Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Zo kijk je kritisch naar je methode én je aanpak

  • Laatste wijziging: 26 november 2024
  • 6 minuten lezen

Is je methode effectief of moet je op zoek naar iets nieuws? Het kwaliteitskader ‘Wijze lessen voor het ontwikkelen, kiezen en gebruiken van leermiddelen’ geeft leraren praktische handvatten om dat te checken. “Maar belangrijker is hoe leraren met de leermiddelen aan de slag gaan”, benadrukt Kim Bellens (Thomas More). 

Feitelijke fouten, slaafse invulboekjes: kleine en grote bezorgdheden over de kwaliteit van leermiddelen en handboeken leiden keer op keer tot maatschappelijk debat. In tijden van dalende onderwijskwaliteit rijst de vraag of de methodes in Vlaanderen kwaliteit bieden.

Het Expertisecentrum Onderwijs en Leren (het vroegere ExCEL, Thomas More Hogeschool) ontwikkelde een instrument dat voortbouwt op Wijze lessen, een overzicht van de principes van effectieve pedagogiek. Het resultaat is een kwaliteitskader met bijhorende handleiding en kwaliteitskaarten voor wie leermiddelen ontwikkelt of een methode kiest. En minstens zo belangrijk: voor leraren die doordacht aan de slag willen met die leermiddelen. Ontwikkelaar Kim Bellens vertelt.

Onderzoeker Kim Bellens: “Het doel van de tool is niet dat elke school haar methode inruilt. Wel dat leraren kritisch kijken naar hoe ze die inzetten.”

Kan deze tool de kwaliteit van leermethodes opkrikken?

Kim Bellens: “In die vraag ligt de veronderstelling dát er een probleem is met de leermiddelen in ons onderwijs. Die kans bestaat, maar er is simpelweg geen onderzoek om die uitspraak hard te maken. We missen wel een houvast om objectief naar je methode te kijken. Daarom kreeg ons Expertisecentrum Onderwijs en Leren de opdracht om een kwaliteitskader uit te werken dat helpt om leermiddelen te kiezen, te ontwikkelen en te gebruiken.”

“Dit kwaliteitskader kan je toepassen op leermiddelen voor lager én secundair onderwijs. We betrokken o.a. uitgevers, leraren, pedagogische begeleidingsdiensten en lerarenopleiders. Over de heisa rond dure leerwerkboeken spreken we ons niet uit. En het helpt je ook niet om na te gaan of het hele curriculum aan bod komt in jouw methode.”

Het ideale leermiddel bestaat niet

Kim Bellens
Onderzoeker Expertisecentrum Onderwijs en Leren

Waar kijkt dit instrument wél naar?

Kim Bellens: “De focus ligt op effectieve didactiek. Aan welke criteria beantwoordt een sterke methode? Wie ‘Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’ las, kan niet om de gelijkenissen heen. Dat vormde ons vertrekpunt. Voorkennis activeren, leerstof spreiden, actief verwerken, toetsen als oefenstrategie: principes en technieken die een sterke methode niet links laat liggen.”

“In Vlaanderen groeit de aandacht voor de principes van effectieve didactiek. En al hebben ze intussen een stevige basis in onderzoek én praktijk: nog niet elke leraar is mee. Een spoedcursus effectieve leerstrategieën kan nuttig zijn voor je met de tool aan de slag gaat.”

Is het kwaliteitskader vooral bedoeld voor wie leermiddelen ontwikkelt?

Kim Bellens: “Er zit al best veel kennis bij uitgeverijen. Ze werken met ervaren redacteurs en gemotiveerde leraren. Ook voor hen is dit instrument een goede leidraad. Bij de ontwikkeling van leermiddelen op papier of een digitaal luik bij een methode, om de principes van effectieve didactiek ook bij digitale media maximaal te benutten.”

“Toch is het vooral een hulpmiddel voor leraren, om een leermiddel te analyseren en om het bewust en effectief in te zetten. Daarom ontwikkelden we ook een handleiding met toelichting en concrete voorbeelden bij elk criterium. En handige kwaliteitskaarten om samen met collega’s kritisch te kijken naar je methode én je aanpak.”

Onderzoeker Kim Bellens: “De kwaliteitskaarten helpen je om samen met collega’s kritisch te kijken naar je methode én naar je aanpak.”

Hoe gebruik je de kwaliteitskaarten om met je vakgroep een methode te evalueren?

Kim Bellens: “Bekijk dit instrument als een middel om het gesprek te voeren, niet als een afvinklijstje. Het ideale leermiddel bestaat niet. Dat hangt ook af van hoe jij het als leraar inzet. Aan je vakgroep om te beslissen welke criteria zwaarder wegen en een doordachte keuze te maken.”

Elke kaart richt de aandacht op een principe van effectieve didactiek, zoals herhaling of voorkennis activeren. Hou daarbij niet enkel je eigen aanpak tegen het licht. Als je een methode kiest, moet elke collega ermee aan de slag. Ook toekomstige collega’s, want vaak is je keuze bepalend voor de jaren die volgen.”

“Met hulp van de kwaliteitskaarten leg je objectieve criteria op tafel. En vind je als vakgroep ook de woordenschat om erover te praten. ‘Dit spreekt mij niet aan’, ik vind het te blits’, ‘is dit wel iets voor onze leerlingen’: subjectieve argumenten helpen je niet vooruit. Of dat leermiddel woord en beeld op een effectieve manier combineert, wel.”

“Je conclusie kan net zo goed zijn: we houden onze huidige methode en we ondervangen eventuele tekorten zelf. Als je handboek biologie het thema water na oktober nergens herhaalt maar je jaarlijkse waterexcursie die leerstof wel oprakelt, is er niet noodzakelijk een probleem. Het doel van het kwaliteitskader is niet dat elke school haar methode inruilt voor een andere. Wel dat leraren kritisch kijken naar hoe ze leermiddelen inzetten.”

Of de leerstof bij je leerlingen binnenkomt, bepaal jij. Niet je methode.

Kim Bellens
Onderzoeker Expertisecentrum Onderwijs en Leren

Is goed toetsmateriaal ook een criterium?

Kim Bellens: “Niet als het gaat over toetsen die je inzet als evaluatie. Dat hangt nauw samen met de eindtermen die je wil bereiken, en daar gaat deze tool niet over. Al snap ik wel dat leraren daar naar kijken. Toetsen opstellen is een tijdrovend werkje.”

“Het criterium dat wij hanteren: ondersteunt het leermiddel de leraar om na te gaan in welke mate alle leerlingen de leerstof beheersen? Toetsing als oefenstrategie dus, zonder dat er een cijfer aan vasthangt. Dat onderscheid tussen summatief en formatief toetsen zorgt in de lerarenkamer soms nog voor verwarring.”

Zit het werk erop eens je de geschikte methode gevonden hebt?

Kim Bellens: “Allerminst. Ik observeerde eens 5 lessen begrijpend lezen bij verschillende leraren die allen met dezelfde methode werkten. Stuk voor stuk vertelden ze dat ze gewoon het handboek volgden, maar ik kreeg 5 erg verschillende lessen te zien. Of de leerstof bij je leerlingen binnenkomt, bepaal jij. Niet je methode.”

“Spring dus bewust om met je methode en neem ook de handleiding nauwgezet door. Als een uitgeverij op een doordachte manier didactische principes in de methode stopt maar de leraar die onnadenkend skipt of verkeerd inzet, daalt het rendement zienderogen.”

“Met het debat over de kwaliteit van de leermiddelen in het achterhoofd, lijken de kwaliteitskaarten vooral bedoeld als check voor wie materiaal ontwikkelt of een methode moet kiezen. Maar minstens zo belangrijk is de kritische reflectie van de leraar. Want hoe goed het materiaal je kiest of ontwikkelt ook is: alles staat of valt met hoe jij de leerstof in de klas aanbrengt.”


Het Expertisecentrum voor Onderwijs en Leren (Thomas More Hogeschool) ontwikkelde in opdracht van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming dit kwaliteitskader voor wie leermiddelen ontwikkelt, kiest en gebruikt. Complementair aan de Kwaliteitsalliantie, die educatieve partners samenbracht om een set kwaliteitscriteria voor leermiddelen in het secundair onderwijs uit te tekenen.

Bij die criteria komen niet enkel de didactische kwaliteit, maar ook de afstemming op het curriculum, toegankelijkheid en andere kwaliteitsaspecten aan bod.

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter