Verhaal
Een dag in buso: “Leerlingen volgen een voorbeeld, geen regels”
Inspirant aan zee buso baadt in een mooi zonnetje. Ik loop als redacteur — met een verleden als buso-leraar — mee met directeur Jelle Decleir. Een gedragscrisis: hoe gaat deze school daarmee om? “Er is niet 1 wondermiddel, maar het stormt hier wel steeds minder.”
Jelle Decleir is al meer dan een decennium een vaste waarde in de Inspirant. Eerst als leraar, daarna als coördinator en sinds 2 jaar als directeur. We gaan op weg naar de klas van juf Melissa. Onder aan de trap hangt een stopbord. “Onze leerlingen OV2 krijgen zo een visuele herinnering: hier moet ik stoppen en wachten tot mijn groep volledig is. Ook onze leraren stoppen bij zo’n bord. We proberen onze regels voor te leven. Leerlingen volgen liever een voorbeeld dan een regel.”
In de klas vult juf Melissa de agenda’s aan. De leerlingen krijgen, afhankelijk van hun gedrag in de les, een groene of rode bol. “We werken op school met 5 kernwaarden: veiligheid, verdraagzaamheid, respect, beleefdheid en vertrouwen. Bij de leerlingen staan die vooraan in de agenda. Elke les worden die kernwaarden beoordeeld. Hoe meer groene bollen, hoe sneller er een beloning volgt: een wandeling, pannenkoek … Een tastbaar resultaat van je best doen en dat voor de hele klas.”
Pictogrammen in de werkpost
Positief gedrag bekrachtigen: ik weet uit ervaring dat het werkt. Maar wat doe je als een agenda uitpuilt van de rode bollen?
“Kijk even mee”, zegt Jelle. “Begin dit schooljaar had deze leerling minstens 4 rode bollen per dag. Daar zijn ook sancties aan gekoppeld: een nota, een strafstudie, een activiteit moeten missen. We communiceren duidelijk naar de leerling: dit gedrag krijgt een rode bol. Dat betekent dat je vrijdag geen pannenkoek mag eten. Ben je zeker dat je je zo wil blijven gedragen? Je kent het gevolg.”
“Tegelijk gaan we als team op zoek. We houden het beeld van de ijsberg voor ons: wat lokt deze houding uit? Wat zit er onder de oppervlakte? We betrekken de leerling: wat heeft die nodig om verder te kunnen? Want door al die rode bollen mis je prettige momenten. En hoe kan die leerling hierin ook verantwoordelijkheid nemen? Het hoeven niet altijd grote ingrepen te zijn. Kleine stukjes laten de puzzel soms net passen. In dit geval gaven we de leerling herkenbare pictogrammen van gewenst gedrag als visueel geheugensteuntje in zijn individuele werkpost.”
Op weg naar de klas van juf Stephanie merk ik een leerling op in de gang aan een bankje. Hij maakt zijn taak, maar is rood aangelopen. “Nico is hier even aan het afkoelen”, zegt Jelle. “De bank staat net buiten het klaslokaal, hij kan dus nog meevolgen. De band tussen klas en leerling is niet doorbroken: de verbinding is er nog. Dat is belangrijk. En net door dat beetje extra afstand is er meer kans om tot rust te komen.”
Vluchtroutes in je hoofd
We stappen de klas binnen. In een hoek zie ik een bank apart staan. “Dat is de eerste stap”, vertelt Jelle. “Een leerling die zelf merkt dat er een gedragscrisis in opbouw is, kan eerst daar plaatsnemen. Of de leraar kan iemand naar die plaats verwijzen. De volgende stap is de bank in de gang, in het zicht van de leraar. De stap daarna is de chill-out ruimte of een plek waar de leerling tot rust kan komen. Dat stappenplan noemen wij ‘vluchtroute’. Het ligt ook op hun bank.” “Bij mij niet meer, juf Jelle”, zegt Sarina. “Mijn route zit nu hier”, tikt ze op haar hoofd.
“Sommige leerlingen hebben hun vluchtroute visueel vlak bij zich, anderen hebben een kaartje vooraan in hun werkmap. Zit die bij jou al helemaal in je hoofd? Super!”, prijst Jelle.
Maar wat met leerlingen die de vluchtroute bewust verkeerd gebruiken, vraag ik me af, als extra speel- of chilltijd? “Natuurlijk zijn er leerlingen die ‘toevallig’ altijd een time-out vragen of krijgen in de rekenles of bij de afwas. We kijken daarom naar de cijfers: elke vraag om time-out is gelogd. Is er steeds een uitval op hetzelfde moment? Dan kijken we samen met de leerling hoe dat komt en hoe we weer tot leren komen. Net als bij de rode bollen. De time-outs hebben ook een limiet: 10 minuten maximaal. Ook zo bewaken we het doel van onze vluchtroute: gedragscrises vermijden.”
Time-out in de tuin
We staan weer in de gang. Een snelle blik naar Nico leert dat hij rustiger is geworden. Waarschijnlijk zal hij de volgende stap op zijn vluchtroute, een time-out, niet hoeven te nemen.
Jelle laat me de chill-outzone zien waar die time-outs plaatsvinden: een klein lokaal met een zetel en wat speelgoed. Aan de deur hangt een stappenplan met de juiste timing per stap en pictogrammen die aangeven wat de leerling binnen de time-out kan doen.
“Maar leerlingen ‘vluchten’ niet altijd naar hier. Een time-out is individueel, op basis van wat de leerling zelf aangeeft: ‘wat heb ik nodig om tot rust te komen?’ Dat kan dus ook in de prikkelarme ruimte, in onze sportkamer of in de tuin. Na 10 minuten komt de leerlingbegeleider sowieso langs om te kijken of een terugkeer naar de klas al kan.”
Vroeger zag ik op school soms hevigere incidenten: een leerling die in crisis ging en een vluchtroute weigerde. “Het loopt hier zeker ook nog mis. Soms is het genoeg dat de leerlingbegeleider in de deur verschijnt. Op andere momenten is dan weer een meer dwingende aanpak nodig. Dan moet de leerling naar de time-out onder begeleiding. Dat verloopt niet altijd zonder slag of stoot.”
“Na zo’n zwaardere gedragscrisis is even afstand nemen vaak ook noodzakelijk voor de leraar of leerlingbegeleider. Kort naar het strand of de tuin, dat kan in ons team: ons wachtsysteem is erop voorzien. Maar uiteraard: ook maximaal 10 minuten en nooit tijdens de afwas”, lacht Jelle.
“Nee, serieus: door bewust in te zetten op time-outs merken we een groot verschil met 10 jaar geleden: minder grote crisissen en een rustiger schoolteam. Ons systeem met vluchtroutes is niet zaligmakend: er vliegen scheldwoorden door de klas, het time-outteam komt al eens met een zere rug uit een interventie. Maar we zijn wel blij te zien dat het aantal zware gedragscrisissen blijft afnemen.”
Doe wat je zegt en zeg wat je doet
Jelle wordt aangesproken door juf Lies: ze wil wel uren overnemen van een zieke collega. “Ik geef al mijn uren nu in OV1, dus dat laatste uurtje in OV2: daar heb ik nog geen ervaring mee.” Jelle raadt Lies aan al in de leraarskamer te kijken. “Daar hangt een poster met heel ons team, en ook waar ze in uitblinken. We bekijken straks samen of er een ervaren collega is die ruimte heeft om je op weg te zetten voor dat uur.”
“Leraren zijn voor een school het grootste kapitaal”, gaat Jelle verder. “Mijn team telt er 83. Buitengewoon onderwijs is buitengewoon uitdagend. Hier heeft elke leraar boven de 55 een halve dag vrij op woensdagvoormiddag, dat ‘breekt’ hun week eens. Die regeling is transparant voor heel het team.”
“Wie hier komt solliciteren neem ik na het gesprek mee door de gangen van de school. Onze leerlingen zijn heel direct en fysiek, niet iedereen voelt zich daar goed bij. Ik heb liever dat starters weten wat ze te wachten staat. Geen probleem als het je niet blijkt te liggen.”
“We zijn trots dat onze collega’s uit de ‘gewone’ scholen in onze scholengemeenschap – en ook daarbuiten – bij ons komen aankloppen. Ze willen zich informeren: hoe kunnen ze uitdagingen bij hun leerlingen met bijzondere noden aanpakken? Een leerling met Gilles de la Tourette die anderen stoort tijdens de examens, jongeren met ASS die ondanks sterke cognitieve kwaliteiten toch dreigen uit te vallen …”
“Onze ortho’s geven dan tips en delen hun expertise. De rode draad is: blijf consequent, blijf dicht bij jezelf. Onze buso-leerlingen zijn de spiegel van je gevoel. Maar in het gewone onderwijs geldt dat net zo goed: leerlingen lezen je perfect. En hoe je je gedraagt en voelt, zie je vaak weerspiegeld in hun reactie.”
Jelle Decleir is sinds 2021 directeur bij Inspirant aan zee buso. De school was te zien in de reeks Gewoon Buitengewoon op VRT1.
*Nico en Sarina zijn fictieve namen.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter