Specialist
Hoe verwerk je het overlijden van een leerling?
Directeur Stef stond nog maar pas aan het roer van zijn school toen Meyra stierf, een leerling uit het tweede leerjaar. 3 jaar later overleed Rosie, een meisje uit dezelfde klas. Hoe ga je als school om met rouw? Psychiater en rouwexpert Uus Knops reflecteert. “Vertrouw op je eigen krachten.”
Meyra is ziek
Directeur Stef*: “Meyra* was 6 jaar toen artsen een hersentumor bij haar vaststelden. Al snel werd ze opgenomen in het ziekenhuis, naar school gaan lukte niet meer. Natuurlijk waren haar ouders in shock toen ze het vreselijke nieuws hoorden. Het woord ‘kanker’ was taboe voor hen: we mochten die term nooit uitspreken waar hun dochter bij was.”
“Tijdens onze bezoeken aan Meyra hielden we ons aan die afspraak. Maar op school spraken we wel over kanker. Dat was een noodzakelijk compromis voor ons, want haar klasgenoten kwamen met veel vragen. Waarom draagt Meyra nu een ooglapje? Waarom zit ze in een rolstoel? Daarop wilden we eerlijk antwoorden.”
“Een paar dagen vóór Meyra stierf, mocht de hele klas nog bij haar thuis komen. Ze had een erg goeie dag. Samen spelen, lachen, foto’s maken: echt een mooi moment. Daarna ging het snel bergaf. En ook al wilden we dat niet, we moesten ons voorbereiden op het ondenkbare.”
“Wat als de klasleraar plots die gevreesde telefoon krijgt? Wie communiceert er naar het team, de leerlingen, de ouders, het CLB? Waar kunnen leerlingen op school met hun verdriet terecht? Op welke manier willen wij afscheid nemen van Meyra? Welke materialen en personeelswissels zijn daarvoor nodig? Honderden vragen drongen zich op. Om niet vanuit blinde emotie te handelen, dachten we daar vooraf met een rouwdeskundige over na.”
Uus Knops, psychiater: “We willen kinderen afschermen van verlies. Maar dat kan niet: iedereen wordt er vroeg of laat mee geconfronteerd. Spreek daarom met hen over een hond die sterft, een dode vogel op de speelplaats, een lievelingsknuffel die kwijt is. Op die momenten kan je hen leren om klein of groot verdriet te verwoorden. Haal herinneringen boven aan die knuffel of hond. Erken dat verlies moeilijk is, maar vertrouw erop dat zij ermee kunnen omgaan. Op lange termijn is dat sterker dan lastige momenten uit de weg te gaan.”
“Een sterfgeval kondigt zich niet altijd aan. Op voorhand nadenken over hoe je verlies een plek geeft op school, brengt rust en structuur op moeilijke momenten. Zijn er collega’s met voelsprieten voor het thema? Misschien kan je ruimte vrijmaken om hen de krijtlijnen te laten uittekenen. Een waardevolle oefening, ook al hoop je dat draaiboek op maat nooit boven te moeten halen.”
Directeur Stef: “Toen Meyra stierf, wilden de leraren dicht bij hun eigen leerlingen blijven. In elke klas voerden ze zelf het slechtnieuwsgesprek. Leraren die dat gesprek niet in hun eentje wilden voeren, kregen hulp van een rouwbegeleider.”
“Eén belangrijke regel: we vertellen het slechte nieuws in duidelijke, klare taal. ‘Meyra is gisteren gestorven.’ Verbloemende uitspraken als ‘ze slaapt nu voor altijd’ vermijden we. Die kunnen klasgenoten bang maken om zelf in slaap te vallen. Kinderen hebben een levendige fantasie: wat ze niet weten of begrijpen, zullen ze zelf invullen.”
Stilteklas
Directeur Stef: “Wat bij ons heel goed werkte: de stilteklas, een plek waar leerlingen vrij naartoe konden. De eerste week was daar altijd een leraar aanwezig. Het was een warm lokaal met zachte kussentjes, fleurige kleurpotloden, fotoalbums … En er stond een grote boom waarop leerlingen tekeningen of boodschappen konden achterlaten.”
“De vragen en verhalen van onze leerlingen bepaalden die eerste week het ritme in onze klaslokalen. Onze leraren toonden begrip voor alle emoties, ook de onvoorspelbare. Het meisje dat op het ene moment met tranen van ontroostbaar verdriet in de klas zat, kon 5 minuten later aan het schaterlachen zijn op de speelplaats.”
Uus Knops: “Leraren kennen hun leerlingen het beste. Meteen op externe professionals overschakelen, hoeft echt niet. Vertrouw op je eigen krachten. En weet dat alles begint bij luisteren. Volwassenen denken vaak dat ze wijsheden of oplossingen moeten aandragen om een kind dat rouwt verder te helpen. Dat kan verlammend werken: soms gaan we de dialoog niet aan uit angst om iets verkeerds te zeggen. Maar iets doen is altijd beter dan niets doen. Toon dat je er oprecht wil zijn voor je leerlingen, dat voelen ze zeker. ”
“Soms loopt een goedbedoeld klasgesprek niet zoals je gepland had. Een kind dat brutale dingen zegt over een overleden klasgenoot? Of een leerling die de klas uitstormt? Dat is oké: af en toe heb je een crisis nodig om iets los te maken. Misschien liep dat kind weg omdat het iets opkropt? Probeer die leerling dan individueel even aandacht te geven. Lukt praten moeilijker? Dan kan je met kleurstiften op het silhouet van het lichaam aan de slag. Waar zit het verdriet bij jou? En hoe ziet het eruit? Een zwart kluwen in de keel of een rode bol in de buik?”
“Weet ook dat er veel minder volwassen logica zit in hoe kinderen zich gedragen. Dat ze zich snel weer amuseren, wil niet zeggen dat ze het verlies verwerkt hebben of hun klasgenoot al vergeten zijn. Laat ruimte voor plezier.”
Afscheid
Directeur Stef: “Meyra kwam uit een moslimgezin. Haar familie koos ervoor om haar in Turkije te begraven. Om onze leerlingen toch de kans te geven om afscheid te nemen, organiseerden we in onze sporthal een plechtigheid. Op de ceremonie lazen we teksten voor en gaven we afscheidskaartjes mee. Aan het einde lieten de kinderen een ballon op met een persoonlijke boodschap.”
Uus Knops: “Samen afscheid nemen is een belangrijk deel van het rouwproces. Ik vergelijk zo’n afscheidsmoment met het golden hour: dat magische moment waarop de zon nog net niet onder is en een speciale gloed geeft. Als je die warme gloed op school kan realiseren, dan heb je een afscheid in schoonheid. Maak plaats voor dat laatste licht, ook al komt er daarna nog donkerte.”
Herinnering
Directeur Stef: “Wie weg is, is niet vergeten. We wilden de herinnering aan Meyra levend houden in de klas. Daarom versierden klasgenoten haar schoolbank. Bij de start van het nieuwe schooljaar verhuisde de bank mee naar het derde leerjaar. Daarna namen we de bank weg, maar de foto van Meyra ging jaar na jaar mee. Ook op de proclamatie in het zesde was die erbij. Haar portret houdt de deur voor onze leerlingen op een kier: praten over dat verlies kan hier. Mijlpalen mogen we ook vieren met Meyra in gedachten.”
Uus Knops: “Nazorg is ontzettend belangrijk, want op rouwen staat geen eindpunt. Wetenschappers zijn afgestapt van de theorie die het rouwproces opdeelt in een aantal fasen waarvan de laatste ‘acceptatie’ is. Het helpt om het leven te zien als een rivier met 2 oevers: een verlies- en een hersteloever. Maar hoe je in je bootje tussen die 2 oevers schippert, is erg individueel.”
“Sommige kinderen zullen regelmatig op de verliesoever aanmeren. Dat remt hun motivatie of focus. Of ze vallen terug in hun groeiproces en beginnen opnieuw met duimen of bedplassen. Andere leerlingen zullen net extra flink zijn omdat er al verdriet genoeg is. Kijk naar je leerlingen en wees alert als ze zich kleiner of net wat groter gaan gedragen. En blijf bereikbaar voor elk kind.”
3 jaar later: Rosie
Directeur Stef: “In de krokusvakantie 3 jaar later overleed opnieuw een leerling uit dezelfde klas. Anders dan bij Meyra stierf Rosie* totaal onverwacht: ze kwam om in een woningbrand. De media berichtten daarover en al snel deden er in ons dorp allerlei geruchten de ronde. Om ons lerarenkorps meteen de juiste info te geven, organiseerden we de volgende ochtend een teammeeting. Daar besloten we om onze leerlingen én hun ouders op school op te vangen, ook al was het vakantie.”
“De zorgcoördinator en ik namen de ouders onder onze vleugels. De klasleraren vingen de leerlingen op. Zo moesten beide partijen zich niet sterk houden voor elkaar. De kinderen hadden nood aan een eenduidig verhaal. Door eerlijk te zijn, konden we hen geruststellen: Rosie is door de rook gestorven, niet door de vlammen. Ze was snel bewusteloos. Ze heeft niet afgezien.”
“Daarna werd de stilteklas opnieuw ingericht, met een ander symbool. De boom voor briefjes en vragen hoorde bij Meyra. Rosie was een heel kleurrijk meisje: voor haar kozen we een regenboog. De leerlingen waren intussen 3 jaar ouder: ze wilden schrijven en praten over hun verdriet, niet tekenen en kleuren.”
“Niemand wist wat er uit het huis te redden viel na de brand. Leraren en ouders verzamelden daarom handenvol foto’s, werkjes, schoolspullen en tekeningen van Rosie. Die persoonlijke spullen overhandigden we later – samen met de boodschappen van de leerlingen die eerst aan de regenboog hingen – aan haar mama.”
“De stilteklas permanent openen en bemannen, was praktisch niet haalbaar. Maar op vaste uren konden kinderen er wel troost zoeken. En in het klaslokaal kwam de versierde bank weer terug. Na 3 maand vervingen we die door een gezamenlijke foto van Meyra en Rosie.”
Uus Knops: “Tastbare herinneringen doen er voor nabestaanden echt toe. De dagen na een overlijden passeren vaak in een waas. Later op iets kunnen terugblikken, geeft troost. Laat kinderen daarom mee aan een rouwkaartje werken: dat hoeven echt niet de grootste woorden te zijn. En prachtig hoe de school met persoonlijke symbolen werkte: een regenboog voor een vrolijk kind, een boom voor een krachtig meisje. Trek dat gerust door. Staat jullie schoolteam voor groen en duurzaamheid? Dan kan je een boom planten, of aan de slag gaan met vergeet-me-nietjes.”
“2 overlijdens meemaken in je klas, dat schudt het leven van een kind helemaal door elkaar. Logisch dat de school na een aantal weken de nood voelde om terug naar normaal te gaan. Kinderen hebben baat bij voorspelbaarheid. Les, speeltijd, huiswerk: die routines brengen rust. Vaak laten we de teugels wat losser in rouwsituaties. Met de beste bedoelingen zeggen we dan: ‘Snoep zo veel je wil, kruip maar wat later in bed, dat huiswerk is nu geen prioriteit’. Maar structuur blijft belangrijk.”
Klasleraar
Directeur Stef: “Eerlijk is eerlijk: na het eerste sterfgeval lieten we de klasleraar te snel los. Niet lang na de dood van Meyra brak de zomervakantie aan. Daarna lonkte het volgende schooljaar met een waaier aan nieuwe uitdagingen die ik als kersvers directeur met mijn team wilde realiseren. Ik keek naar de toekomst. Maar voor de klasleraar, die Meyra maandenlang onderwijs aan huis gaf, heelde de wonde minder snel.”
“Soms heeft ze het nog steeds moeilijk. We proberen haar dan te ondersteunen en vooral goed te luisteren. Alle collega’s dragen zorg voor elkaar. En je mag hier altijd aangeven dat het moeilijk gaat. Waar het kan, nemen wij dan even over. En thema’s of initiatieven zoals Bednet, die hen na aan het hart liggen, staan nu in blokletters in onze collectieve agenda.”
Uus Knops: “Om hun leerlingen goed te kunnen ondersteunen, negeren leraren vaak hun eigen verdriet. Maar hoe meer je met je hart voor anderen zorgt, hoe meer je ook voor je eigen hart moet zorgen. En hoe belangrijker teamzorg wordt.”
“Meeleven met collega’s doen we allemaal. Vaak nemen we stilzwijgend taken over. Uit schroom soms, omdat we niet over banale werkzaken durven te beginnen. Al hoeven we niet enkel dat ‘rouwtouwtje’ op te pakken. Pols evengoed ook eens naar werk. Of hobby’s. Of familie. Al die touwtjes verdienen evenveel aandacht in het vlechtwerk van iemands leven. Zo bewaar je mee de balans. En kan je in plaats van mee te leven ook mee-weven.”
Lesgeven rond rouw en afscheid? Reveil biedt gratis lespakketten aan voor lager en secundair. Nood aan een draaiboek over wat je kan doen bij een overlijden? ‘Rouw in de klas’ van Lies Scaut bevat o.a. een stappenplan voor leraren en scholen. Kinderen in heldere taal informeren over de dood? Dat kan met ‘Het alfabet voor groot verdriet’ van auteur Uus Knops.
*Om de privacy te beschermen zijn de namen van de directeur en de leerlingen in dit artikel gefingeerd.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter