Zo doen zij het
Leraar secundair en dko, samen voor de klas via Kunstkuur
Geen les in het klaslokaal voor de derdejaars Moderne talen uit het Sint-Ursulalyceum in Lier. Vandaag is het podium van de lokale academie hun speelveld. Regisseurs van dienst: dramaleraar Annik én hun leraar Nederlands Charlotte. Via Kunstkuur slaan ze 3 jaar de handen in elkaar. “De leerlingen én onszelf verrijken, dat is het uitgangspunt.”
‘Maak het stil in de coulissen. Kruip in je emotie. Focus. En… actie!’ Na de instructie van dko-leraar Annik komen de leerlingen 1 per 1 vanachter het zwarte theatergordijn. De ene duidelijk verdrietig, de andere razend of net ontzettend gelukkig.
Eens aangekomen op de scène, moeten ze freezen: het gekozen gevoel minutenlang vasthouden, de blik daarbij strak op de zaal gericht. Na deze opwarmingsoefening beginnen ze aan dialogen en monologen. Charlotte, hun leraar Nederlands, kijkt met grote ogen toe.
Plankenkoorts
Charlotte, leraar Nederlands: “Spreken voor publiek: als verlegen puber was het 1 van mijn grootste nachtmerries. Vooral op school. De blikken van je klasgenoten voelen priemen wanneer jij zenuwachtig je spreekbeurt aframmelt. Vuurrood aanschieten. Oogcontact vermijden. Niet weten wat je intussen met je handen en voeten moet. En vooral hopen dat het allemaal snel achter de rug is.”
“Met de jaren is mijn spreekangst gelukkig wel afgenomen. Maar bij mijn leerlingen herken ik dezelfde panieksignalen tijdens mondelinge opdrachten.”
“Hoe kan ik ze met meer zelfvertrouwen voor een groep leren spreken? Nederlands is mijn vak, maar met taal- en letterkundige expertise alleen kom je er niet. En van podiumtechnieken heb ik helaas geen kaas gegeten: een toneelopleiding heb ik nooit gevolgd. Toen ik hoorde dat scholen via Kunstkuur een beroep kunnen doen op de knowhow van een dko-leraar, dacht ik: Hallelujah! Met dramadocent Annik haal ik op dat vlak een deskundige binnen in de klas.”
Kruisbestuiving
Annik, dramaleraar: “Charlotte en ik hebben allebei onze professionele sterktes. Voor onze gemeenschappelijke lessen doen we aan kruisbestuiving: ik focus me vooral op het spel en de artistieke flow, Charlotte op de voorbereiding en het klasmanagement.”
“Dat laatste is minstens even cruciaal voor een goed lesverloop. Wanneer je pubers vraagt om met hun gevoelens in de spotlights te treden, moet je een veilige leeromgeving kunnen garanderen. Niet eenvoudig als je een diverse groep van meer dan 20 moet managen. Die aantallen krijg ik meestal niet in mijn lokaal. Maar Charlotte kan dat: ze kent haar leerlingen. En die kennen de afspraken.”
“Een kliekje dat giechelt tijdens een optreden? Straf dat 1 blik van hun leraar Nederlands volstaat om daarmee te stoppen. Iemand zijn of haar tekst kwijt? Dan souffleert Charlotte even, zodat de act niet als een pudding in elkaar zakt.”
“Wie bijt er de spits af?’ Wanneer mijn oproep op een koude steen valt, kent Charlotte de pedagogische trucjes om toch snel te schakelen. ‘Wie verjaart in januari start’, bijvoorbeeld. Of: ‘Jullie komen op volgens klasnummer’. Door samen de klasvloer te delen, leer ik elke sessie van haar bij. De leerlingen én onszelf verrijken, dat is het uitgangspunt van Kunstkuur.”
Laagjes onderzoeken
Charlotte, leraar Nederlands: “Dankzij de co-teaching heb ik meer ruimte om mijn leerlingen te observeren. Vaak leer ik ze hier van een heel andere kant kennen. Het meisje met de grote mond dat dichtklapt op de planken. Of de jongen die worstelt met klassiek schools werk, maar me hier totaal omverblaast met een topprestatie. Kunst kan een gelijkmaker zijn.”
“Dat leerlingen verschillende laagjes bij elkaar waarnemen, is bijzonder waardevol. Wanneer ze wat mogen loskomen van het schoolse paadje, kunnen ze echt verrassen.”
“Spreekvaardigheid is zo’n belangrijke competentie. Of leerlingen nu met het hart op de tong geboren zijn of niet: vroeg of laat moeten ze allemaal een presentatie geven op hun werk. Of zichzelf voorstellen tijdens een cursus. Faalangst wegnemen, dat doen Annik en ik samen. Nee, deze lessen staan niet op punten. De nadruk ligt hier op onderzoeken, niet op presteren.”
Annik, dramaleraar: “Hoe beïnvloeden je intonatie, articulatie, tempo en spreekvolume de manier waarop je boodschap overkomt? En minstens even belangrijk als je stem: het non-verbale. Wat vertel je met je lichaam? Welke boodschap stuur je uit via gezichtsexpressie? Daar experimenteren we mee. Breng die boodschap nu eens vanuit een andere emotie. Hebben dezelfde woorden dan nog steeds hetzelfde effect op de ontvanger? Niet simpel. Maar geen zorgen: de mist ingaan mag.”
Charlotte, leraar Nederlands: “De Nederlandse dialogen en monologen die de leerlingen hier op de scène opvoeren, bereid ik eerst klassikaal voor. Waar klinkt dat tekstmateriaal erg ‘Hollands’ in onze oren? Zou je het woord ‘nou’ zelf in de mond nemen? Welk tussenwerpsel zou jij gebruiken om je verontwaardiging te uiten? Pak jullie pen en pas maar aan! Een perfecte oefening om aan taalvariatie en schrijfvaardigheid te werken.”
Schoolbrede samenwerking
Annik, dramaleraar: “Charlotte is niet de enige leraar van Sint-Ursula met wie ik samenwerk. Ook met de leraren Duits en Frans vorm ik dit jaar een tandem. Daar nemen we onder andere de tekst Antigone van Jean Anouilh onder de loep. En in duo met de godsdienstleraar werk ik rond het thema identiteit en imago.”
“Dat past perfect in het leerplan. Tijdens de les godsdienst onderzoeken leerlingen vooraf hun eigen kwaliteiten, valkuilen en allergieën via het kernkwadrantenmodel. Dramatische expressie sluit daar naadloos op aan: op het podium leren ze die karaktereigenschappen uitvergroten.”
“We vertrekken daarbij vanuit de dierenwereld. Neem nu de sterke, trotse leeuw die met zijn gebrul veel ruimte inneemt. Of de uil die zich als stilzwijgende observator liever afsluit van de rest. Samen verkennen we hoe die verschillen in karakters onderlinge conflicten kunnen veroorzaken. Zo leert de klas over machtsverhoudingen.”
Charlotte, leraar Nederlands: “Geïntegreerd lesgeven staat in onze school hoog op de collectieve agenda. Samen doorbreken we de grenzen tussen vakken en klassen. Via KUNSTeLIERe krijgt de artistieke component in verschillende vakken een plek. Annik is trouwens niet de enige dko-leraar die hier over de vloer komt. Ook dansleraar Joey sleutelt mee aan bewegingsexpressie tijdens de lessen L.O. En beeldleraar Jorn gaf aan onze zesdes een graffitiworkshop.”
Praktische puzzel
Annik, dramaleraar: “Basis-, secundair of hoger onderwijs: via Kunstkuur kunnen ze allemaal een beroep doen op een nabijgelegen academie. En toch: ongeveer 80% van de scholen die een samenwerking aanvragen, zijn lagere scholen. Hoe dat komt? In het basisonderwijs kunnen leraren zich flexibeler opstellen: ze hebben vaak een vaste klas en kunnen hun eigen programma bijsturen.”
“In een secundaire school zijn leraren gebonden aan gedeelde lessenroosters. En er zijn examenperiodes waar je rekening mee moet houden. Die complexe agenda doen matchen met die van een dko-leraar, dat is echt een uitdaging.”
Charlotte, leraar Nederlands: “Vorig schooljaar deden Annik en ik voor het eerst aan co-teaching. Toen hebben we inderdaad wat kinderziektes gehad. De uren van mijn collega’s wilde ik liever niet inpikken. Het gevolg? Telkens maar maximum 50 minuten voor onze gemeenschappelijke les. Daar kwamen we op terug: wanneer je vorderingen wil maken, moet je langer kunnen samenwerken.”
Annik, dramaleraar: “De infrastructuur op school was ook niet echt voorzien op dramalessen. Zelfs al schuif je alle banken aan de kant: een klaslokaal blijft een klaslokaal. Bovendien wordt de aandacht daar ook regelmatig verstoord door de bel, geroezemoes op de gang, slechte akoestiek … Allemaal overbodige afleiding. Dit jaar trekken we met de leerlingen naar de academie. Hier hebben ze een echt podium. En we bundelen onze gemeenschappelijke uren: meteen een hele voor- of namiddag samen aan de slag.”
Charlotte, leraar Nederlands: “Die aanpassingen lonen echt. Creatieve ideeën kunnen nu groeien tijdens de dag: we hebben voldoende ruimte om ze bij te sturen en uit te werken. En dreigen mijn collega’s die hun lestijd afstaan in het nauw te komen? Dan doen we aan ruilhandel: ik nu een uur van jou, jij later een uur van mij.”
Fonkeling
Charlotte, leraar Nederlands: “Sinds vorig jaar hoef ik mijn collega’s er niet meer van te overtuigen dat de aangeleerde skills ook in hún vak van pas komen. In de lerarenkamer komen ze me zelf op de schouder tikken: ‘Wat is die leerling opengebloeid tijdens het presenteren.’ Ook van ouders komen er positieve reacties. ‘Onze dochter straalde vandaag. Ze heeft er echt van genoten. Dit ruikt naar een nieuwe hobby. Bedankt!’”
Annik, dramaleraar: “Ogen die beginnen fonkelen tijdens monologen. Onverwachte fascinatie voor improvisatie. Daar doen we het voor. In een secundaire school schuilt zo veel talent dat het daglicht niet ziet. De vrije tijd die leerlingen hebben na hun schooluren, is beperkt. Vaak moeten ze keuzes maken. De sportclub of de jeugdbeweging? De tekenacademie of toch muziek, woord of dans? En kiezen is verliezen. Niet alle leerlingen vinden de weg naar het deeltijds kunstonderwijs.”
Kansen
Charlotte, leraar Nederlands: “Of dit initiatief het aantal inschrijvingen aan de academie zal doen stijgen? Dat vraag ik volgend schooljaar sowieso na. Maar los van die cijfers: de ruimte die leerlingen hier tijdens de schooluren krijgen voor muzische expressie, doet ertoe. Al zijn het slechts een paar uren per trimester: het zijn momenten waarop ze grenzen leren verleggen.”
“Ook ik kijk sinds ons Kunstkuurproject met andere ogen naar mijn vakinhoud. Plots zie je extra kansen. Neem nu ons bezoek aan het Anne Frank Huis in Amsterdam. De dagboekfragmenten van dat joodse meisje lenen zich perfect tot monologen die we vooraf in de klas kunnen opvoeren. Leerlingen met faalangst voor een mondeling examen? Met een klassikale freeze-oefening neem ik die stress misschien wat weg.”
“Het enige nadeel van Kunstkuur? Dat onze samenwerking eindig is: na 3 jaar valt het doek over ons gezamenlijk project. Ik zou gerust wat meer kilometers willen maken samen. Maar al wat ik nu opsteek, hou ik bij in een map die openstaat voor mijn collega’s. Zo kunnen we cultuuronderwijs ook na de samenwerking verankeren in onze school.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter