Zo doen zij het
“Ook gewenst gedrag moet je oefenen”
Van rode stickers tot 5 gouden gedragsregels. Die switch maakte ZAVO Zaventem toen het storende gedrag van leerlingen leek toe te nemen. Ze gingen voor een participatieve en onderzoekende aanpak. Campusdirecteur Helene De Donder: “Te veel regels? Dan reageert iedereen selectief, volgens zijn eigen allergiezone.”
Helene De Donder: “Ons oude sanctiesysteem met rode stickers in de agenda maakte water. Sommige leerlingen deden wat ze wilden en legden een verzameling aan. Leraren stuurden boosdoeners naar de studieprefect voor gesprekken, nota’s of strafstudies. En onze zorgstructuur was een kluwen met leerlingbegeleiders, zorgcoördinatoren en een studieprefect. Dat we ons gedragsbeleid moesten omdenken, beseften we vóór corona al. Dat je zoiets niet van vandaag op morgen doet, ook.”
“Het project ‘Onderzoekende school’ van de VUB bracht in 2019 de uitgelezen kans om grondig te werken, met een onderzoeksvraag. De onze: hoe implementeren we het vierlademodel op onze school? Dat systeem brengt overtredingen in 4 categorieën onder waaraan je als school zelf gepaste maatregelen koppelt.”
Straffen of praten?
Helene De Donder: “De eerste tussenstop op onze weg: spreken met 4 andere grootstedelijke scholen die het model toepassen. We vroegen ze hoe het loopt, waarop ze botsen. Ontzettend leerrijk. Heilig Hart Heverlee voorspelde dat de blauwe lade voor leraren de moeilijkste is: herhaald storend gedrag waarbij je als leraar toch eigenaar blijft. We lazen door literatuur en nodigden bedenker Monique D’Aes uit om met leraren te oefenen wanneer ze welke lade opentrekken.”
“Daarna wilden we starten met testklassen waarbij leraren het model toepassen en bij elkaar binnenkijken. Toen overviel corona ons. Klasdeuren platlopen was geen optie meer. Pas maanden later slaagden we erin om met 2 groepjes leraren video-coaching te doen. Ze filmden zichzelf, bespraken een case, zochten samen naar inzichten om klasmanagement beter aan te pakken.”
“Met een goedgevuld communicatieplan verspreidden we het model onder ons team. Maar de echte uitwerking stokte een beetje. ‘Reduceren we ons gedragsbeleid niet tot bestraffen’, vroeg de beleidscel gedrag zich af? Zou een verbindend herstelgericht klimaat niet een pak brandjes voorkomen? Daarom ontwierpen we een ZAVO-eigen kaartje met herstelvragen. Die leidden bij sommige leraren tot de misvatting dat ze niet meer mogen straffen, maar alleen gesprekjes voeren. Samen met de twijfel groeide de ergernis.”
Zones van allergie
Helene De Donder: ”Corona wakkerde de windkracht nog wat aan. Leerlingen leken meer dan ooit lak te hebben aan structuur en regels. Echo’s uit andere scholen en media versterkten dat gevoel bij ons team. Zaten we midden in een zware storm? Dat nu ook weer niet. Maar als leraren iets willen vertellen, moet je je oren spitsen. Dus organiseerden we rondetafelgesprekken met een leidraad, notulist en 10 deelnemers per tafel. Iedereen mocht aansluiten: welk gedrag stoort je? Waarop moeten we inzetten?”
“De rondetafels leverden veel inzichten op: we willen een kortere lijn met ouders en meer verbinding met elkaar, leerlingen hollen met verbale agressie in de studie of op de speelplaats onze kernwaarde respect uit. En het frustreert ons dat we niet allemaal op dezelfde manier reageren.”
“Een leraar legde de vinger op de wonde: ‘Er zijn zoveel regels dat je als leraar alleen nog reageert op wat in je eigen allergiezone zit. Andere inbreuken laat je passeren. Maar dat ergert collega’s die dat punt net essentieel vinden.’”
5 gouden regels
Helene De Donder: “Terug naar af? Helemaal niet. Het vierlademodel en verbindend communiceren bleven, maar misten een normatief kader. Daarvoor nodigden we de Nederlandse onderzoeker Iliass El Hadioui uit. Hij adviseert scholen om een beperkt aantal gouden gedragsregels te ontwerpen die je in een rode zone plaatst. Dat betekent dat iedereen moet reageren als leerlingen een van die regels overtreden. Je mag het ongewenste gedrag niet laten passeren.”
“Als het foute gedrag aanhoudt, is herstel nodig en volgt er een maatregel. Dat kan een straf zijn. Escaleert het, dan roept de klassenleraar de klassenraad bij elkaar. Andere regels zitten in oranje of groen. Leraren kiezen daar zelf welke lijn ze volgen. Maar frustreren zich niet als een collega anders reageert.”
“We ondervroegen leraren en leerlingen nogmaals in kleine groepjes. Tot welke gouden regels komen jullie als die ervoor moeten zorgen dat leerlingen maximaal kunnen leren, leraren de kans krijgen om les te geven, we leerlingen benaderen vanuit warme kordaatheid en ze leergierig maken? Leraren en leerlingen diepten dezelfde toppers op, met toiletbezoek als enige uitzondering: hoge nood bij leerlingen, lage bij leraren.”
Joggingbroeken en petten
Helene De Donder: “Het handvol regels waarover we het allemaal eens zijn: op tijd komen, je materiaal in orde hebben, Nederlands spreken in het schoolgebouw en op schoolactiviteiten, schermen alleen bovenhalen als de leraar dat toelaat en iedereen aanvaarden. Het voordeel van 5: consequent zijn is haalbaar. Want als 1 leraar de lijn verlaat, verplaats je een regel uit de rode naar de oranje zone. Zo zaai je ongewild de kiem voor tweedeling in het team.”
“Kledij zit niet in de rode zone. Joggingbroeken belemmeren leerprestaties niet. Sommige leraren vragen om een pet af te zetten in de gang, andere niet. Leerlingen zijn dat intussen gewoon, starten daarover geen discussie.”
Oefening en herhaling
Helene De Donder: “We gaan er vandaag niet zomaar vanuit dat leerlingen allemaal een thuis hebben waar ze goed gedrag aanleren of dat ze gehoorzamen omdat een leraar het 1 keer vraagt. Net als leerstof leer je gewenst gedrag door te oefenen. Desnoods stappen we 4 keer heen-en-weer naar het lokaal. Pas als niemand de stilte breekt, stoppen we.”
“Uit de rondetafelgesprekken puurden we niet alleen een normatief kader, maar ook preventieve acties. Met middagactiviteiten als bullet journals, sport en stilteruimte ontlasten we de kleine speelplaats. Want wie zich verveelt, begint te klooien. Intussen proberen we zachtjes aan van intervisie naar klasbezoeken te evolueren. Collega’s aan het werk zien, vergroot je coulissen. Je verzamelt een groter repertoire aan maatregelen voor je klas- en gedragsmanagement.”
“En ons leerfestival in september bracht leraren dichter bij elkaar. Ze organiseerden workshops voor elkaar, babbelden bij foodtrucks. Allemaal acties die helpen om samen een fijn schoolklimaat uit te bouwen, waar het niet stormt.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter