Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

PIRLS 2021: “Effectief leesonderwijs moet de dalende trend keren”

  • 16 mei 2023
  • 8 minuten lezen

Bij de laatste PIRLS, een internationale test op begrijpend lezen in het vierde leerjaar, gaan Vlaamse leerlingen 4 maanden achteruit ten opzichte van 2016. Hoe komt dat? Onderzoeker Katrijn Denies duidt de resultaten en motiveert scholen: “PIRLS 2021 kwam nog te vroeg om een impact te zien van onze extra inspanningen rond leesbevordering en effectief leesonderwijs”

Onze leerlingen scoren gemiddeld 511. Hoe moeten we dat cijfer interpreteren?

Katrijn Denies, onderzoeksmanager Onderwijseffectiviteit en -evaluatie: “De resultaten voor Vlaanderen zijn echt niet goed. PIRLS gebruikt een schaal met score 500 als middelpunt. We scoren nog maar nipt hoger dan dit middelpunt maar lager dan de mediaan. Ter vergelijking: topland Singapore haalt een gemiddelde van 587 punten.”

“Eigenlijk is de evolutie die we doormaken nog belangrijker. PIRLS wordt om de 5 jaar afgenomen. Tussen 2006 en 2016 gingen we al sterk achteruit. Die dalende trend zetten we verder. Bovendien verliezen we meer punten dan veel andere landen op de PIRLS-schaal. Je kan stellen dat de kinderen nu 4 maanden achterlopen op de kinderen uit 2016 en zelfs 10 maanden ten opzichte van 2006. We speelden dus op 15 jaar veel kwijt.”

“Wat betekent die gemiddelde score van 511 nu? Slechts 3% van de geteste leerlingen blinkt uit in begrijpend lezen. Zij kunnen complexe info herkennen en een eigen visie onderbouwen. Is een personage eerst bang en later blij, dan weten de sterke lezertjes waar die emoties omslaan in de tekst en waarom. Maar die groep is vandaag dus heel klein, kleiner dan in 16 andere landen van de EU.”

PIRLS: Katrijn Denies, onderzoeksmanager Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoeksmanager Katrijn Denies: “6% van de geteste leerlingen vindt de leeftijd van een personage niet terug in een tekst.”

“Op het laagste leesniveau kan je expliciete info uit de tekst halen. Als er in de tekst staat: ‘Marie is 10 jaar’, dan kan de lezer Maries leeftijd invullen. 6% van de kinderen slaagt daar meestal niet in. Zij behalen zelfs dat laagste niveau nog niet.” 

“In de PIRLS-test zat ook een tekst over een wolf die zich verveelt en dus mensen wil opzoeken. We lezen dan uitgebreid over wat de wolf overkomt bij de mensen, maar op de vraag wat die wolf uit verveling wil doen, kruist 15% van de kinderen niet ‘mensen zien’ aan maar een foutief antwoord zoals ‘hij wil lachen’ of ‘hij wil een goede jager worden’. Bij die zwakste groep zien we ook een sterkere knik omlaag in de curve van 2016 naar 2021. Die scherpe daling moeten we echt proberen ombuigen.” 

“Ook de te grote groep leerlingen die wél het lage niveau behalen maar daar blijven steken, baart ons zorgen: in 2006 had nog 50% van de kinderen minimaal een hoog niveau en 10% hooguit een laag niveau. Nu vertegenwoordigen die 2 groepen elk 30% van de geteste kinderen.”

Welke oorzaken zie je voor die dalende trend?

Katrijn Denies: “De test werd afgenomen toen corona ons al een jaar teisterde. Dat heeft zeker een impact, maar het verklaart niet alles, want in Vlaanderen verliezen we meer punten dan in de meeste andere EU-landen. Er speelt dus meer. Uit die puntmeting kunnen we helaas geen oorzaken aanduiden. Dat lukt bijna alleen bij een gecontroleerd experiment waarbij een groep leerlingen op een andere manier les krijgt dan de controlegroep.”

“Maar uit de bijbehorende vragenlijsten weten we wel welke trends tegelijk met de daling in de prestaties plaatsvinden. Bijvoorbeeld: leerlingen in 2021 hadden minder kansen om leesboeken van school mee naar huis te nemen. Directies en leraren geven ook aan dat ze het vertrouwen wat kwijt zijn. Directeurs betwijfelen of al hun leraren de leerplannen goed kennen en succesvol nastreven. Leraren twijfelen aan hun aanpak en aan de mogelijkheden van hun leerlingen.”

“In vergelijking met andere landen scoren we heel laag op dat academisch optimisme. Leraren missen het vertrouwen dat ze leerlingen kunnen inspireren. De berichtgeving over onderwijs speelt hierin een rol, denk ik. Als je telkens hoort dat het niveau daalt en als het nieuws over hoe we samen gaan werken aan beterschap dan niet luider klinkt, is het moeilijk om de moed erin te houden.”

Het is voor leraren moeilijk de moed erin te houden als je telkens hoort dat het niveau daalt

Katrijn Denies
onderzoeksmanager Onderwijseffectiviteit en -evaluatie

Heeft de thuissituatie van de leerlingen een invloed op de resultaten?

Katrijn Denies: “Het aantal boeken thuis daalt stevig. En ouders doen in vergelijking met andere landen vrij weinig rond vroege geletterdheid. 9% van de bevraagde ouders las nooit verhalen voor aan hun kleuters. 30% van de kinderen speelde als kleuter bijna nooit met speelgoed waar letters op staan, zoals een puzzel of trein met letters op de wagons.”

“Ouders lezen zelf ook niet heel graag of vaak. Lezen is leuk en interessant: die boodschap krijgen Vlaamse kinderen daardoor minder dan in de andere Europese vergelijkingslanden. Het leesklimaat is in Vlaanderen zwakker dan elders. Gaat het vooral om laagopgeleide ouders of interesseren ook hogeropgeleiden zich minder voor boeken? Dat spitten we nu verder uit. Hangt dit samen met de thuistaal of  tijdgebrek? Ook dat vraagt verder onderzoek.”

“Een kind heeft meer nodig dan de rijke talige interacties die de leraar aanbiedt in de klas. Ouders moeten praten, (voor)lezen en zingen met hun kinderen, liefst in de taal die ze het best beheersen. Leerlingen die thuis geen Nederlands spreken, stimuleren we best om ook buiten de school hun Nederlandstalige woordenschat en grammatica te verbeteren. Met zomerscholen of laagdrempelige taalrijke culturele en sportieve activiteiten dompel je die leerlingen spelenderwijs onder in het Nederlands.”

De groep leerlingen die thuis geen Nederlands spreekt, nam sinds 2016 sterk toe. Is begrijpend lezen dan vooral moeilijk voor anderstalige kinderen?

Katrijn Denies: “Dat 48% van de leerlingen een andere thuistaal heeft – tegenover 34% in 2018 – heeft zeker een weerslag op het gemiddelde. Maar je kan niet stellen dat begrijpend lezen vooral of alleen voor hen moeilijk is. Eigenlijk zakt in PIRLS 2021 de score bij de kinderen die thuis Nederlands spreken het sterkst. Die leerlingen doen het nog altijd duidelijk beter dan de groep die een andere thuistaal heeft, maar het scoreverschil neemt af. We willen uitzoeken hoe dat komt. Overhaaste conclusies zoals ‘ze krijgen minder aandacht in de klas’ kan dit onderzoek op dit moment niet hard maken.”

PIRLS: Katrijn Denies, onderzoeksmanager Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoeksmanager Katrijn Denies: “Leraren missen het vertrouwen dat ze leerlingen kunnen inspireren.”

Uit jullie bevragingen blijkt ook dat veel kinderen met honger naar school komen. 

Katrijn Denies: “Ja. 43% van de leerlingen kruist dat aan. Deels omdat sommige ouders niet de gewoonte hebben om met hun kinderen te ontbijten, deels uit armoede. Het probleem treft ons ook wat harder dan andere landen. Er is een samenhang tussen honger en slechtere prestaties, merken we in de bevragingen bij leerlingen en de toetsresultaten. Het toont aan: met honger kan je niet goed leren.”

“Scholen kunnen de honger niet zelfstandig oplossen. Die houden al zoveel balletjes in de lucht. En leraren hebben al hun onderwijstijd nodig. Elke ouder en beleidsmaker moet er zich van bewust zijn dat dit ernstige probleem het niveau van school en leraar overstijgt. Zonder de expertise en ondersteuning van armoede-, welzijns- en gezondheidsorganisaties geraken we hier niet uit.”

Wat kan je als leraar dan wel doen? En hoe blijf je gemotiveerd?

Katrijn Denies: “Leraren doen er zeker toe. Na PIRLS 2016 startte veel onderzoek naar effectief leesonderwijs. Die info is gebundeld en door veel verschillende instanties in kaart gebracht. De Taalraad, het Leesoffensief, de vormingen, de Boekenjuf of -meester, het taalintegratietraject: allemaal pogingen om effectief leesonderwijs op de klasvloer te krijgen. Om de impact te zien, daarvoor kwam PIRLS 2021 nog te vroeg. Maar we verwachten van die inspanningen echt wel positieve resultaten omdat ze veelal ‘evidence-informed’ zijn.”

“De nieuwe praktijkgids voor Effectief Leesonderwijs is voor leraren een prima houvast voor een effectieve leesaanpak in hun klas. Die gids bevat ook inspiratie voor voorbereidende leesvaardigheden, zoals woordenschat uitbouwen of een verhaal opbouwen. Technisch lezen krijgt er een plek naast begrijpend lezen, want klanken herkennen is heel belangrijk voor een goed tekstbegrip. In de praktische fiches staat bijvoorbeeld hoe je kan modelleren door hardop na te denken terwijl je voorleest: ‘Laura is assistent. O, dat betekent dat Laura een hulp is.’ Die tips kan je meteen toepassen.”

“De gids helpt je kritisch naar jezelf kijken: ging je in 2018 – toen de slechte resultaten van PIRLS 2016 ons wakker schudden – halsoverkop over tot kwartierlezen en hing je posters op over boeken? Daar is niets mis mee, toch niet als je dat kwartier inzette bovenop de instructietijd voor lezen. Maar die geïsoleerde initiatieven kunnen wel eens te lukraak zijn. Ze mogen geen vals gevoel van veiligheid bieden. Werken aan effectief leesonderwijs en een goed leesklimaat op school moet gebeuren in het kader van een doorgaande leerlijn voor de hele basisschool, vanuit een sterke visie die door het hele schoolteam nagestreefd wordt.”

“Voor de scholen; evalueer dus je leesbeleid met de sleutels voor effectief begrijpend lezen (VLOR). En probeer data en gedetailleerde feedback-rapporten van testen zoals PIRLS, de Vlaamse Toetsen of tests van onderwijskoepels te pakken te krijgen over hoe je presteert. Zijn de resultaten voor jouw school niet goed ondanks al je inspanningen? Gooi het kind dan niet met het badwater weg maar zoek hulp om te kijken of bijsturing nodig is. Een sterk leesbeleid vraagt tijd om in te sijpelen.”

Een goed schoolklimaat lijkt ook voor lezen een verschil te maken

Katrijn Denies
onderzoeksmanager Onderwijseffectiviteit en -evaluatie

11 scholen scoren boven het Vlaams gemiddelde voor PIRLS. Wat is hun geheim recept?

Katrijn Denies: “Dat onderzoeken we de komende maanden. Die kleine groep scholen doet het, na controle voor een aantal instroom- en leerlingenkenmerken, nog steeds beter dan de rest. Het gaat niet om scholen met alleen kansrijke leerlingen uit middenklassegezinnen. Kanttekening hierbij: de beginsituatie van de leerlingen werd niet meegenomen in die analyse. We weten dus enkel dat die scholen het nu erg goed deden, niet of de leerlingen er meer leerwinst boekten.”

“Op leerlingniveau weten we dat de gevorderde lezers thuis over het algemeen meer boeken hebben en ouders hebben die liever lezen. Ze voelen zich meer betrokken bij de leeslessen, lezen zelf ook liever, zijn zelfzeker voor lezen en spreken thuis meer Nederlands. En het zijn vaker meisjes.”

“Door de samenhang bloot te leggen tussen dat leerlingniveau en kenmerken van de school, kan je bepaalde dingen afleiden. Bijvoorbeeld: als leerlingen minder gepest worden en de lessen geconcentreerd kunnen volgen, lezen ze beter. Een goed schoolklimaat lijkt  dus een verschil te maken.”

“Tot slot: PIRLS ging door bij een steekproef. Scholen worden uitgeloot om deel te nemen. Ze zegden bijna allemaal toe uit interesse. Ze zijn dankbaar voor hun schoolfeedbackrapport, niet alleen die 11 toppers. Dat stemt ons gelukkig: het bewijst dat heel wat scholen hongerig zijn naar kennis. Dat ze voor hun leesaanpak alle zeilen willen bijzetten en niet blind willen varen.”

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


D

De Vos G.

17 mei 2023

We mogen de woede tegen de wetenschap niet onderschatten. Leerkrachten die de leerplannen volgen, worden overal uitgesloten. Sociale media vormen commentaarmonopolies. Alle onderzochte landen hadden corona en hebben migranten. Vlaanderen heeft meer dan andere landen last van rechts populisme. Vooral aandacht voor spelling en zinsontleding. Dat dat leidt tot beter begrijpend lezen, is fake news. Digitale presentaties en book widgets zouden eruit moeten. Ze stimuleren de interpretatievaardigheden niet. Lezen is een competentie. Een venster op de wereld. Het zou een apart vak moeten zijn. Een paar uurtjes per week in de bibliotheek.

Reageren

Laat een reactie achter