Zo doen zij het
“Mijn les vertrekt bij mijn leerlingen, daarna trek ik hun wereld open”
Leraar Johan van De Koorddanser uit Meulebeke gaat elke les op zoek naar het recept om gebeitelde leerstof met spontane vragen te combineren. Zijn leerlingen vinden het evenwicht tussen klassieke gerechten en eigen ingrediënten.
“Weet je wat ik dit weekend aan zee vond? Een zeester. Op een mossel! Eten zeesterren ook mosselen?” vraagt Inaya zich af. Oskar is onder de indruk van de bosbranden in Turkije en Spanje. “Ik zag op tv van die vliegtuigen om te blussen.”
Maandagochtend. De kinderen van Johan zitten aan de kringtafel. Ze vertellen honderduit. Over wat ze meemaakten, wat ze zagen op tv, welke vragen dat bij hen oproept.
Johan Duyck: “Haal mijn klas leeg als het moet. Zolang ik mijn ronde tafel heb, kan ik lesgeven. Iedereen is gelijk als we hier zitten. Geen plekje dat beter is dan een ander. En elke stem is even veel waard. Wat de kinderen in de kring vertellen, doet ertoe. Dat zeg ik niet alleen, dat merken ze ook wanneer hun vraag opduikt in werkstukken, tijdens projecten of op excursies. Reken maar: dat werkt motiverend.”
Menu of à la carte?
Johan Duyck: “Maandagavond ga ik meteen aan de slag met hun vragen. Zo vervaagt hun interesse niet en zit de hele klas nog op het puntje van haar stoel als je het weer over zeesterren hebt. Vrijblijvend onderwijs à la carte is dat allerminst. Ik selecteer onderwerpen waarop we dieper ingaan. Denk na over de leerdoelen die ik kan koppelen. Waak erover dat we ons niet verliezen in een onderwerp of op een dood spoor belanden.”
“Ik stel een tekst samen op basis van de vertelkring en info die ik bij elkaar zoek. Een oefening in begrijpend en verwerkend lezen voor mijn kinderen, en tegelijk ontdekken ze hoe een zeester een mossel openwrikt. Ik koppel er meteen andere leerstof aan, haal er spelling bij. Wrikken of vrikken, wrak of vrak, vreten of wreten? Spelling, rekenen, wero … dat onderscheid tussen vakken voelt voor mij kunstmatig. Het motiveert leerlingen als ze beseffen hoe alles met elkaar verbonden is.”
“Inzichten uit verschillende vakken combineren met eigen interesses doen ze ook als uit een toon- of vertelmoment een project voortvloeit. Een middeleeuwse potscherf op het strand leidde tot een project over archeologie. En het moet niet altijd met de hele klas: in eigen en gedeelde werkstukken zoeken ze antwoorden op hun verschillende vragen.”
Zonder suiker, graag
Johan Duyck: “Een student gaf een stageles over diagonalen. Inhoudelijk prima, maar helemaal ‘versuikerd’: verpakt in een blitse intro die met een brede bocht naar het lesonderwerp liep. Dat hoeft niet, vind ik. Zelf probeer ik ook niet alle leerstof krampachtig aan projectwerk te koppelen.”
“Wij maken in de Koorddanser een onderscheid tussen boulot en travail. In de voormiddag boulot: leerstof die je nodig hebt, punt. Hoofdrekenen, werkwoorden, spelling. Wat we belangrijk vinden, daar zetten we op in. En in de namiddag ruimte voor travail, ateliers, werkwinkels en projecten waarbij experiment en onderzoek de plek krijgen die ze verdienen.”
“Inspelen op de interesses van je leerlingen is niet hetzelfde als enkel leuke dingen doen. Of weinig structuur bieden. Tijdens boulot hoor je die hersentjes kraken als we hoofdrekenen. En tijdens travail moeten mijn leerlingen vaak lastige hordes nemen: opzoekwerk, mindmaps en presentaties maken.”
“Maar omdat we vertrekken vanuit vragen die kinderen zelf aanbrengen, zijn ze dubbel gemotiveerd om die hindernissen te overwinnen. Vaak zie je dat ze die vaardigheden uit travail meenemen naar de werkwinkels die ze aan andere kinderen geven.”
Op bestelling
Johan Duyck: “‘Zoveel structuur in jouw lessen: dat had ik niet verwacht.’ Die verbaasde reacties van leraren uit andere scholen leggen een misvatting bloot. Ik bied in mijn klas ruimte voor zelfsturing. Maar ik laat mijn leerlingen niet aan hun lot over. Wanneer mogen mijn leerlingen zelf een stukje leerstof ontdekken? Waar ondersteun ik?”
“Dat blijft zoeken. Mijn ervaring houdt me steeds vaker recht. En toch maak je soms foute inschattingen, loopt een kind even hopeloos verloren bij een werkstuk. Vallen en weer opstaan: ook dat hoort erbij.”
“Voortdurend inspelen op de interesses van je leerlingen, het geeft voldoening maar vraagt ook veel. Zeker voor jonge leraren is dat een grote uitdaging. Want zonder een brede kijk of voldoende kennis van de wereld lukt het niet. Veel staat of valt met de kwaliteit van de leraar. Lerarenopleidingen moeten hun rol als poortwachter blijven spelen.”
Altijd een tafeltje vrij
Johan Duyck: “Wie vandaag voor de job kiest en het vuur in zich heeft, die moeten we alle kansen geven. Vrijheid, vertrouwen, kansen om te leren. Net als aan onze leerlingen. Daar ligt voor mij het antwoord op onze onderwijscrisis. Zelf verkies ik eigen lesmateriaal boven blaadjes omslaan in handboeken of methodes.”
“Dat stukje autonomie geef ik niet graag af. Zolang de lessen top zijn, kan niemand daar toch iets op tegen hebben? Lesgeven is een berg beklimmen. Hoe je dat doet, maakt de berg niets uit. Stuur je leerlingen over de brede snelweg? Of neem je ze ook mee via bochtige binnenwegen? Wellicht zien ze daar nog het meest.”
“School mag geen plek zijn waar je mensen afrekent. Op mijn eerste werkplek moest ik te vaak tegen een kind zeggen: ‘Jij past hier niet’. Verschrikkelijk, dat gevoel als je een kind opgeeft en naar een andere school stuurt. In mijn huidig team vechten we voor elk kind. Of dat altijd lukt? Sommige kinderen hebben nood aan nog meer structuur, of kleinere klassen. Voor die kinderen is buitengewoon onderwijs een zegen. Maar eerst halen we alles uit de kast, voor elk kind.”
Koken doe je niet alleen
Johan Duyck: “Als leerlingen hier buitenwandelen, hoop ik dat ze dat doen met voldoende zelfkennis en een nieuwsgierige blik. Zelfstandig, en tegelijk coöperatief ingesteld. Ga maar na: die competenties staan in elke vacature voorop. En toch hebben we er in onderwijs weinig aandacht voor. Belonen we volgzaamheid, laten we weinig ruimte voor initiatief.”
“Ik geef mijn leerlingen de vrijheid om te ontdekken, om hun interesses na te jagen. En nee: dat staat niet haaks op een stevige kennisbasis. Dat tonen de resultaten van onze kinderen op de peilingstoetsen aan.”
“Ik geef intussen 40 jaar les, sta al 35 jaar in het vierde leerjaar en vertrek nog elke dag met plezier naar de klas. Toen ik startte, zag ik oudere collega’s zonder boekentas naar huis fietsen. Terwijl ik straks met plezier nog twee uur werk. Dat mijn visie op onderwijs haarfijn bij mijn school past, helpt natuurlijk.”
“Als leraar heb je altijd een zekere autonomie in je klas. Maar als je alleen staat in je aanpak, voelt dat ergens alsof je je team in de steek laat, je job niet goed doet. Ik prijs me gelukkig met mijn collega’s en directie. Het is elke dag een plezier om met zulke gedreven mensen samen te werken.”
“Nieuw materiaal maken en zelf bijleren, geeft me energie. ‘De meester weet niet alles, jongens’: die nederigheid geef ik mijn klas mee. Zo beseffen ze hoe belangrijk vaardigheden om kennis te vergaren zijn. Als leraar moet je een brede kijk op de wereld hebben. Hoe kan je leerlingen anders gidsen? En tegelijk krijgen ze de kans om het zelf uit te zoeken.”
Log in om te bewaren
Laura
29 oktober 2022Heel mooi artikel en chapeau maar hoe combineer je je werk met je privé leven als je je eigen lessen elke dag zelf schrijft. Hoe zorg je voor genoeg diepgaand en de rode draad? Dat vraag ik me wel eens af.
Laat een reactie achter