Zo doen zij het
“STEM-lessen draaien niet in het luchtledige”
De ultieme STEM-les van leraar Miek? Oplossingen uitdokteren en parameters onderzoeken voor de reis naar en het verblijf op Mars. Maar voorlopig is onze planeet het speelterrein van zijn STEM-lessen in het vierde en zesde leerjaar van Basisschool Ring Roeselare. Ook daar kan je hoog mikken.
Miek Feys: “Mijn lesaanpak is behoorlijk old fashioned. Ik wil niet dat mijn leerlingen afstuderen met minder kennis dan pakweg 20 jaar geleden. Dus bij wetenschappen haal ik directe instructie en oefeningen boven en bied ik veel structuur. De verschillende klassen in een determinatietabel moet je gewoon uit het hoofd leren en voldoende vaak herhalen.”
“De periodes in de geschiedenis illustreer ik met verhalen. Dan schets ik via het leven van een onbekende Viking een helder beeld van die tijd. Kinderen vinden dat heerlijk. En natuurlijk sta ik niet stil: nieuwe media ondersteunen mijn didactiek. Met de juiste video snappen ze nog beter hoe het er toen aan toeging.”
Uitdagende onderzoeksvraag
Miek Feys: “In de lessen STEM — 1 middag per maand — pak ik het anders aan. Daar ligt het accent op onderzoek. Op kennis slim inzetten op een uitdagende vraag of actueel probleem. Je hoofd en handen gebruiken. We hebben veel kinderen met leerproblemen. Die stappen na het lager onderwijs meestal naar 1B. Dan is het goed dat ze in de basisschool al ontdekken dat ze praktisch vernuft hebben.”
“20 jaar geleden zat Joeri in mijn klas. Wiskunde en taal draaiden vierkant. Altijd naar huis met een rapport dat schreeuwde ‘het lukt niet’. Toen gaf ik mijn eerste techniekles. Een elektrisch toestel repareren. ‘Dat kan ik’, lachte hij. De kneepjes leerde hij van zijn vader, elektricien. Joeri repareerde de kabels, koos de juiste studierichting en stapte in de voetsporen van zijn vader. Vandaag legt hij draden als de beste. Mijn STEM-lessen leggen onontdekte talenten bloot en zijn daardoor een stukje studiekeuzebegeleiding.”
Warmdraaien met wagens
Miek Feys: “De STEM-lessen winnen tijdens het schooljaar aan complexiteit. De opwarmer voor de zesdejaars in september: bouw een autootje met LEGO. Daar koppel ik parameters aan: de wagen moet na een helling zo ver mogelijk rijden, krijgt een maximale grootte en moet esthetisch zijn. In oktober bouwen we dan een auto met eigen materiaal die je via magneten moet kunnen aantrekken. Vooral wielen aan het draaien krijgen ligt moeilijk.”
“Ik laat de leerlingen zo veel mogelijk zelf zoeken. Lopen ze vast, dan stuur ik bij met open denkvragen. ‘Waarom draaien de wielen niet?’ ‘Ze zijn vastgelijmd.’ ‘Klopt, hoe lossen we dat op?’ ‘Door ze in buisjes te steken?’ ‘Goed idee. Probeer maar’. Onderzoekend leren vraagt reflectie en doorzetting als je even faalt, maar ook kennis en inzicht.”
“Want de STEM-lessen draaien natuurlijk niet in het luchtledige. Mijn collega brengt op hetzelfde moment gerelateerde wiskunde aan, ik wetenschappen. Die kennis kunnen ze perfect inzetten tijdens de STEM-projecten. Bijvoorbeeld: onder welke hellingsgraad maken wagens het meeste snelheid, dat linken we aan hoeken meten bij wiskunde.”
Boerderij op water
Miek Feys: “Het grootste project is een drijvende boerderij die 1 kilogram kan torsen, waterdicht is en niet omwaait tijdens een storm die we nabootsen. Het startte vanuit actualiteitslessen over veranderende temperaturen en fossiele brandstoffen als boosdoeners. Van daaruit werken we naar een onderzoeksvraag: Wat als onze stad onderloopt? ‘Dan trekken we allemaal naar bergtoppen of leven we op boten’, roepen leerlingen in koor”
“Maar overbevolkte bergen of een heel leven alleen omringd door zeewier en vissen, daar redden we het niet mee. We hebben zuurstof nodig uit bossen, willen appels plukken en dieren rond ons. Dat het kan, bewijzen ze in Rotterdam. Daar bouwden kunstenaars een bos en boerderij op water.”
“De volgende opdracht: hoe maken we zout water drinkbaar? Dan proberen we natrium te verdampen en het water via een buizenconstructie weer op te vangen in een bekken. Vraagt dat wat handigheid van jou als leraar? Jawel. Maar eigenlijk kan iedereen het. Daarvan probeerde ik mijn collega’s de voorbije jaren te overtuigen door ze een ‘gratis’ STEM-les in hun klas aan te bieden en door gul materiaal en tips te delen. Dat heeft de drempel weggehaald om het dit schooljaar in alle klassen zelf te proberen.”
Samen met buitengewoon
Miek Feys: “Wat me gelukkig maakt na 10 jaar STEM: steeds meer van onze meisjes vinden daarin hun weg. Ze hebben minstens evenveel talent voor techniek en houden van de maatschappelijke relevantie van STEM, maar worden thuis minder gestimuleerd. In een techniekles vliegen jongens zelfbewust op de boormachines en elektrische schroevendraaiers. Meisjes zijn vaker toeschouwers.”
“Daarom maak ik eerst aparte meisjesgroepen. Die gaan dikwijls wat doordachter te werk. Met slimme tussenstappen komen ze tot een mooi resultaat. Het groepje jongens dat een oude pc intussen 5 keer open draaide om de harde schijf te vervangen, ziet dat ook en stelt zijn eigen aanpak in vraag. Het perfecte moment om gemengde groepen te maken.”
“Tijdens onze STEM-lessen sluiten leerlingen uit het buitengewoon onderwijs regelmatig aan. Soms bij de testfase. Mijn eigen klas mengt glycerine, afwasmiddel en gedemineraliseerd water tot zeepsop. We berekenen de ideale verhoudingen en de kostprijs. Bellenblazen — zo groot of veel mogelijk — doen we dan allemaal samen.”
“Maar samenwerken met buitengewoon kan ook al bij het maakproces: zoals wanneer we eenvoudige stroomcircuits en elektrische gevechtsrobots ontwerpen. Die fijne, technische handelingen gaan hen even goed af als leerlingen uit het gewone onderwijs.”
Meer info over STEM in basisonderwijs: istem.be, stembasis.be en sterkinstem.be. Of via dit Lerend Netwerk STEM-effect.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter