Zo doen zij het
Focus in de klas: zo hou je leerlingen ook vrijdag bij de les
Hoe vang je telkens weer de aandacht van kinderen tijdens een lange schooldag? Leraar Peter Hemelsoet van VLS Slotendries in Oostakker doet het met een starttaak, ‘bliksembeurt’ en afwisselende werkvormen. Kijk in de video hoe hij dat aanpakt.
Lees verder onder de video.
“Rond 2015 begon het me op te vallen dat mijn leerlingen uit het zesde leerjaar steeds moeilijker konden focussen. De reden? De leerlingen zijn niet veranderd, maar wel de wereld waarin ze opgroeien. Er is een tienvoud aan prikkels buiten de school. TikTok-dansjes en games lokken voortdurend hun aandacht. Alles gaat zoveel sneller. Je vastbijten in iets moet je vandaag trainen.”
“‘Aandacht waar het moet, dan gaat het goed’ is onze slogan tijdens de gouden eerste weken van het schooljaar. Met een pictogram en spellen trainen we hun concentratie. Bij een van die spelletjes krijgt elke leerling een briefje waarop een bevel staat. Ze weten niet van elkaar wat ze moeten doen.”
“Het eerste commando luidt: ‘Als de meester start zegt, draai je de kraan open.’ Daarop reageert een leerling met het bevel: ‘Als een leerling de kraan opendraait, sta je recht’. Zo volgen acties elkaar razendsnel op. Wie even niet oplet, breekt die ketting. Dat spel herhaal ik in september 2 tot 3 keer per week.”
Geef les als een kampioen
“Concentratie is natuurlijk meer dan gedragstraining. Een sleutelwoord is samenhang. Aandacht vang je als leerlingen zich betrokken voelen, als je ze kan bezielen. Leraren geven per jaar ongeveer 1000 lessen. Missen die samenhang, dan daalt de concentratie. Daarom sta ik pal achter ons schoolbeleid: we bundelen vakken in thema’s en projecten. Daarin brengen we aspecten van wereldoriëntatie, muzische vorming en Nederlands samen. Dit voorjaar werken we 3 weken rond kinderrechten, met als apotheose een kinderrechtenavond.”
“Dat mijn zesdejaars zich 80 minuten in een tekst over kindsoldaten verdiepten, verbaasde zelfs mijn directeur. Op het einde schreven ze een samenvatting. Natuurlijk liet ik ze niet die hele tijd in stilte boven hun boek hangen. Ze zoeken iets op, verwerken een korte opdracht. Om de klas bij de les te houden, put ik uit het boek ‘Teach Like a Champion’ van Doug Lemov. 10 jaar lang observeerde hij vanop de laatste bank hoe ervaren leraren hun leerlingen meetrekken. Zo ontdekte hij wat werkt in scholen met 90 % kansarmoede.”
Herbekijk de webinar ‘Focus: kunnen leerlingen nog opletten?‘
Hotelbel
“Een van die technieken heet ‘bliksembeurt’. Dan vuur ik vragen af terwijl ik van de ene naar de andere leerling hop. Bij ‘iedereen schrijft’ noteren alle leerlingen het antwoord op een wisbordje. Bij ‘iedereen antwoordt’, druk ik op een receptiebelletje. Leerlingen weten dat ze 5 à 10 seconden bedenktijd hebben, daarna antwoorden ze allemaal door elkaar. Dat is even een kakofonie, maar zo activeer je niet alleen de leerlingen die bij elke vraag trouw hun vinger opsteken.”
“In mijn lessen wil ik niet voortdurend vingers in de lucht. Liever trek ik op goed geluk uit een potje een friscostokje met de naam van een leerling. In een warm klasklimaat zorgt dat niet voor extra stress. Leerlingen mogen passen als ze het antwoord niet weten. Maar dat het lot bepaalt wie aan de beurt is, houdt hen scherp. ”
“Een andere tip: start je dag met een korte opdracht. Haal je eerst huiswerk op of laat je leerlingen over hun weekend vertellen, dan geef je een slappe aftrap. Laat ze liever een vraag over de vorige dag beantwoorden op een wisbordje. Dan zet je meteen de toon.”
Neus in en uit de boeken
“Moet je dat hoge tempo de hele tijd aanhouden? Nee, de afwisseling tussen snelle en langere opdrachten maakt ze net meer betrokken. Bij een bliksembeurt hangen ze aan je lippen, daarna laat je ze weer even los. ‘De komende 10 minuten stel je me geen enkele vraag’, zeg ik als ze de leerstof even verwerken. Ik wissel ook af tussen individueel werk, groepjes van 2 of 4 en klassikaal.”
“Elke leerling zit bovendien in een jaarteam. Die kwartetten krijgen tussendoor geregeld kleine taken die ze samen moeten oplossen. Daarnaast zetten we op school ook in op differentiatie: uitdaging of remediëring. Want je concentreren lukt alleen als je meekan.”
“Met actieve werkvormen en goede timing krijgt een brein ademruimte. Daarom denk ik vooraf na: is mijn lesdag in evenwicht? Zit er voldoende dynamiek in mijn lessen? Mijn leerlingen werken nooit 2 lessen na elkaar in een invulboek. Dat is geen toegeving of pretpedagogie. Je legt de lat net bijzonder hoog door de intrinsieke motivatie te verhogen en scherpt de concentratie op een eerlijke, kindvriendelijke manier aan.”
Actiepunt ‘boekentas maken’
“Na de gouden weken noteren alle leerlingen enkele sterktes en werkpunten op een actieplan aan de binnenkant van hun bank. Is aandacht een werkpunt, dan geef ik tips: ‘Leg maar 1 pen op je bank, geen pennenzak’ of ‘Lees je toets na voor je die afgeeft’.”
“Wie telkens spullen laat liggen in de klas, mag 5 minuten nablijven om rustig te checken of alles in de boekentas zit. Dat actieplan bespreek ik met de leerling en de ouders: wat lukt al beter, welke tips pas je al toe? Eerst krijgt de leerling het woord, dan pikken de ouders in. Zo stimuleer je zelfreflectie.”
“Als leraren zeggen dat de aandacht van hun klas na 20 minuten verslapt, is dat zonde. Alsof dat een vaststaand feit is. Net dan zijn de technieken van Lemov zo belangrijk, en de afwisseling tussen korte opdrachten en verdiepende. Aan meer concentratie werk je samen: leerling én leraar.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter