen maar voor polarisering.”

Stel de leerlingen ook gerust. Dat kan door ze context en perspectief te bieden. Op de wereldkaart kan je bijvoorbeeld aanduiden hoe ver België van Oekraïne ligt en hoe dicht Oekraïne bij Rusland. Het is nu oorlog tussen 2 buurlanden. Benadruk ook de zeldzaamheid van zo’n gebeurtenis: de meeste landen willen helemaal geen oorlog voeren en verzetten zich ertegen.”

Je wil niet dat de schoolbel het gesprek abrupt beëindigt: voorzie genoeg tijd

Caroline Dejonghe
Lector Toegepaste Psychologie

Wat als je als leraar geen antwoord hebt op bepaalde vragen?

Caroline Dejonghe: “Dat kan altijd gebeuren. Geef in dat geval zeker geen vaag of onjuist antwoord. Anders zal de fantasie van kinderen het daar overnemen en zullen ze die leemtes zelf invullen. Wat dan wel? Benoem het gewoon: zeg dat het een interessante vraag is, maar dat je het zelf ook niet weet. Afhankelijk van de leeftijd kan je daarna eventueel samen die informatie opzoeken. Of je kan beloven om er later op terug te komen.”

Er circuleert ook veel fake news op sociale media. Hoe pak je dat aan?

Caroline Dejonghe: “Kinderen komen soms in contact met het nieuws via kanalen waarmee je als leraar zelf minder vertrouwd bent. Op TikTok bijvoorbeeld circuleren er soms filmpjes met nepnieuws. Vraag de leerlingen wat ze gezien hebben en ga na of die bronnen wel betrouwbaar zijn.”

“Reik zeker zelf ook goede bronnen op maat aan. Met jongere leerlingen kan je bijvoorbeeld samen naar Karrewiet of het NOS Jeugdjournaal kijken. Oudere jongeren kunnen ook op sociale media toegankelijke bronnen vinden, zoals het Instagramaccount van @nws.nws.nws.”

‘Voor leerlingen die zelf ooit gevlucht zijn voor oorlog, kan dit conflict een trauma bovenhalen’

Caroline Dejonghe
Lector Toegepaste Psychologie

Wat als de emoties in de klas toch hoog oplaaien

Caroline Dejonghe: “Geef hen de ruimte om hun gevoelens te uiten. Erken ze, maar grijp ook in als dat nodig is. Het huidige conflict kan voor bepaalde leerlingen een trigger zijn. Denk bijvoorbeeld aan jongeren die zelf gevlucht zijn uit een land waarin er oorlog heerste. Dat trauma kan naar boven komen. Of kinderen die familie hebben in Rusland of Oekraïne.”

“Wanneer een leerling helemaal overspoeld raakt door emoties, zal dat de rest van de klas ook van de kaart brengen. Je kan voor die leerling beter individuele ondersteuning voorzien. Een persoonlijk gesprek met een zorgcoördinator kan helpen. Blijf die leerling als leraar de komende weken wel observeren: wees alert voor gedragsveranderingen en voorzie nazorg waar nodig.”  

Hoe rond je zo’n gesprek af?

Caroline Dejonghe: “Zorg ervoor dat je de klas niet achterlaat met een te zwaar of beteuterd gevoel. Dan zouden ze erover kunnen blijven tobben. Maak de overstap naar de orde van de dag, maar geef aan dat je beschikbaar blijft voor hen.”

“Of bekijk samen hoe de groep zelf actie kan ondernemen. Bij middelbare scholieren kan dat bijvoorbeeld door geldinzamelacties op poten zetten of brieven te schrijven. Jonge kinderen willen misschien hun speelgoed delen. Dat is niet alleen maatschappelijk relevant, maar zo stimuleer je ook de verbinding en het solidariteitsgevoel binnen de klas. Na een periode waarin ze veel zelfstandig hebben moeten werken, is dat sowieso een positieve ervaring.”

Simon Verbist

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter