Specialist
Focus in de klas: “Aandacht kan je stretchen”
Krijgt die hagelbui meer aandacht van je leerlingen dan je les over het ancien régime? Of onderbreekt de administratief medewerker je rekenoefeningen met nieuws over de bosklassen? Hoogleraar Gezins- en orthopedagogiek Dieter Baeyens (KU Leuven) geeft tips voor meer focus in je klas.
Wat is aandacht eigenlijk?
Dieter Baeyens: “Aandacht definiëren is haast even moeilijk als ze vasthouden. De meeste beschrijvingen hebben het over ‘processen die bepalen dat je brein prikkels wel of niet selecteert’. Pas als je je daarvan bewust wordt, kan je sterker focussen. Maar dat blijft vrij vaag. Daarom werk ik voor leraren liever met deze indeling in 4 types: selectieve, gefocuste, volgehouden en verdeelde aandacht.”
“Intuïtief denk je misschien dat leerlingen het best presteren als ze volledig in 1 taak opgaan. Die selectieve aandacht zet een spot op een toets terwijl alles daarrond zwart blijft. Maar dat is niet zonder risico. Misschien mist een leerling die enkel oog heeft voor een test de extra tips die je als leraar mondeling meegeeft. Net zoals een fervente gamer thuis niet hoort dat het eten klaar is. Ook evolutionair is die selectieve hyperfocus niet zo interessant. Een kat die fanatiek op een muis jaagt, vergeet de hond die haar belaagt. Enig bewustzijn van het grotere geheel is belangrijk.”
“Daarom is gefocuste aandacht functioneler dan selectieve. Je kiest dan zelf waar je hoeveel aandacht aan besteedt. Denk aan een leerling die niet meer weet in welk land een continent ligt, maar het toch nog terugvindt door de gekke vorm. Of zoals je naar ‘Waar is Wally’ zoekt door eerst alle andere kleuren uit te filteren.”
“Nog een stap verder gaat volgehouden aandacht. Voldoende lang kunnen focussen om tot een resultaat te komen, groeit met de jaren. Een kind van 7 kan zijn aandacht nog niet zo lang vasthouden als een tiener. Sommige experts plakken daar een aantal minuten op per leeftijd, maar dat neem je best met een korrel zout. De aandachtsspanne varieert immers per kind. En ook de leerstof speelt een rol: breuken vragen waarschijnlijk meer volharding dan een les over hobby’s of dieren.”
“Gaandeweg leren kinderen hun aandacht verdelen over 2 aspecten van een taak. Dat is verdeelde aandacht. Ze zoeken iets op internet en schrijven daar een tekst over. Of ze nemen nota’s terwijl de leraar iets uitlegt. Dat switchen moet je ontwikkelen, weten leraren. Een leraar in het basisonderwijs zwijgt nog terwijl de kinderen iets opschrijven. In de laatste jaren van het secundair zijn leerlingen meestal voldoende getraind in het continu switchen tussen taken: ze kunnen luisteren naar de leraar terwijl ze noteren.”
Herbekijk de webinar ‘Focus: kunnen leerlingen nog opletten?‘
Is er een link tussen aandacht en executieve functies zoals impulscontrole of werkgeheugen?
Dieter Baeyens: “Die executieve functies komen binnen via een andere theorie. Die ziet aandacht op een lijn van sterk gecontroleerd tot volledig geautomatiseerd. Voor een kind dat leert fietsen, vraagt sturen en pedaleren heel gecontroleerde aandacht. Daarna gaat het snel: een paar weken later trapt dat kind volautomatisch rondjes om het huis en moet het executieve functies inroepen om afdwalende gedachten een halt toe te roepen. En als je pas leert autorijden, kan je niet met je passagiers babbelen. Het verkeer slokt al je aandacht op, wat je werkgeheugen belast.”
“Sta er als leraar dus bij stil: hoeveel aandacht vraagt lezen van een leerling? Heeft die tijdens die taak nog bandbreedte voor iets anders? Ook geroezemoes of vage instructies kunnen de mentale capaciteit van leerlingen belasten. Met een duidelijke structuur en regels kunnen je leerlingen beter focussen.”
Waarom kan het ene kind veel langer opletten dan het andere?
Dieter Baeyens: “Moeilijke vraag. Het klopt dat sommige leerlingen zich van nature lang kunnen concentreren en andere snel wegdwalen. Dat kunnen we nog niet helemaal verklaren. Maar schuif als leraar niet alles meteen af op een aandachtsprobleem. Vraag je eerst af of je leerling de geselecteerde prikkels wel goed waarneemt. Misschien zit er zintuiglijk een kink in de kabel? Heeft een leerling een bril nodig? Ziet die het bord niet goed?”
“Ook in de lange ‘informatieverwerkingsketen’, kan er wat mislopen. We geven voortdurend betekenis aan wat er binnenkomt: een leerling herkent de getallen op het bord en beseft dat hij die moet vermenigvuldigen, rakelt de regels voor die bewerking op uit het langetermijngeheugen, schakelt het werkgeheugen in en de motoriek om die oplossing op papier te zetten. Blijft het goede resultaat uit, dan is het aan de leraar om die blackbox te kraken: in welke fase van het proces loopt het mank? Aandacht kan het juiste antwoord zijn, maar is het lang niet altijd.”
Is er vandaag een concentratiecrisis door smartphones en sociale media?
Dieter Baeyens: “Sociale media vragen geen diepe concentratie. Integendeel, ze leven van de flitsende beelden, snelle swipes. We krijgen er het ene dopamineshot na het andere. Leerlingen vertoeven vele uren per dag in die digitale wereld. Schotel je ze dan in de klas een lange tekst voor, dan blijft die dopamine uit. Dat betekent niet dat je al je lessen in hippe filmpjes moet gieten. Om het aandachtsvermogen te ontwikkelen, bied je best uitdagende lessen aan. Gooi die ‘saaie’ tekst dus zeker niet overboord. Push je leerlingen voorbij hun comfortzone om die aandacht vol te houden.”
“Of de hele mensheid al een kortere aandachtsspanne heeft door de smartphone? Voor die evolutionaire impact op ons brein bestaan gsm’s nog niet lang genoeg. En hoewel de meeste onderzoeken rond gsm’s een negatieve impact op aandacht aantonen, besluiten sommige studies dat een korte Instagrampauze je aandacht net kan boosten. Vanuit het principe: na 3 uur studeren, doe ik even iets anders. Net als een blokje omlopen. Ban je daarna de smartphone tijdens de les, dan werk je de bron van afleiding tijdelijk weg. Zoals je de blinden bij het raam even neerlaat.”
Knagen sociale media ook aan de uurtjes slaap van een tiener?
Dieter Baeyens “Veel tieners slapen inderdaad te weinig. Smartphones brengen wat meer leven in de brouwerij ‘s avonds. Leerlingen ervaren sociale druk om WhatsApp-groepen en Snapchat kort op te volgen. Maar als je motor te lang blijft draaien, val je moeilijker in slaap en ben je de dag erop minder gefocust.”
“‘De koers win je in je bed’, weten wielrenners. Je capaciteiten komen pas tot hun recht als je fit aan de dag begint. Uit een studie over jongeren met ADHD, blijkt dat zij ‘s avonds piekeren over faalervaringen doorheen de dag. Opdrachten die ze beter hadden kunnen aanpakken, een uitspraak van een ontgoochelde leraar die blijft malen.”
“Om dat recht te zetten, blijven ze laat doorwerken. Maar daardoor riskeren ze – meer dan andere leerlingen – in een vicieuze cirkel te belanden. Door hun hoge kwetsbaarheid voor aandacht starten ze de volgende dag nog dieper onder 0. Leer je ze om schoolwerk beter te plannen, dan kunnen ze uit die cirkel ontsnappen.”
Kan je aandacht stretchen? Kan je je leren concentreren?
Dieter Baeyens: “Ja. Met een arsenaal aan kleine acties, die leraren vaak al in de vingers hebben. 3 pijlers staan centraal: prikkels doseren, op motivatie inspelen en goede instructies en feedback geven. Zowel op het niveau van leraren, het lesmateriaal als het vermogen van kinderen kan je aandacht manipuleren.”
“Verschillende oplossingen zitten al vervat in ons schoolsysteem. Op gezette tijdstippen pauze nemen en de benen strekken, bijvoorbeeld. Tijdens de speeltijd lossen leerlingen even de aandacht om daarna weer te focussen.”
“Als leraar doseer je prikkels door te kiezen voor soberheid. Daarmee leid je aandacht naar de belangrijke dingen. Vergelijk de drukke Yahoo-startpagina van 20 jaar geleden met Google nu: geen overvloed aan berichten meer, enkel een zoekbalk. En de bedrijfsnaam, want Google wil dat je die onthoudt.”
“Vertaald naar de klas: je lesmateriaal heeft best een goede bladspiegel, reliëf en voldoende witruimtes. En hang je muren van je klaslokaal niet vol posters, maar selecteer bewust. Gebruik je de beertjes van Meichenbaum niet meer? Haal ze dan weg. Leerlingen kijken er toch over.”
“Ook met clean desks en gangpaden zonder boekentassen beperk je het aantal prikkels. ‘Leg al je materiaal aan de kant’, zeggen leraren vaak bij een toets. Dat is ‘modelling’. Eigenlijk hoop je dat je leerlingen dat thuis overnemen. Vraagt een leraar om stilte tijdens instructie, dan beseffen leerlingen hopelijk dat rust een leereffect heeft. En dat ze – als dat kan – best geen huiswerk maken in de keuken, waar broertjes of zusjes erdoorheen praten.”
Hoe werk je aan de 2 andere pijlers: motivatie en feedback?
Dieter Baeyens: “Intrinsieke motivatie en aandacht zijn communicerende vaten. Bij een monotone taak zijn leerlingen snel afgeleid. Laat je je leerlingen af en toe zelf kiezen waaraan ze werken, dan verhoog je hun motivatie. Ook met gevarieerd materiaal kan je hun aandacht stretchen. Rond daarom de reeks moeilijke wiskundeoefeningen of de lange tekst eens af met een spelelement.”
“Duidelijke instructie helpt, net als timing: ‘Werk daar 10 minuten aan’. Ook gerichte vragen en feedback tijdens een taak verlengen de aandachtsboog volgens onderzoek. Als je vastloopt, draai je cirkels in je hoofd. Stress vernauwt je aandacht. Goede feedback brengt weer orde in je gedachten, je kalmeert en weet waarnaar je moet zoeken.”
“Extrinsieke motivatie, een beloning in het vooruitzicht stellen, draagt ook bij tot meer focus. En er speelt een emotioneel element. Bij een leraar die vertrouwen geeft, durft een kind meer. Daardoor benut het meer leerkansen.”
Veel variëren in werkvormen, riskeer je dan geen wisselkosten? Want hoe makkelijk verleggen leerlingen hun focus?
Dieter Baeyens: “Variëren is goed, maar doe het niet krampachtig. Want telkens als je van activiteit wisselt, moeten leerlingen hun aandacht losmaken, verplaatsen en binden aan een nieuwe bron. Die 3 processen zijn voor elke leerling een uitdaging. Je les op voorhand opdelen in blokken van 25 minuten om de aandacht te refreshen, is dus te simpel. Hoe lang je klas de aandacht kan bewaren, hangt van de groep af, van het onderwerp, van de leeftijd.”
“De leraar is doorslaggevender dan een vaste structuur. Wie zijn leerlingen goed kent, voelt aan wanneer hij net wat langer kan doorgaan. Die weet ook: aansluiten bij de interesses van je leerlingen werkt. Als je een vraagstuk inkleedt met deelnemers van De Mol trek je meer aandacht dan wanneer je willekeurige namen gebruikt.”
“Sommige experten spreken over een reflexbrein dat je ertoe aanzet om snelle, maar foute beslissingen te nemen. Dat kent echter weinig wetenschappelijke onderbouw. Het risico bestaat dat je dan heel deterministisch gaat denken. Die leerling heeft een bepaald type brein, en dat zal altijd zo blijven. Terwijl je aandacht wel degelijk kan trainen en stretchen.”
“Nog een misverstand: niet elke leerling presteert het best als het muisstil is. Zo zijn de breinen van een kleine groep mensen met ADHD uit zichzelf te weinig geactiveerd en werken die beter als ze meer input en stimulatie krijgen. Drukte zorgt bij hen voor betere impulscontrole en meer focus.”
“Maar ook leerlingen zonder ADHD die beweren dat ze beter studeren met muziek, kunnen weleens gelijk hebben. Een van mijn studenten nam meermaals per dag de trein Oostende-Luik tijdens de blokperiode. Zij studeerde het best met voorbijglijdende landschappen en geroezemoes op de achtergrond. Al geldt dat voor de meeste leerlingen niet.”
Wat kunnen leraren zelf doen als hun aandacht uitgeput is na een moeilijke les?
Dieter Baeyens: “Met de jaren weet je waar je sterktes en uitdagingen liggen. Die metacognitie en je planningsvaardigheden kan je inzetten. Een gouden regel: als je kan kiezen tussen een taak die je graag doet en een andere die je minder ligt, begin dan met die laatste. Spaar de laatste taak als beloning. Of verdeel de lastige taak in stapjes. Breek de berg af in kleine stukjes die je kan overzien.”
“Om je motivatie terug te vinden, kan je ook visualiseren. Moet je de woonkamer opruimen, beeld je dan in hoe het er straks uitziet, hoe blij je partner zal reageren, hoe fier je je zal voelen. Stel je bij die berg verbeterwerk voor hoe je leerlingen straks goede feedback krijgen met die data. Of hoe ze die moeilijke leerstof morgen toch begrijpen als je het op hun niveau uitlegt.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter