“De regio is het observatiepunt, maar de wereld is de horizon”
Emmanuel Gerard, historicus en voorzitter van de Canoncommissie
Specialist
De Canon van Vlaanderen met z’n 60 vensters lokt nieuwsgierige blikken en kritische ogen. Ook van leraren. Emmanuel Gerard, voorzitter van de commissie die de canon samenstelde, beantwoordt 7 vragen.
Emmanuel Gerard, historicus en voorzitter van de Canoncommissie
Hoe hebben jullie de canon opgebouwd?
Emmanuel Gerard: “De Canon van Vlaanderen bestaat uit 60 vensters die in chronologische volgorde staan. De opdracht van de Vlaamse regering bevatte geen instructies. De commissie selecteerde zélf de onderwerpen, volledig onafhankelijk. Waarom kwamen we tot 60 items? Omdat je bij elke canon keuzes moet maken. Iedere vorm van geschiedschrijving impliceert onvermijdelijk beperkingen.”
“Maar dankzij de vensters is de canon meer dan een lijstje feiten en namen. De onderwerpen zitten niet in zichzelf opgesloten. Want ook al zijn vensters begrensd in hoogte en in breedte, ze bieden ons een panoramisch zicht op iets ruimers. In dit geval: de tijd waarin ze zijn ontstaan.”
“Elk venster start met een ‘blikvanger’: een iconisch beeld. Die lokt de lezer naar een breder thema met telkens 2 focuspunten. Een foto van de pil leidt het thema ‘seksuele revolutie en vrouwenrechten’ in. Daar wordt zowel gefocust op de katholieke moraal in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw als op de abortuswetgeving. Die structuur maakt gelaagdheid, nuance en context mogelijk. Individuele objecten, personen of verhalen koppelen we op die manier aan grotere (r)evoluties van de samenleving.”
Is de canon lesmateriaal?
Emmanuel Gerard: “Nee, de canon is geen verplichte kost. Het is geen handboek, geen methode die leraren moeten onderwijzen. Leraren kiezen vrij hoe ze hun lessen invullen. De canon wil leraren vooral inspireren en ondersteunen. Met een brede selectie aan gebeurtenissen, teksten, personen en maatschappelijke ontwikkelingen hopen we hen te prikkelen om er creatief mee aan de slag te gaan in de les.”
“Het materiaal is toegankelijk voor iedereen. Op de website plaatsten we 3 varianten van dezelfde tekst. De basistekst, een versie in vereenvoudigde taal en een voorleesversie. Handig voor iedereen maar zeker voor leraren.”
“Wil je meer weten over een bepaald thema? Dan vind je onder elk venster een lijst met extra materiaal: fictie en non-fictie, podcasts, websites, musea, excursies, meer dan 180 fragmenten uit het VRT-archief … We delen periodes bovendien op dezelfde manier in als in het geschiedeniscurriculum in het secundair onderwijs.”
Is de canon enkel een hulpmiddel bij de lessen geschiedenis?
Emmanuel Gerard: “Eigenlijk liggen er kansen voor veel vakken: aardrijkskunde, PAV, godsdienst … Een wiskundeleraar kan een les starten met ingenieur Simon Stevin, een leraar fysica kan zijn valexperiment bespreken.”
“Zeker voor de taalleraren zit er voldoende ‘eten en drinken’ in de canon. Waar komt onze taal vandaan? Dat antwoord vinden leerlingen in het venster ‘Hebban olla vogala’. Hoe komt het dat Vlamingen een ander soort Nederlands spreken dan Nederlanders? Duik dan met de klas het venster ‘Goesting’ in. Of leg de vereenvoudigde versie van een canonfragment naast de standaardtekst: waar zitten de verschillen? Zo leer je je leerlingen taal aan te passen aan een doelpubliek.”
“Verschillende vensters richten zich ook specifiek op letterkunde. Zo vertrek je via Reynaert de vos naar middeleeuwse literatuur in de volkstaal. Kennen je leerlingen zelf boeken, films of games waarin de sluwe vossenfiguur voorkomt? Laat hun leefwereld het daar gerust even overnemen: zien ze zelf gelijkenissen met de tekenfilmheld Road Runner?”
Kan je de canon inzetten in het basisonderwijs?
Emmanuel Gerard: “Leraren in het lager onderwijs hebben een bijzonder brede taakomschrijving. Vaak timmeren ze in wereldoriëntatie aan de eerste stappen van historisch besef en laten ze leerlingen gebeurtenissen situeren op een tijdlijn. De historische feiten die ze daarvoor gebruiken, mogen ze vrij kiezen.”
“De canon levert heel wat originele, wetenschappelijk afgetoetste inhoud aan. Maar nog niet op kindermaat. Als leraar lager onderwijs moet je het materiaal dus vertalen naar de klas. Zij weten het best hoe ze dat aanpakken. Door vanuit het concrete te vertrekken: een straatnaambord, een monument, het bakkerij- of landbouwmuseum in de buurt.”
De focus op Vlaanderen leggen, verengt dat onze blik niet?
Emmanuel Gerard: “De huidige regio Vlaanderen nemen we inderdaad als vertrekpunt, maar niet als dwangbuis. Dat kan ook niet wanneer je ver teruggaat in de tijd. Wat wij vandaag ‘Vlaanderen’ noemen, kreeg pas na 1830 geleidelijk aan vorm. In interactie met België en de rest van de wereld.”
“Die verwevenheid loopt als een rode draad door het boek. Ons eerste venster heet niet voor niets ‘Een plek in de wereld’: een onbestemde plek zonder grenzen. Het laatste venster heet ook niet zomaar ‘De wereld in Vlaanderen’: een plek met een grote culturele diversiteit. De regio is het observatiepunt, maar de wereld is de horizon.”
“Een soort Vlaamse identiteit opdringen, dat wil de canon niet doen. Die wil in de eerste plaats informeren. Daarom belichten we zowel de negatieve als positieve bladzijden uit het verleden. Maar wie hier opgroeit, heeft er volgens mij wel baat bij het verleden van Vlaanderen te kennen. Of het nu ontroering of afkeer opwekt.”
“Wanneer je jongeren ziet stormlopen tegen de standbeelden van Leopold II, dan lijkt het me noodzakelijk dat we het in de canon over Belgisch Congo hebben, en niet starten bij kolonisatie elders in de wereld.”
Veel klassen zijn erg divers. Houdt de canon rekening met verschillende perspectieven op het verleden?
Emmanuel Gerard: “De vensters nodigen je uit om de geschiedenis vanuit diverse gezichtspunten te bekijken. Zowel ‘top-down’ – door de ogen van koningen en generaals – als ‘bottom-up’ – door de ogen van arbeiders, moeders, soldaten en slaven.”
“Het schetst ook hoe de beeldvorming verandert door de jaren. Leg het venster over de Guldensporenslag naast de interpretatie die Hendrik Conscience er eeuwen later aan gaf. Of vergelijk wat een geschiedschrijver in de zestiende eeuw over de kolonisatie in Midden-Amerika schreef met het beeld dat er 3 eeuwen later van kolonisatie gegeven wordt in het Antwerpse stadhuis.”
“Stuurt de canon je perspectief op geschiedenis? Een terechte, kritische vraag. Ga gerust in de klas in debat over de keuzes die de Canoncommissie maakte. ‘Verdienen’ alle onderwerpen of personages hun plaats in de canon? Of verraadt hun selectie de intenties van de commissie? En met welke alternatieven komen je leerlingen op de proppen? Zo stimuleer je hun historisch denken.”
“Nog een woordje uitleg bij de selectiecriteria die we gebruikten voor de blikvangers. De industriële revolutie leiden we bewust níet in met Lieven Bauwens, de man die de Engelse katoentechnologie naar Europa bracht. Dat venster wordt geopend door zijn machine, de ‘Mule Jenny’. Waarom? Omdat die het leven van tienduizenden spinsters bepaalde.”
“In veel geschiedenishandboeken krijg je al snel een klassieke galerij vol grote namen, voornamelijk van mannen: Filips de Goede, Karel V, Willem van Oranje … Wij opteerden voor een galerij met diversiteit, genderbalans, gewone mensen. Stemmen die destijds minder gehoord werden, maar wel aanwezig waren.”
Komt er binnen 10 jaar dan een nieuwe canon, aangepast aan de toekomst?
Emmanuel Gerard: “Dat kan. De canon is niet in beton gegoten: op de website kunnen we relatief snel aanpassingen doorvoeren. Alles verandert voortdurend. Geschiedschrijving ook, op basis van wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke belangstelling.”
“Wij opteerden ervoor om zuinig te zijn met levende personen in onze canon, omdat je nooit weet welke wendingen hun leven nog neemt. Geschiedschrijving vereist een zekere stabiliteit. Maar evalueren doen we zeker. Want wie kan voorspellen wat de eenentwintigste eeuw nog zal toevoegen aan het verhaal?”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter