Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

“U-vorm of rijtjes: wat is de beste klasopstelling?” 

  • 9 juli 2024
  • 6 minuten lezen

Jij zet je leerlingen liefst in rijtjes, je collega grijpt naar de U-vorm of eilandjes. In welke klasopstellingen leert je klas het meest? Professor Jo Tondeur (VUB) legt uit waarom een aangepaste klasopstelling zo belangrijk is voor je les. 

Banken staan netjes op elkaar gestapeld in een klaslokaal
Jo Tondeur, expert instructional design (VUB): “Bij banken in rijtjes zijn er vergeten leerlingen.”

Waarom is klasopstelling zo belangrijk? 

Jo Tondeur, lerarenopleider VUB en expert instructional design: “De leeromgeving wordt wel eens ‘the third teacher’ genoemd. ‘The first teachers’ zijn je ouders, de ‘second teacher’ is je leraar. Maar ook je omgeving of klaslokaal speelt een actieve rol. Hoe leraren daarmee omgaan, varieert. Er zijn grofweg 3 types leraren: een eerste groep heeft geen besef van de impact van de klasopstelling. Een tweede groep is zich wel bewust van de impact van de fysieke leeromgeving op het leren, maar weet niet hoe je die moet vormgeven. De derde groep gaat effectief met de omgeving aan de slag in functie van het leerdoel.” 

Welke klasopstelling bevordert het leren het meeste? 

Jo Tondeur: “Dat hangt echt van je doelen af. Denk eerst na: wat wil ik bereiken met mijn leerlingen? Afhankelijk daarvan stel je banken op. Een frontale opstelling met rijen bevordert de concentratie als leerlingen individueel aan een taak moeten werken, volgens Kennisrotonde. In rijtjes kunnen kinderen beter volgen als jij een oefening aan het bord voordoet of theorie uitlegt. Meer controle als leraar, minder opties voor actieve werkvormen.”  

“Eilandjes zijn efficiënter als je leerlingen in groep leerstof toepassen, en een U-vorm rendeert bij onderwijsleergesprekken of klasdiscussies. Elke opstelling heeft ook nadelen: bij eilandjes zien sommige leerlingen het bord of de leraar niet goed. En in een U‑vorm kunnen leerlingen moeilijk met meer dan 2 overleggen, want ze zitten naast elkaar.” 

“In ons onderzoek over bankopstellingen in lagere scholen in Vlaanderen zien we vooral frontale opstellingen. Banken in rijtjes hebben absoluut hun bestaansrecht: de blik van de kinderen is naar het bord en de leraar gericht, ideaal om voorkennis te activeren, leerstof aan te brengen en samen in te oefenen. Maar als leerlingen vervolgens alleen oefenen, gaat het soms mis.”  

“Toen we lessen filmden, zagen we de leraar vaker aan de zijkanten rond de banken lopen. Amper in het midden van de klas. Er zijn dus vergeten leerlingen in die rijtjesopstelling. Met een hoefijzervorm kan je dat patroon eens doorbreken. Dat heet design knowledge: ken de voor- en nadelen van elke opstelling.”  

De ideale opstelling hangt samen met je doelen

Jo Tondeur
expert instructional design (VUB)

Verander je de klasopstelling, dan ben je weer 5 minuten van de les kwijt, toch?  

Jo Tondeur: ”Die minuten win je terug als je daarna efficiënter kan lesgeven. Tijdverlies – sleuren met zware banken – houdt leraren tegen of ze roepen gebrek aan ruimte in. Maar ik zie een kentering: steeds meer scholen kopen flexibel meubilair aan: lichte stoelen en tafels die je makkelijk verplaatst.”

“In mijn favoriete klas aan de universiteit hebben alle stoelen wieltjes en een tafeltje. Naargelang het lesdoel zetten de studenten hun stoel in een bepaalde opstelling. Ik geef een korte instructie (frontaal), we bespreken een onderwerp via een onderwijsleergesprek (U-vorm), de studenten werken vervolgens in groepjes (eilandjes). Bekijk die kleine herinrichting als een bewegingstussendoortje dat hun brein even zuurstof geeft. En met een beetje oefening wordt het snel routine.” 

“Heb je die middelen en hypermodern meubilair niet, steek dan tennisballen onder de poten van stoelen en tafels. Dan gaat het schuiven sneller en geruislozer. Je hoeft je klas ook niet om de 20 minuten te verbouwen. Misschien kan je alles laten staan en verkas je voor groepswerk naar het open leercentrum of richt je op school 1 ruimte in met flexibel meubilair. Dan win je ook tijd. Of geef eens les op locatie. Mijn leerstof over het belang van de klasinrichting bijvoorbeeld geef ik in het ABC-huis.” 

 “Nu zet een bepaalde opstelling of meubilair je nooit helemaal vast. Banken in rijtjes betekenen niet dat de leraar voortdurend doceert. In een lagere school vertelde een leraar hoe belangrijk de blik naar het bord is om te leren lezen en schrijven. Hij zet de banken dus frontaal in rijen: iedereen heeft goed zicht op het bord. Maar in zijn graadklas koppelt diezelfde leraar een leerling van het eerste leerjaar geregeld met een leerling van het tweede die achter hen zit. Zo laat hij de leerlingen per 2 werken.” 

Je schreef een biografie van de klas. Zien klasopstellingen er vandaag anders uit dan vroeger?  

Jo Tondeur: “Voor een onderzoeksartikel liet ik leraren op pensioen 3 grondplannen tekenen: 1 van hun eerste en laatste klas en 1 in het midden van hun carrière. Een leraar had in de jaren 60 nog 45 leerlingen in de klas. Ze zaten altijd in rijtjes met de kachel in het midden. In de loop der jaren werd zijn klasgroep kleiner en evolueerde hij naar een U-vorm. Hij zag al hun gezichten, en ook de leerlingen zagen elkaar. Zo kon hij zijn droomklas waarmaken: Ideaal om zijn leerlingen met elkaar in gesprek te laten gaan. Al is de U-vorm is niet perfect om samen te werken, omdat je naast elkaar zit.” 

Hebben digitale ontwikkelingen een invloed op de klasopstelling?  

Jo Tondeur: “De digitale omgeving en de fysieke versterken elkaar. De ‘design thinking’ van je les draait eigenlijk rond 5 elementen: het ontwerp van je leeractiviteit, de fysieke en/of digitale leeromgeving, de technologieën die je gebruikt én je organisatie.”  

“Geef je in de Humane Wetenschappen een les over ontwikkelingsfases, dan kan je de leerlingen in kleine groepen laten samenwerken rond een specifieke fase. Die presenteren ze daarna aan elkaar (learning design). De leerlingen werken in de klas aan eilandjes of in het open leercentrum (physical space). Ze houden hun vorderingen bij in Word Online (technology). Indien nodig werken de leerlingen thuis verder (digital space). Blended learning is op een gestructureerde manier geïntegreerd (organisatie). Zo krijg je als leraar de kans om online feedback te geven.” 

“Denk ook na over de plaats van de technologie. Hang je je digitaal bord hoog en vooraan of hang je het lager zodat leerlingen het ook zelf kunnen gebruiken? Met laptops kunnen leerlingen digitaal werken in eilandjes. Tablets of smartphones kan je ook gebruiken voor outdoorlearning.” 

Leerlingen stoppen veel technologie in hun ideale klas

Jo Tondeur
expert instructional design

Is die digitale omgeving echt onmisbaar? 

Jo Tondeur: “Zeker als je het leerlingen zelf vraagt. Die worden vaak niet gehoord over hun klasopstelling. Voor ons onderzoek mochten ze hun ideale klas tekenen. Daar stopten ze veel technologie in. Die ontbrak wanneer leraren hun ideale klas schetsten. Wij vroegen leerlingen ook welke vaardigheden voor later zij belangrijk vinden. Creativiteit, samenwerken en digitale geletterdheid staan hoog op hun lijstje. ICT is volgens de leerlingen onontbeerlijk voor de 2 andere vaardigheden.” 

“Soms vraagt een specifieke context meer ICT-gebruik. Minderjarige topsporters die vaak in het buitenland trainen, hebben een online ruimte nodig om kennis uit te wisselen. Of ze verwerken lessen eerst digitaal. Als ze daarna terug samen in de klas zitten, gaan ze samen in interactie. Maar ook in een gewone context heeft blended learning troeven. Het kan leerlingen helpen om hun leerproces te reguleren. En ze leren werken in een online context.”

Is klasopstelling een onderdeel van de schoolcultuur? Moet je de architectuur van je hele gebouw omdenken? 

Jo Tondeur: “Om ook eens los te breken uit klassieke instructieruimtes, denk je het best op schoolniveau. In basisschool Hippo’s Hof zitten leeftijdsgroepen samen aan het begin van de dag. Dat kringmoment vindt plaats in een grote ruimte op de tussenverdieping. Daarna verhuizen de leerlingen naar eilandjes waar ze in niveaugroepen werken.”

“In secundaire school RHIZO zagen we een zaal met kleine hubs, doorsnedes met computerschermen waar de leerlingen groepswerk kunnen doen. De leraar ziet alle schermen. Scholen die rond projecten werken, hebben vaak een forum waar je maquettes kan opstellen. Daar moet je gordijnen voorzien, zodat leerlingen hun presentatie kunnen beamen.”
“Met onze inspiratiegids voor klasinrichting en scholenbouw koppel je doelen aan ruimtelijke oplossingen. Je staat ervan versteld voor hoe weinig geld je een kale zaal kan omtoveren tot een moderne leeromgeving.”  

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter