Actueel
Vlaamse toetsen in een notendop
Veel landen kennen een traditie van gecentraliseerde toetsen, maar in het Vlaamse onderwijs zijn ze nieuw sinds vorig schooljaar. Wat? Wanneer? Voor wie? 6 zaken die elke leraar moet weten.
1. Verschillende namen, dezelfde toetsen
De Vlaamse toetsen zijn digitale proeven voor Nederlands en wiskunde die leerlingen uit alle netten in Vlaanderen afleggen. Ze worden volledig verbeterd door de computer.
Ook belangrijk om te weten: de toetsen zijn adaptief of ‘op maat’. De antwoorden die leerlingen geven, bepalen mee welke reeks vragen er volgt. Zo krijgen ze opdrachten die aansluiten bij hun vaardigheidsniveau. Dat motiveert: de vragen zijn uitdagend, maar niet onbeantwoordbaar. En de scores van alle leerlingen blijven vergelijkbaar omdat er rekening gehouden wordt met hoe moeilijk elke vraag is.
2. 4e lager en 2e secundair
Dit schooljaar leggen de leerlingen uit het 4e leerjaar lager en het 2e leerjaar secundair de toetsen af. Later wordt er ook in het 6e leerjaar lager en in het 6e leerjaar secundair getest. Leerlingen zullen de Vlaamse toetsen uiteindelijk op 4 scharniermomenten in hun schoolcarrière afleggen. Dat brengt de leerwinst in kaart.
Tijdlijn: wie legt vanaf wanneer Vlaamse toetsen af?
april/mei 2025
- 4e leerjaar lager onderwijs
- 2e leerjaar secundair onderwijs
april/mei 2026
- 4e leerjaar lager onderwijs
- 6e leerjaar lager onderwijs
- 2e leerjaar secundair onderwijs
april/mei 2027
- 4e leerjaar lager onderwijs
- 6e leerjaar lager onderwijs
- 2e leerjaar secundair onderwijs
- 6e leerjaar secundair onderwijs
3. Verplicht versus optioneel
Deelnemen aan de toetsen is verplicht voor alle leerlingen uit het gewoon onderwijs. Al zijn er enkele uitzonderingen. Anderstalige nieuwkomers of leerlingen die een individueel aangepast curriculum volgen, doen enkel mee als hun school daarvoor kiest.
Ook voor leerlingen buitengewoon lager onderwijs en leerlingen buso OV1, OV2 en OV3 ligt de beslissing bij de school. Leerlingen in OV4 nemen in principe wél deel aan de Vlaamse toetsen, tenzij hun school hen uitschrijft.
4. Nederlands en wiskunde
De toets Nederlands meet begrijpend lezen: leerlingen krijgen vragen bij teksten in een betekenisvolle context. De toets wiskunde bestaat uit 2 delen: een breedtetoets en een aantal thematoetsen.
Voor de breedtetoets lossen leerlingen wiskundige problemen op. Daarbij moeten ze een waaier aan uiteenlopende vaardigheden inzetten. De thematoetsen focussen op specifieke thema’s. Bijvoorbeeld: bewerkingen of meetkunde in het lager onderwijs, statistiek of vergelijkingen in het secundair onderwijs. Die thema’s worden willekeurig verdeeld over scholen.
5. Afname in april en mei
De Vlaamse toetsen vinden plaats van 25 april tot en met 15 mei 2025. Elke school krijgt 2 halve dagen toegekend. Er is tijd voorzien voor de toetsafnames, een pauze en een beknopte vragenlijst bij leerlingen. Vooraf maken de leerlingen een kennismakingstoets waardoor ze vertrouwd raken met het toetsplatform.
6. Analyse en feedback
De toetsen worden ontwikkeld door het onafhankelijke Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs. Dat bestaat uit onderzoekers verbonden aan 5 Vlaamse universiteiten en 2 hogescholen. Zij werken nauw samen met verschillende partners uit het onderwijsveld.
Na de analyse van de resultaten krijgen scholen feedbackrapporten. Die komen er vanaf eind juni 2025. Klassenraden mogen de feedback op leerlingniveau gebruiken als bijkomende informatiebron, maar nooit als enige criterium bij hun evaluatie. De school bezorgt de individuele resultaten ook zelf aan de leerlingen en hun ouders, bijvoorbeeld bij het rapport. In september volgt er ook feedback op schoolniveau. Die feedback kunnen teams inzetten voor schoolontwikkeling.
Meer weten?
- Een inhoudelijke vraag over de Vlaamse toetsen? Stel ze via dit contactformulier.
- Meer informatie over de wetenschappelijke achtergrond van de toetsen? Raadpleeg de visietekst van het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter